Populaire berichten

maandag 3 mei 2021

Naastenliefde en Advaita (deel 1) , Douwe Tiemersma

Naastenliefde en Advaita (deel 1) 
 
Douwe: Heeft de Advaita Vedanta weinig oog voor het praktische samenleven en de naastenliefde daarin? Sommigen beweren dat, en dat is begrijpelijk, maar het is een misverstand. Het is de moeite waard om preciezer hiernaar te gaan kijken.
 
Je terugtrekken
De Advaita Vedanta is een stroming die teruggaat op de Upanishaden, de laatste onderdelen van de Veda’s. Zij zijn geschriften met het essentiële onderricht van goeroes aan besloten groepen van leerlingen. Het essentiële onderricht betreft de meditatie bij vuuroffers, maar vooral de identiteit van het echte zelf-zijn (Âtman) met de wereldgrond (Brahman). De realisatie van deze identiteit betekent bevrijding (moksa).

Daarop waren de mensen in die besloten groepen gericht. Zij waren uit de maatschappij gestapt om zich hieraan volledig te wijden. In India is er nog steeds een duidelijke, geaccepteerde plaats voor mensen die zich volledig toeleggen op dat wat ze zien als het essentiële. Iets dergelijks is er in het Westen ook, namelijk bij de monniken voor zover zij zich in kloosters terugtrekken. Dat er dan minder contact is met het alledaagse samenleven in de familie, het dorp, het land ligt dan voor de hand.

De terugtrekking uit de maatschappij stond in dienst van een spirituele weg. Talrijk zijn de benaderingen van het hoogste Brahman in de Upanishaden vanuit het fysieke, bijvoorbeeld via de energie (prâna), de geest, de goden en het zelf-zijn. Dit betekent een inkeer en meditatie die zover gaat dat alle verschijnselen met naam en vorm (nâmarûpa) worden overschreden. Pas in de realisatie van het absolute, Âtman-Brahman zonder eigenschappen, komt de beweging tot rust. Ten opzichte van dit hoogste is de wereld een erg betrekkelijke werkelijkheid van verschijnselen. Als men op deze wijze gericht is op het hoogste, is er weinig aandacht voor het concrete leven met andere mensen. De critici van Advaita Vedanta lijken gelijk te hebben.
 
Openkomen
Toch is er iets anders aan de hand. Laten we precies gaan kijken wat er gebeurt, als je je richt op het hoogste Zijn-Zelfzijn. Het is een meditatieve inkeer in de richting van de bron van zelf-zijn. Dit inkeren lijkt een zich afkeren van de wereld, maar wat gebeurt er werkelijk? Heel wonderlijk: hoe verder je naar binnen gaat, des te opener je wordt. Deze twee dingen lijken in tegenspraak met elkaar te zijn, maar dat is het niet. Verder naar binnen gaan is een ontspanning, waardoor het zelf-zijn ruimer wordt. In die grotere ruimte is er meer ruimte voor de anderen, voor de wereld. De inkeer is ontspanning; ontspanning is open komen. Daarom is het woord Openheid als een van de weinige woorden geschikt om het hoogste aan te duiden: niets wordt uitgesloten; alles wordt geaccepteerd als het eigene.
Deze beweging heeft een duidelijk bewustzijnsaspect. De inkeer is een bewustwording. De inkeer kan beschreven worden als een onderzoek, een onderzoek van je zelf-zijn, waardoor je zelf verandert. Er is de herkenning van een ruimer zelf-zijn dan de verkrampte vorm van het egocentrische zelf, een bewustwording van de openheid waarin zelf-zijn en het zijn van anderen niet verschillend zijn.

Gevoelsmatig vindt er hetzelfde plaats. Je wordt je bewust van je gevoelens, van je gevoelsmatige energie, van je hartenergie. In het alledaagse egocentrische leven wordt deze voor een groot deel vastgehouden in een ik-kern (ego). Dit ego is niets anders dan een brok energie die in een punt wordt geconcentreerd. Bij het naar binnen gaan is er ontspanning en hierdoor komt je gevoelsenergie vrij. Deze gevoelsmatige zelf-energie - die ben je zelf - kan dan naar buiten stromen. Dat is liefde naar anderen toe. Je houdt je zelf-zijn niet vast in een centrum, maar bent gedecentreerd, in alle andere levende wezens gestroomd. Het zelf-zijn van jezelf valt dan samen met het zelf-zijn van de anderen. Zelf ben je de ander zelf. Je ziet je zelf in alles en alles in je zelf.
 
In de Ishâ Upanishad 6 staat
‘Wie al wat hier op aarde leeft en beweegt en is,
ziet als in het eigen zelf,
en dat zelf weer levend in al wat is,
die kent geen haat of afkeer meer.’

In de Bhagavadgîtâ is te lezen (6.29):
‘Degene wiens zelf een geheel is geworden door yoga, ziet
zichzelf in alle wezens en alle wezens in zichzelf ...’
Is dat niet de betekenis en de volledige honorering van het tweede grote gebod van de christenen: ‘Heb uw naaste lief als uzelf’? (Matteüs 22.39) Dat liefhebben is niet mogelijk in een dualiteit, als je zelf losstaat van de ander: ik ben ik en de ander is een ander. Het is alleen mogelijk voor zover je eigen zelf ook het zelf is in de ander. Dan is liefde een vanzelfsprekendheid.
 
Yâjñavalkya zegt: “Het is niet om de man dat de man dierbaar (priya) is, maar om Âtman is de man dierbaar; het is niet om de vrouw dat vrouw dierbaar is, maar om Âtman is de vrouw dierbaar,” enzovoort (Brhadâranyaka Upanishad 4.5.6). Liefde is geen ding dat je kunt geven; het is de sfeer laten ontstaan waarin er geen gescheidenheid meer is tussen het eigen zelf-zijn en het zelf van de ander. De tweeheid is dan overgegaan in een non-dualiteit (a-dvaita).
Dat geldt ook voor het eerste grote gebod uit hetzelfde bijbelboek: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand’. ‘God is liefde’ en ‘Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God.’ (1 Johannes 4.7-8). Gods liefde blijft dan in hem of haar, en hij/zij in God als liefde. Er zijn veel culturele verschillen tussen het hindoeïsme en het christendom, en er zijn veel teksten over het moeizame of zondige alledaagse leven, maar in de essentie gaat het om hetzelfde.

zondag 2 mei 2021

“I WRITE BOOKS ABOUT ACCEPTANCE...BUT I JUST CANNOT ACCEPT THIS” (Jeff Foster) (Zie de Nederlandse vertaling achter de Engelse tekst!)

“I WRITE BOOKS ABOUT ACCEPTANCE...
BUT I JUST CANNOT ACCEPT THIS”. 
 
A Confession.
 
1st May 2021
 
 

Dear Friends,
 
Once again, I am writing to thank you for your deeply compassionate messages and emails of love and support. Even if I cannot reply personally to all of you right now, as my energy is so limited, please know that I do read every message and so deeply appreciate your extraordinary kindness. And once again, to those of you who have sent donations, I thank you from the bottom of my heart. I never truly knew how many of you cared so deeply about me and my well-being on such a personal level. I am sending so much love to every single one of you. Thank you for allowing me into your life. 
 
And my sincere apologies for any spelling mistakes or other errors in this newsletter. My attention, focus and editing skills are not as sharp as they used to be! ;) 
 
 
 
 
I am in a strange place right now, friends.

It’s hitting me hard: I am physically and cognitively disabled.

At least for now. At least for... a while. Maybe for the rest of my life. Nobody can say. Nobody.
 

I am living in the Unknown. We all are, truth be told.
 

Compared to where I was last year, and every year before that, it’s a shock each day to find myself like this. It’s been utterly devastating – DEVASTATING - to lose certain physical and cognitive functions and abilities seemingly overnight, with no promise they will ever return, or at least fully return to what they were before.

I am in a strange place, friends, somewhere between a vague hope and utter, near-unbearable devastation.

(Again, I don’t want this to be all about “me”. So many people around the world are suffering right now, far more deeply than I. But I do think that by sharing my own struggle, opening up about my own present health challenge, there may be some transmission of truth into the collective. I’m sure many of you can relate, in your own way…)
 

Do I turn towards where I am, and face the fact of my disability, my present limitations as a body-mind? Face the devastation and part decimation of the old life, the old plans, the old health, the old cognitive function, the old livelihood, fully grieve what I have lost, and grieve what I have yet to lose? Can I even know what I have "yet to lose"? Can we ever know? What am I grieving, exactly? Can I mourn a lost unknown future? Can I sink into my tears, fully let in the loss and the ruin and the yearning, let it all break me open, and give up all hope of tomorrow?
 
Is hope real, or based in fantasy?

Do I keep striving, fighting, hoping, waiting for healing, for some cure, for the ‘answer’, for some magic healing potion?

Do I accept where I am today, or do I hold to hope of improvement, even remission, tomorrow, when the remission rate for this condition is statistically so low, and when nobody on Earth can promise me that?

Will I be one of the lucky ones? Can I somehow control the fates, manifest a wanted outcome?

Should I ignore all the objective “facts” of this condition, and just believe?

Or is it all ultimately in the hands of the gods, no matter what I do?

These questions are as old as the mind itself, as old as thought.
 


Acceptance of “the way it is”, or hope for “how it could be”?

Of course, in reality, these two energies can co-exist.

And we can hold this primal paradox - of accepting where we are right here right now, discomfort and pain and limitations and heartbreak and all, whilst at the same time, imagining a better, brighter future, and doing all we can to work towards that. Deep acceptance and profound change do not contradict each other, they are reflections of each other, lovers, very old friends. Our divinity and our humanity are One. Imperfect and perfect, broken and whole. 

Resting in the ache, leaning into the ache, bowing to the ache, while not giving up on the healing. At least not completely. At least not now. At least not today. 

Holding these twin energies as our two beloved children. Not children that oppose each other’s existence, but children that are equally loved and welcome in our wide open arms.
 


Having said all this, it’s not easy. Some days I just want the discomfort to end. It feels edgy to admit this publicly, being a “spiritual teacher” and all (whatever the hell that means), but yeah, some days I just want it all to end, the suffering, the discomfort, the brain fog. Does that make me a coward, to long for relief in the midst of discomfort and loss? I don’t think so. It makes me human.

I have written books on deep rest, acceptance, loving the present moment, fully embracing life’s devastations.

I have written poetry and perhaps thousands of Facebook posts over the years to remind you that you were never broken, to help you remember the joy of “falling in love with where you are”.

I have taught countless retreats and workshops around the world inviting people to deeply inquire into their present experience, to bring loving awareness to pockets of resistance, to get in touch with deeply held-in feelings, to grieve, to let go of the ‘shoulds’ of life, to expose and melt hidden shame, to surrender to what is.
 
 

And I humbly admit, I am failing right now to accept my condition. I feel broken. I am not in love with where I am. I cannot “rest” with this shattering new reality.

But.... Maybe there is grace in this failure. Maybe there is a deeper self-love that allows us to be utterly imperfect, a hot mess on life’s cross, and true “success" is really this kind of self-love.

The love that never lets you fail, no matter how low you sink, for the lowest is the highest in this love, and the weakest are the strongest.

The love that loves you, even in the pit and the darkness and the unspeakable hell realms.

The love that holds you as you take your last breath, as it held you while you gasped for your first.
 


When I’m panting, sweating, out of breath, dizzy, dissociated, having to sit down after walking only five minutes to the grocery store. When the “brain fog” is so bad (as I shared in my last email, I have a complex and multi-system medical syndrome called POTS, a form of autonomic dysfunction where not enough blood and therefore oxygen reaches the brain…) that I can hardly string a sentence together, or remember my friend’s name, or find my way home from that grocery store, or finish a single string of thoughts in my head, or remember what I’m doing, or why, or where, or how, or…. When all sense of time disappears, and the outside world disappears, and I’m lost in what feels like a bad drug trip all day, dementia-like and “timeless” (but not in the liberating spiritual way, more like in a terrifying dissociated way). When I have a beautiful, passionate, honest conversation with a dear friend on the phone… and then crash energetically for hours - or days - afterwards because I expended too much energy, just talking and listening.
 
When all this is going on... it's just really, really hard. 

(God, at least I can still write. Even if it takes me a few days to write a piece that would have previously taken just a few hours...)
 


As Awareness I am unlimited. We all are. 

But as a physical body and mind, I am more limited than ever now, and it’s utterly shattering.

This is not how I expected my life to be, at 40 years of age. After four decades of basically good health, and after some of the very happiest years of my life in the last few years, and with so many wonderful things I was looking forward to, so many things left to do, books to write, retreats to lead, creative projects to explore, friends to share precious moments with, to have my physical body crash like this, with no doctor or therapist or healer so far able to give me a prognosis or remedy any of the symptoms - to live like this each day is utterly devastating.

I am still in shock, if truth be told.

I never saw this coming.

“How was I to know? How are we ever to know?”. (My favourite line from one of my favourite Sondheim musicals, ‘Into The Woods’.)


Ugh, I was so naïve, bless my heart. I thought these kinds of illnesses happen to other people.

I thought I was immune, because I had done so much work on myself, or because I had healed so many of my childhood wounds, or because I felt so relaxed and alive so much of the time, or because I experienced so little stress in my life, or because, well, I was “really really spiritual” or something like that.

The arrogance. The hubris. The audacity. The privilege. The innocence, too.

All of it. Just… all of it.
 
 

Some days I feel I just cannot accept what’s happening to me. It all feels like a bad dream, like I’m living the wrong life, like something’s gone awry, like this shouldn’t be happening.
 
Of course, deep down, I know, there is no “wrong” life, and there is only LIFE, and this is the way it is, and there is no “should”, and I am not to blame, and none of us are to blame, ever. This illness was not of my choosing. And I did nothing to “deserve” this, and it is no punishment, and there is no sin. I know that, deep down in my bones. 

Sometimes we just get sick and it comes out of nowhere and it makes no damn sense and that's just the way it is, like it or not, accept it or not, trust it or not. Our lives are shattered. Our children die. Our loved ones leave us. Our careers come to an abrupt end. We lose our money, our status, our livelihood, our physical abilities. Cars and planes crash. Tsunamis destroy entire villages, cities. Meteors, comets, asteroids crash into Earth, wiping out entire species, perhaps all species in one day. Our wonderful plans and philosophies crumble to dust. Great leaders fall from their thrones. The ground opens up and swallows cars, entire roads, buildings. Triumph and tragedy are so damn close, the veil between life and death is so thin. Sometimes the reality of the chaos of the relative world, and our ultimate lack of ability to control it, just smacks us in the face. Crisis shakes us awake from our dream of “things going so well”. Unwanted pain pushes us to the edge of our capacities. And we are utterly confounded, dumbfounded, unable to find any kind of reason for this sudden change, tragedy and loss.

“Why me?!”, we cry.
 

And our cry fades into the vast silence and maybe there is an answer there in the echo and perhaps it’s possible to hold it all. Yes, all of it. The hope and the hopelessness. The known and the unknown. The pain and the longing. The ache and the wish for the end. The problem and the prayer for renewal.

Perhaps it’s possible to hold all of life in our tender hearts.

At least for a moment.

At least for the duration of the next… precious… breath.
 


And so, I keep going. I keep grieving the old life, the old capacities, the things I used to love doing that I just cannot do anymore. (Anymore? For now? For ever? For weeks, months, years? I do not know, and who can say for sure.)

For now, I have moments where I can be with ‘what is’, and moments where I want it all to go away.

Moments of “Namaste”. Moments of “F**k This Sh*t”.

Moments where I’m a Buddha. Moments where I’m a mini-Hitler to myself.

Moments that I never expected, anyway.

Moments of a life being lived, moment by moment.
 
 
 
 

I wanted to share this with all of you. 

Not to ask for pity, but to be raw and honest and authentic about what I’m going through, as I’m going through it. I feel that you deserve nothing less from me now than the raw truth. I do not want to hide what I'm going through. 

And I want to further shatter the image of the perfectly calm, deeply accepting spiritual teacher (I have never met any, by the way). The one who never suffers. The one who isn’t touched by worldly things and takes everything in their stride. The one who has transcended the relative world.

No, I asked to be deeply touched by this world, but I never imagined it would touch me so deeply, in this particular way.

I have worked through much suffering and unravelled much trauma in my life, been willing to move through many profoundly difficult feeling states, had so many breakdowns and ecstatic breakthroughs, healing crises and joyous awakenings, been able to hold so much life, but this… this is something else.

I wanted to share all of these reflections in the hope that some of you will be able to relate, that some of my words will bring comfort or healing or warmth or courage to you out there. That you’ll be reminded that you’re not alone in your pain and confusion and heartache, and that many of your brothers and sisters are going through a shattering of their own right this very moment. The shattering will come to us all in the end; none of us are spared, no matter how ‘awakened’ or ‘healed’ we imagine ourselves to be. 
 


I pray to great and Mysterious forces that we all come through these times, humbled, stronger.

And, if I’m honest… I sincerely hope that I myself can make it through this particular challenge.

Sometimes I wonder if I have the courage or the strength to keep going through this bodily discomfort, these shattering new physical limitations and the disorienting cognitive fog this condition brings - the confusion, the problems with planning, focus, attention, short-term memory loss. 


I question my own ability to face this kind of devastation at this point in my life.

I know I am not as courageous as some of you.

I do not know what lies ahead on the road of my life.

How are we ever to know.

 
 
Does all this make me a ‘fraud’? A failed spiritual teacher?

Maybe. Maybe not.

I don’t suppose it matters at all.
 


Maybe it does make me more human, more rooted in the blood and the mud and the flesh and the ache of mortal, worldly existence, and that is far more precious, and real, than any other prize… even if I fail this test (and there is no failure in love, and no test, anyway.)
 
Yes, this is no test and so I - we - cannot fail.
 


I am holding you all in my heart, you who find yourselves in this same strange place as I.

Now, say it with me:

“Namaste. F**k this sh*t!”
 
 

Jeff xxx ❤️❤️

Nederlandse vertaling door Google en Victor

Lieve vrienden,
 
   Nogmaals, ik schrijf u om u te bedanken voor uw diep medelevende berichten en e-mails van liefde en steun. Zelfs als ik jullie op dit moment niet persoonlijk kan antwoorden, omdat mijn energie zo beperkt is, weet dan alstublieft dat ik elk bericht lees en je buitengewone vriendelijkheid zo enorm waardeer. En nogmaals, aan degenen onder u die donaties hebben gestuurd, dank ik u uit de grond van mijn hart. Ik heb nooit echt geweten hoeveel van jullie op zo'n persoonlijk niveau zo veel om mij en mijn welzijn gaven. Ik stuur zoveel liefde naar jullie allemaal. Bedankt dat je me in je leven hebt toegelaten.
 
   En mijn oprechte excuses voor eventuele spelfouten of andere fouten in deze nieuwsbrief. Mijn aandacht, focus en redactionele vaardigheden zijn niet meer zo scherp als vroeger! ;)
 
   Ik ben nu op een vreemde plek, vrienden.

   Het raakt me hard: ik ben lichamelijk en cognitief gehandicapt.

   Tenminste voor nu. Tenminste voor even. Misschien voor de rest van mijn leven. Niemand kan het zeggen. Niemand.
 

   Ik woon in het onbekende. Dat zijn we allemaal, eerlijk gezegd.

   Vergeleken met waar ik vorig jaar was, en elk jaar daarvoor, is het elke dag een schok om mezelf zo te vinden. Het is volkomen verwoestend - VERWOESTEND - om bepaalde fysieke en cognitieve functies en vermogens schijnbaar van de ene op de andere dag te verliezen, zonder de belofte dat ze ooit zullen terugkeren, of in ieder geval volledig terugkeren naar wat ze voorheen waren.

   Ik bevind me op een vreemde plek, vrienden, ergens tussen een vage hoop en een volslagen, bijna ondraaglijke verwoesting.

   Maar ik denk wel dat door het delen van mijn eigen strijd, en mij open te stellen voor mijn eigen huidige gezondheidsuitdaging, er enige overdracht van waarheid naar het collectief kan plaatsvinden. Ik ben er zeker van dat velen van u zich op uw eigen manier kunnen verhouden tot wat ik zeg.)

   Draai ik me naar waar ik ben, en zie ik het feit van mijn handicap, mijn huidige beperkingen als lichaam-geest, onder ogen? De verwoesting en gedeeltelijke decimering van het oude leven, de oude plannen, de oude gezondheid, de oude cognitieve functie, het oude levensonderhoud onder ogen zien, volledig betreuren wat ik heb verloren, en treuren om wat ik nog te verliezen heb? Kan ik zelfs weten wat ik "nog moet verliezen"? Kunnen we het ooit weten? Waar rouw ik precies om? Kan ik rouwen om een ​​verloren onbekende toekomst? Kan ik in mijn tranen wegzinken, het verlies en de ondergang en het verlangen volledig binnenlaten, me helemaal laten openbreken en alle hoop voor morgen opgeven?
 
   Is hoop echt, of gebaseerd op fantasie?

   Blijf ik streven, vechten, hopen, wachten op genezing, op genezing, op het ‘antwoord’, op een of ander magisch genezingsdrankje?

   Accepteer ik waar ik vandaag ben, of hoop ik op verbetering, zelfs remissie, morgen, terwijl hA
et remissiepercentage voor deze aandoening statistisch zo laag is, en wanneer niemand op aarde me dat kan beloven?

   Zal ik een van de gelukkigen zijn? Kan ik op de een of andere manier het lot beheersen, een gewenst resultaat manifesteren?

   Moet ik alle objectieve "feiten" van deze toestand negeren en gewoon geloven?

   Of is het allemaal uiteindelijk in handen van de goden, wat ik ook doe?

   Deze vragen zijn zo oud als de geest zelf, zo oud als het denken.

   Acceptatie van "zoals het is", of hopen op "hoe het zou kunnen zijn"?

   In werkelijkheid kunnen deze twee energieën natuurlijk naast elkaar bestaan.

   En we kunnen deze oerparadox vasthouden - van accepteren waar we hier nu zijn, ongemak en pijn en beperkingen en liefdesverdriet en zo, terwijl we ons tegelijkertijd een betere, mooiere toekomst voorstellen en er alles aan doen om daar naartoe te werken. Diepe acceptatie en diepgaande verandering zijn niet in tegenspraak met elkaar, het zijn weerspiegelingen van elkaar, geliefden, zeer oude vrienden. Onze goddelijkheid en onze menselijkheid zijn één. Onvolmaakt en perfect, gebroken en heel.

   Rustend in de pijn, leunend in de pijn, buigend voor de pijn, zonder de genezing op te geven. In ieder geval niet helemaal. Tenminste niet nu. In ieder geval niet vandaag.

   Deze tweeling-energieën vasthoudend als onze twee geliefde kinderen. Geen kinderen die tegen elkaars bestaan ​​zijn, maar kinderen die even geliefd en welkom zijn in onze wijd open armen.

   Dit alles gezegd hebbende, is het niet gemakkelijk. Sommige dagen wil ik gewoon dat het ongemak stopt. Het voelt gespannen om dit publiekelijk toe te geven, omdat ik een "spirituele leraar" ben en zo (wat dat ook betekent), maar ja, op sommige dagen wil ik gewoon dat het allemaal stopt, het lijden, het ongemak, de hersenmist. Maakt dat me een lafaard om te verlangen naar verlichting te midden van ongemak en verlies? Ik denk het niet. Het maakt me een mens.

   Ik heb boeken geschreven over diepe rust, acceptatie, liefde voor het huidige moment, de verwoestingen van het leven volledig omarmen.

   Ik heb in de loop der jaren poëzie geschreven en misschien wel duizenden Facebook-berichten om je eraan te herinneren dat je nooit gebroken bent, om je te helpen herinneren aan de vreugde van "verliefd worden op waar je bent".

   Ik heb talloze retraites en workshops over de hele wereld gegeven en mensen uitgenodigd om diepgaand onderzoek te doen naar hun huidige ervaring, om liefdevol bewustzijn te brengen in bakken van weerstand, om in contact te komen met diepgewortelde gevoelens, om te rouwen, om de 'zou moeten' van het leven, om verborgen schaamte bloot te leggen en te laten smelten, om zich over te geven aan wat is.

   En ik geef nederig toe dat ik er momenteel niet in slaag mijn toestand te aanvaarden. Ik voel me gebroken. Ik ben niet verliefd op waar ik ben. Ik kan niet "rusten" in deze verpletterende nieuwe realiteit.

   Maar ... Misschien zit er genade in deze mislukking. Misschien is er een diepere eigenliefde die ons in staat stelt volkomen onvolmaakt te zijn, een hete puinhoop aan het kruis van het leven, en echt 'succes' is echt dit soort zelfliefde.

   De liefde die je nooit laat falen, hoe laag je ook zinkt, want de laagste is de hoogste in deze liefde en de zwakste is de sterkste.

   De liefde die van je houdt, zelfs in de put en de duisternis en de onuitsprekelijke helse rijken.

   De liefde die je vasthoudt terwijl je je laatste adem uitblaast, zoals het je vasthield terwijl je naar adem snakte naar je eerste adem.

   Als ik hijgend, zwetend, buiten adem, duizelig, gedissocieerd, moet gaan zitten na slechts vijf minuten lopen naar de supermarkt. Wanneer de 'hersenmist' zo erg is (zoals ik in mijn laatste e-mail heb gedeeld, heb ik een complex en multi-systeem medisch syndroom genaamd POTS, een vorm van autonome disfunctie waarbij niet genoeg bloed en dus zuurstof de hersenen bereikt ...) dat ik nauwelijks een zin aan elkaar kan rijgen, of de naam van mijn vriend onthouden, of de weg naar huis vinden vanaf die supermarkt, of een enkele reeks gedachten in mijn hoofd afmaken, of onthouden wat ik aan het doen ben, of waarom, of waar, of hoe , of…. Wanneer alle tijdsbesef verdwijnt, en de buitenwereld verdwijnt, en ik verdwaal in wat voelt als een slechte drugstrip de hele dag, dementie-achtig en 'tijdloos' (maar niet op de bevrijdende spirituele manier, meer op een angstaanjagende gedissocieerde manier). Als ik een mooi, gepassioneerd, eerlijk gesprek heb met een dierbare vriend aan de telefoon ... en daarna urenlang - of dagen - energiek neerstort omdat ik te veel energie heb besteed, alleen maar praten en luisteren.
 
   Als dit allemaal aan de hand is ... is het gewoon heel erg moeilijk.

  (God, ik kan tenminste nog schrijven. Ook al kost het me een paar dagen om een ​​stuk te schrijven dat voorheen slechts een paar uur zou hebben geduurd ...)
 
   Als Bewustzijn ben ik onbeperkt. We zijn allemaal.

   Maar als fysiek lichaam en geest ben ik nu beperkter dan ooit, en het is volkomen verpletterend.

   Dit is niet hoe ik had verwacht dat mijn leven er op 40-jarige leeftijd zou uitzien. Na vier decennia van in wezen goede gezondheid, en na enkele van de meest gelukkigste jaren van mijn leven van de afgelopen jaren, en met zoveel geweldige dingen waar ik naar uitkeek, zoveel dingen te doen, boeken om te schrijven, cursussen te leiden, creatieve projecten om te verkennen, vrienden om kostbare momenten mee te delen, mijn fysieke lichaam zo te laten crashen, zonder dat er tot nu toe nog geen dokter, therapeut of genezer is die me een prognose kan geven of een van de symptomen kan verhelpen - om zo te leven elke dag, is volkomen verwoestend.

   Ik ben nog steeds in shock, als de waarheid wordt verteld.

   Ik heb dit nooit zien aankomen.

   'Hoe moest ik dat weten? Hoe kunnen we dat ooit weten? ”. (Mijn favoriete regel uit een van mijn favoriete musicals uit Sondheim, ‘Into The Woods’.)

   Ugh, ik was zo naïef, zegen mijn hart. Ik dacht dat dit soort ziekten andere mensen overkwamen.

   Ik dacht dat ik immuun was, omdat ik zoveel aan mezelf had gewerkt, of omdat ik zoveel van mijn kinderwonden had genezen, of omdat ik me zo vaak ontspannen en levend voelde, of omdat ik zo weinig stress ervoer in mijn leven, of omdat, nou ja, ik was "echt heel spiritueel" of zoiets.

   De arrogantie. De overmoed. De brutaliteit. Het privilege. De onschuld ook.

   Alles. Gewoon ... alles.

   Sommige dagen heb ik het gevoel dat ik gewoon niet kan accepteren wat er met me gebeurt. Het voelt allemaal als een nare droom, alsof ik het verkeerde leven leid, alsof er iets mis is gegaan, alsof dit niet zou moeten gebeuren.
 
   Natuurlijk, diep van binnen, ik weet het, er is geen "verkeerd" leven, en er is alleen LEVEN, en dit is zoals het is, en er is geen "zou moeten", en ik kan het niet kwalijk nemen, en niemand van ons heeft de schuld, ooit. Deze ziekte heb ik niet gekozen. En ik heb niets gedaan om dit "te verdienen", en het is geen straf, en er is geen zonde. Ik weet dat, diep in mijn botten.

   Soms worden we gewoon ziek en komt het uit het niets en het slaat nergens op en zo is het, of je het nu leuk vindt of niet, accepteer het of niet, vertrouw het of niet. Onze levens zijn verbrijzeld. Onze kinderen gaan dood. Onze dierbaren verlaten ons. Onze carrières komen abrupt tot een einde. We verliezen ons geld, onze status, ons levensonderhoud, onze fysieke capaciteiten. Auto's en vliegtuigen crashen. Tsunami's vernietigen hele dorpen, steden. Meteoren, kometen, asteroïden botsen op de aarde en vernietigen hele soorten, misschien wel alle soorten op één dag. Onze prachtige plannen en filosofieën brokkelen af ​​tot stof. Grote leiders vallen van hun tronen. De grond gaat open en verzwelgt auto's, hele wegen, gebouwen. Triomf en tragedie zijn zo verdomd dichtbij, de sluier tussen leven en dood is zo dun. Soms slaat de realiteit van de chaos van de relatieve wereld, en ons ultieme gebrek aan controle erover, ons gewoon in het gezicht. Crisis schudt ons wakker uit onze droom "het gaat zo goed". Ongewenste pijn duwt ons naar de rand van onze capaciteiten. En we zijn volkomen verbijsterd, stomverbaasd, en kunnen geen enkele reden vinden voor deze plotselinge verandering, tragedie en verlies.

   “Waarom ik ?!”, huilen we.

   En onze kreet vervaagt in de uitgestrekte stilte en misschien is daar een antwoord in de echo en misschien is het mogelijk om alles vast te houden. Ja, allemaal. De hoop en de hopeloosheid. Het bekende en het onbekende. De pijn en het verlangen. De pijn en de wens voor het einde. Het probleem en het gebed om vernieuwing.

   Misschien is het mogelijk om al het leven in ons tedere hart te houden.

   In ieder geval voor een moment.

   In ieder geval voor de duur van de volgende… dierbare… adem.
 
   En dus blijf ik doorgaan. Ik blijf rouwen om het oude leven, de oude capaciteiten, de dingen die ik vroeger graag deed en die ik gewoon niet meer kan. (Anymore? Voor nu? Voor altijd? Weken, maanden, jaren? Ik weet het niet, en wie kan het zeker zeggen.)

   Voor nu heb ik momenten waarop ik kan zijn met ‘wat is’, en momenten waarop ik wil dat het allemaal weggaat.

   Momenten van "Namaste". Momenten van "F ** k This Sh * t".

   Momenten waarop ik een Boeddha ben. Momenten waarop ik een mini-Hitler voor mezelf ben.

   Momenten die ik sowieso nooit had verwacht.

   Momenten van een leven dat van moment tot moment wordt geleefd.

   Ik wilde dit met jullie allemaal delen.

   Niet om medelijden te vragen, maar om rauw en eerlijk en authentiek te zijn over wat ik doormaak, terwijl ik er doorheen ga. Ik heb het gevoel dat je nu niets minder van mij verdient dan de rauwe waarheid. Ik wil niet verbergen wat ik doormaak.

   En ik wil het beeld van de volkomen kalme, diep accepterende spirituele leraar verder verbrijzelen (ik heb er trouwens nog nooit een ontmoet). Degene die nooit lijdt. Degene die niet wordt geraakt door wereldse dingen en alles op zich neemt. Degene die de relatieve wereld heeft overstegen.

   Nee, ik vroeg om diep geraakt te worden door deze wereld, maar ik had nooit gedacht dat het me zo diep zou raken, op deze specifieke manier.

   Ik heb door veel leed heen gewerkt en veel trauma's in mijn leven ontrafeld, was bereid geweest om door vele zeer moeilijke gevoelsstaten heen te gaan, had zoveel instortingen en extatische doorbraken, genezende crises en vreugdevol ontwaken, kon zoveel leven vasthouden, maar dit ... dit is iets anders.

   Ik wilde al deze overwegingen met u delen in de hoop dat sommigen van u het zullen kunnen vertellen, dat sommige van mijn woorden u daarbuiten troost of genezing of warmte of moed zullen brengen. Dat u eraan zult worden herinnerd dat u niet de enige bent in uw pijn en verwarring en hartzeer, en dat veel van uw broers en zussen op dit moment hun eigen vernietiging doormaken. Het verbrijzelen zal ons uiteindelijk allemaal overkomen; niemand van ons wordt gespaard, hoe ‘ontwaakt’ of ‘genezen’ we ons ook voorstellen.

   Ik bid tot grote en mysterieuze krachten dat we allemaal nederig en sterker door deze tijd komen.

   En, als ik eerlijk ben ... ik hoop oprecht dat ik zelf deze specifieke uitdaging kan overleven.

   Soms vraag ik me af of ik de moed of de kracht heb om door dit lichamelijke ongemak heen te blijven gaan, deze verpletterende nieuwe fysieke beperkingen en de desoriënterende cognitieve mist die deze toestand met zich meebrengt - de verwarring, de problemen met planning, focus, aandacht, verlies van kortetermijngeheugen.

   Ik twijfel aan mijn eigen vermogen om dit soort verwoestingen op dit punt in mijn leven het hoofd te bieden.

   Ik weet dat ik niet zo moedig ben als sommigen van jullie.

   Ik weet niet wat mij te wachten staat op de weg van mijn leven.

   Hoe kunnen we het ooit weten.
 
   Maakt dit alles mij tot een ‘fraudeur’? Een mislukte spirituele leraar?

   Kan zijn. Misschien niet.

   Ik denk niet dat het er helemaal toe doet.

   Misschien maakt het me menselijker, meer geworteld in het bloed en de modder en het vlees en de pijn van het sterfelijke, wereldse bestaan, en dat is veel kostbaarder en reëler dan welke andere prijs dan ook ... zelfs als ik niet slaag voor deze test (en er is geen mislukking in de liefde, en hoe dan ook geen test.)
 
   Ja, dit is geen test en dus kan ik - wij - niet falen.

   Ik houd jullie allemaal in mijn hart, jullie die jezelf op dezelfde vreemde plek bevinden als ik.

   Zeg het nu met mij:

   'Namaste. F ** k this sh * t! "