Populaire berichten

maandag 28 november 2022

Feiten - Wolter Keers

Feiten – Wolter Keers (met dank aan Jan Koehoorn)
Feit 1: Gedachten verschijnen volkomen moeiteloos in Bewustzijn. Of, anders gezegd: Bewustzijn neemt een ogenblik moeiteloos de vorm aan van een olifant, een giraffe, of welk ander bekend object dan ook.
Feit 2: Zo'n voorstelling, en elke andere gedachte, is niets anders dan een beweging in en van Bewustzijn. Ze verschijnt moeiteloos, laat zich enkele tellen waarnemen, en verdwijnt dan weer om plaats te maken voor een volgende voorstelling.
Feit 3: Het terrein van onze aandacht wordt maar gevuld door één gedachte tegelijk. Gedachte A moet verdwenen zijn, wil gedachte B op het scherm kunnen verschijnen.
Feit 4: De voorstelling "olifant" verscheen moeiteloos, zonder dat daar tegelijk een tweede gedachte bij verscheen, dat er een "ik" was die de olifant bedacht. Wanneer ik beweer dat "ik" gedacht heb aan een olifant, is dat een tweede gedachte, die pas kan verschijnen als de eerste gedachte, het beest met de slurf, is verdwenen. Met andere woorden: dat "ik" wordt pas na afloop van een bepaalde gedachte aan zo'n afgelopen gedachte vastgeprikt, en dat ten onrechte. Want het is duidelijk te zien dat dit "ik" niet aanwezig was bij het verschijnen van de olifant. De olifant, met andere woorden, was niet het product van het "ik", dat er helemaal niet bij was. Waaruit volgt:
Feit 5: Gedachten verschijnen niet in een ik, maar in Bewustzijn.
Feit 6: Dat "ik" is zelf een gedachte. Bij scherp kijken blijkt het dat wanneer er een "denker" in Bewustzijn verschijnt, die denker zelf niets meer en niets minder is dan een gedachte. En de ene gedachte verschijnt niet in de andere : elke gedachte verschijnt in deze bewuste aandacht die ik volkomen moeiteloos ben.
Feit 7: Die denker is een gedachte, die ten onrechte wordt aangezien voor "ik". Zelfs de gedachte "ik" is niet meer dan een gedachte, die maar af en toe eens verschijnt: terwijl de olifant op het scherm verscheen, was er geen spoor van dat "ik" te ontdekken. Er waren toen twee dingen: het plaatje genaamd "olifant", en de Helderheid, Bewustzijn, de Kennende Tegenwoordigheid, waarin dat plaatje verscheen, en waaruit het zich in feite vormde.
Feit 8: Wat ik ben, is niet iets dat af en toe eens verschijnt, onverschillig of het gaat om de gedachte "olifant" of om de gedachte "ik". Wat ik wel ben, is dit heldere bewuste, aandachtige Tegenwoordig Zijn, waarin eerst het ene, toen het andere plaatje verscheen.
Zo werpen we in de meditatie even een blik op het denken, en we nemen nota van enkele feiten. Scherper, anders kijkend dan we gewoon zijn, ontdekken we allerlei heel simpele zaken, waar we vermoedelijk tot nu toe steeds aan voorbij gelopen waren. De belangrijkste van deze ontdekkingen zijn het feit dat ik niet bepaalde voorstellingen ben, ook al noem ik die "ik" en het feit dat ik wél deze moeiteloze, heldere Tegenwoordigheid ben, van waar ik kijk naar deze verschijnende en verdwijnende beelden, woorden en gevoelens. Niet allerlei voorbijflitsende gedachten; wél de helderheid waarin ze verschijnen.
Na deze ontdekkingen of herontdekkingen kunnen we onze aandacht richten op het lichaam. Beter: op het waarnemen van een serie indrukken die we het lichaam noemen. Doordat we naakt zitten en misschien in de kleermakerszit, kunnen er enkele elementen zijn die ons komen lastig vallen. Zo zijn we gewend, met kleren aan te leven, en naakt zijn wordt daardoor al heel gauw geassocieerd met seksualiteit. Wie merkt dat het naakt-zijn hem of haar prikkelt, hoeft zich daar niet ongerust over te maken: hij/zij kan daar precies zo nota van nemen als zo-even van de verschijnende olifant.
Als we "mijn lichaam" zeggen, wat bedoelen we dan precies ? Al "kijkend" ontdekken we dan bijvoorbeeld:
Feit 8: Meestal nemen we maar een klein stukje van het lichaam waar; hoogst zelden het geheel. Sprekend of terloops denkend over "mijn lichaam", komt er maar een vage voorstelling in het denken, een handjevol herinnering, zelden de levende ervaring van het lichaam zoals dat zich nu, op dit ogenblik als heldere waarneming aanbiedt. Als we over "mijn lichaam" spreken, spreken we over iets dat tot begrip is geworden.
Feit 9: Wanneer we onze aandacht welbewust op het waarnemen van het lichaam richten, ontdekken we dat ook het lichaam bestaat uit een serie waarnemingen die verschijnen in Bewustzijn. Net als de waarneming van de olifant in feite bestond uit niets anders dan uit Bewustzijn waar dat plaatje in verscheen, bestaat ook de waarneming waarin het lichaam verschijnt uit niets anders dan ditzelfde Bewustzijn. Voor ieder van ons bestaat de olifant pas wanneer hij in Bewustzijn verschijnt ; en precies hetzelfde geldt voor het lichaam. Wie een spannend boek zit te lezen ervaart op dat ogenblik geen lichaam. Dit leidt ons, als we helder aanwezig blijven in het waarnemen, tot de ontdekking van:
Feit 10: We zijn altijd, en volkomen moeiteloos, deze heldere Kennendheid. Daarin verschijnt nu eens een beweging die we "olifant" noemen, dan weer een beweging die we arm of been of buik of prikkeling of hoofd noemen, Wat de ervaring van ieder van ons betreft, bestaat zowel de olifant als het lichaam pas op het ogenblik dat zij verschijnen in deze Helderheid die we zijn. Daarbij valt het op, dat we op zo'n ogenblik geneigd zijn om met volledige overgave te geloven dat we een aantal van die verschijnende dingen zijn, althans tijdens de momenten waarop ze verschijnen. Ik ben misschien niet mijn arm of mijn heen, want ik besef wel dat ik nog zou bestaan zonder arm of been; maar zonder lichaam wordt dat al heel moeilijk. Het lichaam voelt ieder van ons aan als "ik", en precies datzelfde geldt voor bepaalde gedachten: wanneer de gedachte "denker" in Bewustzijn verschijnt, ben ik er op dat ogenblik diep van overtuigd dat ik denker ben. Verschijnt "lichaam" dan ben ik er op dat ogenblik even diep van overtuigd dat ik dat lichaam ben. En verschijnt tijdens de droom Napoleon, dan ben ik er net zo diep van overtuigd dat ik die ben.
Bij heel scherp kijken wordt het duidelijk hoe dat in z'n werk gaat: er verschijnt (in de wakende toestand) een bepaald beeld waarvan me ooit is verteld dat ik dat ben. Er is mij als kind vermanend verteld dat ik moet denken voordat ik iets zeg. De conclusie is geweest dat ik dus een denker ben. Nu verschijnt die voorstelling - meestal is die zo automatisch geworden dat we kunnen spreken van een reflex - en onmiddellijk kruip ik in dat plaatje, en beschouw mezelf als die gedachte, de heer Denker. De waarneming genaamd 'lichaam' verschijnt, en automatisch spring ik erin, en zeg dat ik mager ben of dik, gezond of ziek, lang of klein, blank of bruin. Maar met de ontdekking dat ik niet al die verschijnende dingen ben, maar die Tegenwoordigheid waar ze in verschijnen en uit bestaan, wordt het al duidelijk dat ik noch denker noch lichaam ben. Ik ben ook, als het lichaam “Napoleon” er is en door mij "ik" wordt genoemd, en dit lichaam uit de wakende toestand nergens te bekennen valt. Ik ben er zelfs, wanneer noch het lichaam uit de wakende toestand, noch dat uit de droom aanwezig is, zoals tijdens de diepe, droomloze slaap.
Het belangrijke in de meditatie is, dat we ons al kijkende losmaken van de overtuiging dat we allerlei, elkaar opvolgende waargenomen dingen zijn, zoals lichaam, denker, huisvrouw, zoon, fietser of luisteraar.
Het wordt steeds duidelijker, dat ikzelf de stille, bewuste "kern" ben, de toeschouwer, waarin de activiteiten van het lichaam, van de zintuigen, van denken en voelen, van de wakende toestand en de droom, zich komen laten waarnemen, zonder dat ik daar iets voor hoef te doen. Er is alleen sprake van inspanning, wanneer ik een beeld inspring, en me verweef met bijvoorbeeld het lichaam. Dan moet ik een zware emmer tillen, of ben ik moe na een lange reis. Maar wanneer ik mij opstel als waarnemer, trekt het tillende lichaam, de moede schouders na enkele uren autorijden, en heel het panorama van de gebeurtenissen in en rond een lichaam als een film aan me voorbij. Het wordt duidelijk dat het lichaam actief is, net als het denken en voelen, maar dat die activiteiten niet echt een "ik" betreffen. Ik ben en blijf onveranderlijk en moeiteloos de waarnemer, niet alleen van de activiteiten van het lichaam, maar van alle dingen die verschijnen en na enkele ogenblikken weer verdwijnen in en uit Bewustzijn. Zo ook:
Feit 11: Ook het functioneren van de zintuigen is, telkens, één voor één, een beweging in het bewuste Licht waarin dit plaatsvindt. Is de aandacht er niet, dan functioneert het zintuig niet. Lees ik dit aandachtig, dan zijn er geen geluiden van het verkeer dat langs het huis rijdt - en passant zij daar iets heel belangrijks bij opgemerkt : er is ook geen gewaarwording van de afwezigheid van deze verkeersgeluiden: enkel de aanwezigheid van het lezen van deze tekst!
Feit 12: Wat wij de wereld noemen is niets anders dan waarneming in de geest van zintuigelijke beelden die het geheugen tot een tijdelijke eenheid projecteert. We lezen nooit een hele zin tegelijk, telkens een of enkele woorden - maar het geheugen maakt er, als we bij het laatste woord zijn aangekomen, een geheel van, en dan zegt de reflex in ons eventueel: Ik heb die zin gelezen.
Feit 13: Als we steeds duidelijker nota nemen van het feit dat we niet een lichaam, niet het functioneren van de zintuigen, van het geheugen en het denken en voelen zijn, maar altijd volkomen moeiteloos hun waarnemer, wordt het zonneklaar dat wij waarnemer zijn van de bewegingen die we vaak zien als tijd. Met andere woorden, als er een manier van denken verschijnt die we de "tijd" noemen, verschijnt die in ons. Wij zijn niet een wezen dat gebonden is door de tijd : de tijd is een manier van denken in ons.
Feit 14: De tijd ontstaat doordat de optische illusie van het geheugen gelijktijdigheid projecteert op dingen die nooit gelijktijdig kunnen zijn: het projecteert duur waar geen duur kan bestaan. Dit lijdt tot de illusie van een durende persoonlijkheid. Het verlengstuk van deze geheugenproductie is een durende wereld. Zie ik dat ik de waarnemer ben van dit gebeuren, dan blijkt ook dat er geen durende persoonlijkheid is, en daarmee verdwijnt ook de duur die op "de wereld" werd geprojecteerd. Van dat ogenblik zien we dat wat we de "wereld" noemen, iets is, een beweging in Bewustzijn, dat enerzijds voor zijn verschijnen volkomen afhankelijk is van dit bewustzijn; zich anderzijds geheel voltrekt binnen Bewustzijn. De wereld is een serie bewegingen die zich voltrekt binnen mij. Ik ben niet iemand die in de wereld leeft.
Feit 15: Wanneer er een beweging in Bewustzijn verschijnt, neemt de Bewuste Tegenwoordigheid die we zijn, tijdelijk de vorm aan van waarnemer. Verdwijnt de beweging, dan verdwijnt de waarnemer. Verdwijnt de waarnemer, dan verdwijnt de wereld. De wereld (met inbegrip van de stukken die we "ik" noemen) en de waarnemer zijn van elkaar afhankelijk. De wereld hangt voor zijn verschijnen af van de waarnemer, en omgekeerd. Maar bij het verdwijnen van de waarnemer blijft niet niets over, maar deze Helderheid die we altijd moeiteloos zijn. Deze Helderheid is van niets afhankelijk. Alleen zij maakt het mogelijk dat waarnemer en wereld verschijnen. Zijn ze er niet, dan wordt deze Helderheid daar op geen enkele wijze door beïnvloed. Zijn ze er wel, dan wordt deze Helderheid daardoor evenmin beïnvloed. Ashtavakra, de grote Guru, zegt tegen zijn leerling Koning Janaka: "You are the One, Pure Consicousness. Nothing can leave an impression on you". ("Jij bent dit éne, heldere, onvermengde Bewuste Zijn. Niets kan een spoor in je achterlaten".)
Sporen lijken alleen achter te blijven wanneer er verweving is met het een of andere object dat wij projecteren in tijd en ruimte : daarmee komt de optische illusie tot stand die wij het geheugen noemen, en die ons doet geloven dat een gedachte die nu verschijnt, in werkelijkheid iets zou zijn of vertegenwoordigen dat wij het "verleden" noemen.
Kijkend naar de bewegingen zien wij, dat een gedachte of een waarneming die is afgelopen, heeft opgehouden te bestaan - met andere woorden dat er niet zoiets bestaat als het verleden.
Wie meent dat hij gebonden is, denkt dat een fantasie die hij niet is (de persoonlijkheid) wordt gebonden door iets wat niet bestaat (het verleden).
Het volkomen helder doorzien van deze illusie lijdt onmiddellijk tot de herkenning van de vrijheid die wij zijn, en daarmee tot wat "bevrijding" wordt genoemd.
Maar in feite heeft er nooit iemand bestaan die gebonden was, en daarom is er ook niemand die wordt bevrijd. Alleen de illusie houdt op dat ik allerlei dingen ben die verschijnen in tijd en ruimte.
Aan het eind, gaat de meditatie over in niet-meditatie: in de herkenning dat alle dingen die wij kennen verschijnen in de éne Helderheid die wij zelf zijn. Zijn er vormen, dan bestaan die vormen uit Dat, wat wij zijn. Zijn er geen vormen, dan is er alleen dit Licht dat wij zijn.
Zo zien we altijd en overal niets anders dan wat we zijn. Dat is de ervaring die we vrijheid noemen. En dat is de betekenis van de uitspraak dat de verlichte de hele dag doorbrengt in de contemplatie van het Zelf : hij weet, als geleefde Ervaring, dat er niets anders bestaat.

Dhamma heeft slechts één smaak door Guy E. Dubois

Guy – Dhamma heeft slechts één smaak
27 november 2022 door Guy E. Dubois 

De Boeddha in de Anguttara Nikaya:

‘Net zoals de oceaan slechts één smaak heeft, de smaak van zout, zo heeft mijn Leer slechts één smaak: de smaak van bevrijding.’

Theravada, Mahayana, Vajrayana en Navayana zijn niet aan elkaar tegengesteld. Elke divergentie is slecht begrepen mensenwerk. Dhamma laat zich niet opdelen in verscheidenheid. Elke dualiteit is een halsmisdrijf. Alles is één.

Finaal wordt elke discrepantie die tussen de verschillende stromingen ‘zou’ bestaan, door een ervaren dhammanuvatti, op experiëntieel niveau compleet uitgevlakt.

Alle boeddhistische stromingen, tradities en lineages zijn slechts voertuigen (P. yana’s), hulpmiddelen (P. upaya’s) tot bevrijding. Maar ze zijn Dhamma niet. Loop dus niet in de sektarische val. Richt je blik op bevrijding. Niet op subsidiaire kenmerken. Niet op interpretaties. Niet op structuren die rond en op deze interpretaties zijn gebouwd. En zeker niet op overkoepelende structuren die het geheel helemaal wollig en mistig maken.

Delen is rijkdom

Uit: Dansen met je Ego van Sanatan de Jongh Swemer

Tekening van Ardan

Je hebt geleerd dat je bij je geboorte geen Ego had en geen zelfbeeld, maar je was er wel. Je hebt gezien dat kort na je geboorte je Ego langzamerhand werd gevormd door het krijgen van identiteiten en etiketten. Sommigen voor je hele leven en anderen vluchtig als een vliegende gedachte of passerend gevoel. Dat bij al die identiteiten rollen passen, waarvan de meesten steeds wisselen.

Er wordt je geleerd dat je al die identiteiten inderdaad bent. Allemaal kleine ‘ikjes’, die zijn als grote en kleine jassen en jasjes aan een kapstok, die je voortdurend aan- en uittrekt. Dat roept de vraag op wie of wat de kapstok is.

De kapstok is wie je al was voordat al die identiteiten en etiketten je werden opgeplakt. Dat we voor het gemak het grote IK noemen. Zo werd je duidelijk hoe je Ego ontstond en hoe het kon groeien.

Er werd je geleerd dat je je lichaam bent. Maar je hebt gezien dat dat niet kan, want je lichaam heeft zich voortdurend veranderd en vernieuwd, terwijl jij steeds jij was die in de spiegel keek.

Inmiddels weet je dat je ook niet je gedachten, meningen, overtuigingen, gevoelens en emoties bent. Ze komen langs, veranderen voortdurend en verdwijnen weer, terwijl jij er nog steeds bent.

Je hebt ingezien dat het totaal van al je identiteiten je Ego vormt. Dat je je Ego nodig hebt om te kunnen navigeren in de maatschappij en je cultuur. Dat het je gereedschap is om te leven en te overleven op deze planeet.

Maar dat je het niet bent.

Je hebt begrepen dat het geloof, dat je al die identiteiten en bijbehorende rollen zou zijn, je kwetsbaar maakt. Dat je daarmee gemanipuleerd kan worden tot acties die je anders niet zou doen.

Het is duidelijk geworden dat je beleving dat je je Ego bent geen werkelijkheid is. Dat je Ego het grootste bijgeloof kunt noemen. Met voorbeelden heb je gezien hoe je Ego je kan manipuleren met kritiek en complimenten, het vergelijken met anderen, het onderdrukken van emoties en hoe verwachtingen tot teleurstellingen kunnen leiden.

Je hebt gezien dat het inzicht dat je niet al die kleine ikjes bent, maar grote IK, kan leiden tot een stiltepunt in jezelf waar een permanente diepe innerlijke harmonie is.

Dat met de avontuurlijke reis naar een groeiend bewustzijn, dit stiltepunt steeds groter kan worden. Dat daar je levenskracht zit.

Wanneer je leeft vanuit je stiltepunt, leef je vanuit kracht en kan je dansen met je Ego, zonder dat je er door gemanipuleerd wordt. Je wordt steeds minder kwetsbaar en blijft in je kracht. Je merkt dat je ook minder meegaat met de waan van de dag of de paniek van het moment, omdat iets in je onbeweeglijk stil blijft.

Mensen om je heen gaan merken dat je rust uitstraalt en in je kracht bent. Een rots in de branding.

Je bent een vrij mens.

Met voortschrijdend inzicht zie je steeds meer dat niet alleen jij in essentie grote IK bent, maar alles om je heen, de hele schepping voortkomt uit dezelfde grote IK en dat de vele vormen van de schepping slechts ko[1]men en gaan. Dat de hele schepping veranderlijk en vergankelijk is.

Dat IK de grote verbindende factor is en zelf geen vorm of identiteit heeft. Langzaam maar zeker begint het te dagen en ervaar je, dat IK niets anders is dan Liefde en de schepping vanuit die bron een voortdurende manifestatie is van wonderen: sterren en planeten, oceanen en rivieren, bergen en vlaktes, planten en bomen, dieren en mensen.

Vanwege die verbondenheid door IK ga je zien dat alles en iedereen familie van je is. De hele schepping is een grote familie waar je deel van bent. Hieruit ontstaat een steeds grotere compassie voor alles wat is. Meer en meer ervaar je dat alles een wonderlijke manifestatie is. Je kan je dan weer verwonderen zoals een kind dat kan.

Je realiseert je dat de schepping uit tegenstellingen bestaat. Geen wit zonder zwart, geen licht zonder donker, geen goed zonder kwaad. Je herkent dat elk mens, ook jij, goed en kwaad in zich heeft. Het is de dualiteit die het leven op deze planeet spannend en avontuurlijk maakt.

Je weet dat de meest extreme vorm van dualiteit oorlog is. Maar ook dat aan elke oorlog een einde komt en dat alleen Liefde die dualiteit kan overstijgen.

Liefde overstijgt alle dualiteit.

Deze tekst is afkomstig uit het boek van Sanatan de Jongh Swemer, Dansen met je Ego. Copyright © 2021 Sanatan de Jongh Swemer (tekst en tekeningen) en voor deze uitgave Boekencoöperatie Nederland U.A. Een uitgave van Artscience, onderdeel van de Boekencoöperatie Omslag, opmaak: Ewout Storm van Leeuwen.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
boekcoop@gmail.com
www.boekencooperatie.nl
ISBN 9789492079541 (papieren boek)
ISBN 9789492079558 (e-boek)

zondag 27 november 2022

Het lied van de lege leer27 november 2022 door Hans van Dam

Het lied van de lege leer

Ik zing het nog een laatste keer.

Kom, laat dat malle masker neer

VERLIES JE IN DE LEGE LEER

Geen welles en geen nietes meer

VERLAAT JE OP DE LEGE LEER

Vergeet je trots, vergeet je eer

VERSCHUIL JE IN DE LEGE LEER

En doet je denken toch nog zeer

ONTSPAN JE IN DE LEGE LEER

Dan neemt dit lied ineens een keer

Laat ook je laatste masker neer

Word lichter dan een donzen veer

ONTDOE JE VAN DE LEGE LEER

Sloopkogel die stukken uit een stenen agnosticon slaat.

woensdag 23 november 2022

The emperor wears no clothes (Wouter van Oord)


The emperor wears no clothes. 

According to the late  Jean Klein, listening and Consciousness are not in the brain, and what You truly are IS the very 'I Am' that underlies the totality of the appearance.
This hardcore dogma echoos on in Klein's massive  advaita  teaching.
Klein says that it is important to be really, radically aware of how 'you' feel when 'your brain' is free from all representation. 
Whithin  that awareness 'You' are nowhere, there is no centre there, there are no boundaries, there is only infinite space, 'You' are that space! 
'You' have to live with it and not leave it an intellectual understanding. 
In that premisse' You' remain as what 'You' really are, by using higher reasoning,
an intuitive glimpse, which is NOT in the brain. 
Klein says: "Answers to questions never come from the brain! 
Listening is the key! 'You' are That! 
Feel yourself in the answer as the real freedom!" 
That sounds pretty solid, ain't it?!
In the deepest sense  this is perfectly true, but the question remains: 'is what is called' Consciousness' this very freedom?!' 
It needs a lot of fearless gut to stand up to that dogma!
No one, including every guru that ever lived, has ever known what's going on or what anything is!!! 
Be honest! What do you really know for sure?! 
That you are alive?! 
Even that you do not know for sure!!! 
You do not know whether you are dead or alive! 
You cannot tell the difference! 
I have great respect for Jean Klein, he's been one of my favorites throughout what is supposed to be 'my search for truth". 
I have attended several of his  discourses. 
He was a beautiful charismatic man. 
But I had to let him go. 
At the end of the search his message ended up on one of my dusty bookshelves sitting among the lot of his lookalikes. 
Swallowing all the variaties of advaita stuff for many years made me puke in the end, a massive nausea overwhelmed me and became a choking stranglehold, a massive  psychedelic blackout dressed up as death. 
Grasping for breath I 
struggled in strangle fear bardos and dared surface again, there  was however no despair, but just a non-dramatic conduct of survival that washed me up again, suspended between no thing and nothing at all. 
I am no thing and not even that! 
The dream of 'me' is the brain's objectified hallucination, which in itself is the greatest wonder.
It is a nuclear universe aware of being aware in nondual mode, so to speak! 
A conjuring. 
A paradox. 
There is no 'ego' to erase on a worldly stage. 
Ramana's claims are useless here. 
Ramana danced with his pet cow untill it died! 
There's just nothing significant in the dream of life!
Whatever is believed  appears as reality. 
Its all imagination. 
Elusively obviouss. 
No one is right or wrong in what is conjured up as virtual eyelid movies. 
Jean Klein's description of being nothing in particular remains a beautiful milestone in the dream of life. 
Ramana stars  forever too, like diamonds do. 
I have nothing against that. 
Why would I?! 
I have no say! 
Mountains are mountains, rivers are rivers. 
Yet there are no mountains and rivers! 
Nothing is herenow! 
This is not the Love you think it is!
'We' don't end up in the heavens! 
There's nothing going on. 
The brain is God and no one sits with it. 
Whatever the gurus have been trying to convey as truth throughout the ages 
is all about the brain's nullity. 
That is what has always being sought. 
It's point Zero! 
'Consciousness' makes believe it can live there
forever as King on a throne, naked, without clothes! 
Nothing is farther from the truth. 
There is no truth! 
All there is, is precious life! 
For no one. 
Call that freedom if you like. 

Wouter van Oord.

vrijdag 18 november 2022

Bhagavad Gita, hoofdstuk 1 tot 18, voorgelezen in het Nederlands


Om de eerste 18 hoofdstukken te horen kunt u op de onderstaande link drukken 

Gratis 2 maanden meditaties via goede Nederlandse App

Deze app, House of Deeprelax, kan je 2 maanden gratis uitproberen. En ik vind het zelf een prima app en gebruik hem zelf. Geen automatische verlenging. Let op het is nu 18 november 2022. 


woensdag 2 november 2022

Wie ben je? Animatie van Paul Smit

In deze leuke animatie legt Paul Smit uit wie we niet zijn. 


Blijf dus bij jezelf als oneindig vrije sfeer, Douwe Tiemersma

Vraag:
Ik merk vaak dat ik probeer dingen en gedachten te verbeteren om ze overeen te laten komen met mijn doelen en wensen, zodat ze beter bij mij passen.

Antwoord:
Dat gebeurt vaak: je bent bezig in je werk of waar dan ook en je vindt dat het toch iets anders moet gaan, op een wijze die beter bij je past of wenselijker is. Die situatie is altijd een mix, een mengsel van het één en het ander. Allereerst is er een ruimer bewustzijn, een besef van iets dat beter en authentieker is dan wat er nu is. Ten tweede koppel je dat besef al gauw aan allerlei concrete doeleinden in de wereld en in je leven. Daar ga je dan achteraan gaan met alle spanning die daarin zit.
Zo kun je je eigen spirituele pad bekijken. Elk pad begint met een duale situatie waarin een persoon denkt dat hij door een pad te begaan iets kan bereiken. ‘Ik ga mijn leven iets meer aanpassen aan wat ik voor mezelf als meer authentiek ervaar.’ Het positieve is dus dat daarin al een besef zit van het authentieke waar het werkelijk om gaat en dat er de wens is dat te verwerkelijken. Natuurlijk ken je dat, want dat ben je zelf, hoewel nog niet echt bewust. Als je dat authentieke in bepaalde condities blijft projecteren, merk je dat je niet veel opschiet en zelfs vast komt te zitten. Het is dus het beste om zo snel mogelijk door te hebben wat nu je werkelijke impuls is, je werkelijke verlangen, de werkelijke authenticiteit. Die gaat verder en is dichterbij dan wat je ook maar zou kunnen bedenken. Ga dus in je situatie opnieuw kijken en blijf trouw aan je besef en impuls van het begin. Daarin zit al iets van dat oneindige. Als je bewust blijft bij ‘dat wat meer bij je past’, dan krijg je daarin een bepaalde ontwikkeling waarin de beperkingen verdwijnen en die doorgaat tot de oneindige openheid.
Als dat plaatsvindt, blijkt het leven dat er dan nog is, zich op de beste wijze te ordenen, hoe het ook gaat. Principieel is daar geen zorg meer voor; dus het is vrij.
Als het zelf-zijn zijn eigen aard van vrijheid herkent, wordt niet alleen het zelf-zijn maar daarmee alles bevrijd. Je hele leven komt vrij, je claims op andere mensen komen vrij. Dus je laat de anderen vrij.
Blijf dus bij jezelf als oneindig vrije sfeer. Heel helder. Als je die helder vaststelt, dan is er ook meteen intern het weten: dit is goed.