Populaire berichten

vrijdag 13 september 2019

De Westerse filosofie door Peter Weeda, 10 (John Locke)






·      John Locke (1632-1704)
John Locke is een belangrijke filosoof van de Verlichting en wordt beschouwd als vader van het liberalisme. Samen met George Berkeley en David Hume behoort hij tot het Britse empirisme, dat traditioneel tegenover het continentale rationalisme staat.
Hij was tijdens zijn studie in Oxford meer geïnteresseerd in de moderne, wetenschappelijke methode van tijdgenoten Descartes en Newton dan in het klassieke curriculum. Maar in weerwil van Descartes' twijfel aan de zintuiglijke waarneming, houdt Locke vast aan de ervaring als bron van kennis. Hij bestrijdt de rationalistische theorie van 'aangeboren ideeën'. Volgens Locke is het bewustzijn een 'onbeschreven blad' (tabula rasa): onze ideeën zijn afkomstig uit combinaties van denkbeelden, die gebaseerd zijn op indrukken van de zintuiglijke waarneming. Hij is dus Empirist. Wat de precieze aard is van de werkelijkheid laat Locke buiten beschouwing.
Dezelfde common sense toont Locke in zijn politieke verhandelingen. Locke maakte het sociaal contract de basis van zijn pleidooi voor volkssoevereiniteit, de gedachte dat de vorst of de regering de wil van het volk moet weerspiegelen. Absolutisme wijst hij af (er bestaat geen 'aangeboren' goddelijk recht om te regeren), burgers moeten enkel worden beschermd om hun recht op 'Life, health, liberty, or possessions' na te streven. Let op de inpassing van Eigendom, Locke was een welvarend man. Lockes politieke filosofie bereidt de weg voor de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring in 1776.
en als extra de filosofische deelterreinen:


·      Deelgebieden
1.    Logica en retorica – redeneren en overtuigen – wat is denken? Welke middelen gebruik je om iemand te overtuigen? Wat is een drogredenering?
2.    Metafysica – zijn – Wat is werkelijkheid? Wat is het verband tussen denken of taal en werkelijkheid?
3.    Epistemologie - Kenleer – kennen en weten – Wat is echte kennis? Wat is waarheid? Wanneer weet je iets? Wanneer is kennis wetenschappelijk?
4.    Esthetica – kunstfilosofie – scheppen – Wat is schoonheid? Zijn er algemene uitspraken geldig over wat mooi en lelijk is of is dat smaak?
5.    Ethiek – handelen – Wat is goed of een goede handeling? Is er vrije wil?
6.    Sociale en politieke filosofie – samenleven – Wat is rechtvaardig? Waarom onderwerp je je aan wetten? Wanneer is macht legitiem?
7.    Cultuurfilosofie – waarderen – Wat is cultuur? En de verhouding met natuur? Kun je culturen vergelijken? Hoe staat het met de huidige cultuur?
8.    Filosofische antropologie - mens zijn – Wat maakt mensen tot mensen? Waarin onderscheiden ze zich van dieren?



Geen opmerkingen: