Populaire berichten

donderdag 27 april 2023

Jan Geurtz en Paul Smit over verschillen tussen Advaita en Dzogchen Boeddhisme...

In eerdere ontmoetingen hadden de heren al ontdekt dat er weinig verschillen zijn. Nu gaan ze op zoek naar de verschillen.
Om te luisteren klik hier.

dinsdag 4 april 2023

Er is alleen maar dit, april 2023, Elisabeth Wolf

Er is alleen maar dit
3 april 2023
Vrijwel iedere zentraining begint met een simpele instructie over de houding van zazen, van ‘alleen maar zitten’, in oud verbasterd Chinees-Japans, shikantaza. Ik hoor nog de stem van mijn eerste leraar Nico Tydeman die de zitinstructie altijd afsloot met de regel: ’Niets veranderen, niets verbeteren; er is alleen maar dit’ en dan klonk de gong voor de eerste meditatieperiode. De allereerste keer dat ik bij toeval op een kussen zat, gaf direct een gevoel van thuiskomen. Intuïtief wist ik de ‘sleutel’ in handen te hebben voor m’n verdere leven, het zoeken was voorbij, het gaf een immens gevoel van vertrouwen. Eenmaal met de zentraining begonnen, bleef ik me desondanks keer op keer afvragen wat de bedoeling van dit ‘alleen maar zitten’ was. Het kwam niet in mij op om een link te leggen met boeddhanatuur of ‘schat’ in ons, waarover het in de dharmalessen ging. Zitten bleef een raadsel tot het moment dat de diepere betekenis van dat kleine zinnetje ‘er is alleen maar dit’ doordrong. In het zitten zelf, op het kussen brengen we onze ware-boeddhanatuur al tot uitdrukking. Geen doel, er is alleen maar dit; we zitten met een ‘don’t know mind’ met een ‘try, try, try mind’, zoals de Koreaanse zenmeester Seun Sahn (1927-2004) keer op keer benadrukte.

Generaties van zenmeesters hebben ons dat voorgehouden: zoek het niet buiten je; de boeddhanatuur krijg je bij je geboorte mee. De ongeboren geest is er altijd al, zegt Bankei (1622-1693), maar we zien het niet en blijven het maar buiten ons zoeken. Ch’anmeester Lin Chi (?-866), die leefde in de bloeitijd van Ch’an, befaamd om zijn stevige aanpak, legde er de nadruk op: “Als je wilt wandelen, ga dan wandelen. Als je wilt zitten, ga dan zitten, maar haal het niet in je hoofd om het ‘boeddhaschap’ te zoeken.” Dat gaat je niet lukken. Hij spreekt de monniken rechtstreeks toe met de woorden: “Volgers van de weg, domme kaalkoppen, jullie rennen maar rond op zoek naar het ene, maar jullie zijn niet verschillend van de Boeddha en de patriarchen. Jullie geloven dat niet en blijven maar rondrennen en het buiten jezelf zoeken. Maak die vergissing toch niet. Er is geen Dharma (Leer) buiten je. Zelfs wat in je is kan niet gevat worden“ (NNNN). Het blijft een mysterie.

Zenbeoefening van ‘alleen maar zitten’ en niet iets doen roept vragen op. Ook bij Zuster Elisabeth Dinnissen, die in 2002 transmissie kreeg van Ton Lathouwers, ze overleed in 2021. In de laatste jaren van haar leven kwam ik bij haar op bezoek. Zij vertelt in een van haar boeken[1], dat toen zij zich eens op het kussen verveelde, ze aan Pater Lasalle, haar leraar vroeg, of ze dan kon bidden. Hij antwoordde: “Ah, Sie wollen etwas zu naschen haben?” Afleiding willen hebben, iets te doen willen hebben op het kussen. Het is moeilijk de stilte in te gaan, want het confronteert ons met de lichte maar ook met de donkere kanten van onszelf. Het is een uitdaging om zonder houvast te zitten zonder iets te doen en geen grond te hebben om op te staan. Het is niet voor niks dat seculiere zentakken aanhangers blij maken met de schematisch aangeboden gouden bergen die op de korte termijn worden beloofd van betere concentratie, betere slaap, duurzaam geluk, enzovoorts. Het zijn de dingen die het ego nastreeft en we willen die dingen natuurlijk allemaal! In shikantaza beschouwen we dit als bijvangst, want het ‘familiejuweel’, zoals Ton Lathouwers altijd zegt, komt nooit via de geopende poorten op ons toe. We weten het niet. Juist dit niet weten met aan de andere kant, groot vertrouwen, is de kern van alleen maar zitten. We zitten met een lege geest, streven niet iets na, er is alleen maar dit, alleen maar zitten. We kunnen het niet invullen, we wachten en waken en alleen dan kan er een andere dimensie van de Werkelijkheid opengaan, die alleen te benaderen is met een don’t know mind. ‘Denk het niet denken’, zegt Dōgen, het hart van de beoefening is ’het zelf’ vergeten:

‘De boeddhaweg bestuderen is het zelf bestuderen.
Het zelf bestuderen is het zelf vergeten.
Het zelf vergeten is één worden met de tienduizend dingen.
Lichaam en geest vallen weg, geen spoor van verlichting.’

Als we het zelf vergeten vallen dualiteiten weg, worden we één met wat is in een tijdloze ruimte; nergens meer een ‘ik’ te bespeuren. In de meditatie leggen we de verbinding met de zijnsgrond van ons bestaan, het is een innerlijke reis naar de hartgeest, naar de schat die wij in ons dragen. “Iedereen draagt iets kostbaars in zich dat in niemand anders te vinden is. Dat te vinden is je weg.” Het is een beeld van Martin Buber uit de Joodse traditie; in de zentaal noemen we dit onze ware natuur of oorspronkelijk gelaat. Kardinaal Newman biedt een perspectief dat hierop doorborduurt: “In de tijdelijkheid van ons bestaan op de weg die we gaan, groeien wij in ons leven naar een voltooiing of zelfverwerkelijking toe.” Voor de Britse kardinaal Newman (1801-1890), die door Zr. Elisabeth Dinnissen in Brugjes naar de diepte wordt aangehaald (2011, 22) is tijd vergankelijkheid, maar tijd is tegelijk ook ‘de grote matrix en moederschoot, waarin alles tot rijping komt en langzaam naar een voltooiing toegroeit’. Dat geldt voor het hele universum, de mensheid, de Openbaringen of Apokalyps, waar geschreven staat, dat aan het einde der tijden iedereen een steentje in de hand krijgt met een tekst, die alleen voor jou en de Eeuwige zichtbaar is. De tekst onthult wie jij ten diepste bent. Ik sprak met een moslim die dit beeld ook kende.

Het beeld van een oerbaarmoeder komt in de boeddhistische traditie in de Tathāgatagarbha soetra voor. Het betekent: baarmoeder van de aldus gekomene, waarmee de Boeddha wordt geduid. De soetra stamt uit de beginperiode van de Mahayana traditie rond het jaar 100 in India. De doctrine van de tathāgatagarbha is gebaseerd op de idee dat er in de grote oerbaarmoeder doorlopend kleine boeddha’s in aanleg wachten om geboren te worden. Daar stamt de idee vanaf dat alle levende wezens vanaf de geboorte de boeddhanatuur hebben. De oerbaarmoeder is de ongeboren en onvergankelijke hartgeest, oorsprong van alle ontstaan en vergaan. Het is één grote in beweging zijnde eenheid in ruimte-tijd, die zich voortdurend opsplitst in nieuwe vormen, die aan het einde van hun levenscyclus terugkeren naar de eenheid; het is een doorlopende circulaire beweging in ruimte-tijd, mysterie van geboorte-dood.

Wat Newman over de tijdelijkheid zegt is dat er in ons leven tegelijkertijd in de tijd iets groters gaande is, waarmee wij in verbinding staan. Door de stilte in te gaan, nemen wij deel aan de ‘wording’ van het ontwakende bewustzijn, zoals hij dat noemt, van het gehele universum. Wij boeddhanaturen op het kussen en tegelijk boeddhanatuurt het hele universum met ons mee, hoorde ik André van der Braak ooit zeggen. Tijdelijkheid krijgt een positieve waarde, want de mens is meer dan een tijdelijke vorm in die onmetelijke ontwikkeling van het totale universum.

We zijn tijdelijkheid in de eeuwigheid en eeuwigheid in de tijdelijkheid. Door de stilte in te gaan en ‘alleen maar te zitten’ met steeds minder ik, dragen wij bij aan de voltooiing en verwerkelijking van het gehele universum. Met steeds minder ik,  gedreven door het verlangen te worden wie we ten diepste zijn, worden we compassievollere wezens. Door overdracht van verdiensten dragen we bij aan de compassie van KwanYin, die in het hele universum werkzaam is. Wellicht was het verlangen te worden wie we ten diepste zijn, ooit de drijfveer om op een kussen te gaan zitten en de stilte in te gaan met altijd de eerste gelofte in gedachten: hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze allen te bevrijden.

Tekst Elsbeth Wolf

Over nietsdoen en vakantie en hoe moeilijk dat soms kan zijn, Lisette Thooft


Nieuwsbrief, met blog : Lekker vaak op vakantie (mijn top-5)
Vroeger ging ik zelden op vakantie. Het is zoveel werk, was mijn smoes: eerst moest ik extra hard werken voor vakantiegeld, dan alles in mijn eentje regelen. Maar werkvakanties vond ik prima – laptop mee, een doel, structuur in de dagen, honorarium na afloop.
De smoes was een smoes en wat ik eigenlijk niet kon, was nietsdoen. Geen deadline hebben, geen doel, alleen maar luieren en een beetje rondhangen…? Huuu! Ik wist wel dat het goed voor me zou zijn, dat ik er verfrist en geïnspireerd uit tevoorschijn zou komen, maar ik vond het doodeng.
 
Vakantie komt van vacare, leeg zijn, vrij zijn, en misschien ken je de term horror vacui? Afschuw van de leegte.
Ik ben niet de enige die er problemen mee heeft. Veel mensen maken ruzie op vakantie, worden ziek of krijgen ongelukken. Anderen plempen hun vakanties vol met doe-dingen. Nietsdoen aan de Méditerranée is al net zo moeilijk als nietsdoen op je meditatiekussen.
Ik denk dat die angst de grote makke is van onze tijd, de belangrijkste oorzaak van onze jachtigheid en overconsumptie en dus van zo’n beetje alle grote problemen.
 
Angst voor leegte is normaal en natuurlijk. De natuur vult alles op als ze de kans krijgt. Een vacuüm is zeldzaam en zelfs in een vacuüm schijnt het dat er voortdurend deeltjes ontstaan en weer vergaan. Het hele heelal bestaat sowieso alleen maar omdat ‘niets’ geen stabiele toestand is. Niets kan nooit niets blijven.
Maar dat is ook precies waarom het griezelig is, want zodra je je geest op ‘niets’ probeert te zetten, komt er uit de duistere diepte van alles boven. Drukke gedachten, angsten, zelftwijfel, zelfkritiek, oud zeer.
 
Daarom had de Indiase wijsgeer Osho ook een regiment therapeuten in zijn ashram – om al die mensen bij te staan die hun geest wilden leegmaken en terechtkwamen in verdrongen trauma’s en oude pijn. Rebalancing is eruit voortgekomen. De therapeuten vroegen aan Osho wat het lichaamswerk van de toekomst was, en hij zei: leer alles aan elkaar wat je weet en haal daar de essentie uit. Het motto van Rebalancing is ‘van denken naar voelen naar zijn’ – puur aanwezig kunnen zijn zonder geknars en geknaag in je hoofd. Dan vult de leegte zichzelf namelijk met welbehagen, onvoorwaardelijke liefde en nieuwe inspiratie.
 
De Amerikaanse theatermaker, activiste en theologe Tricia Hersey noemt rust een vorm van verzet tegen het wurgende kapitalistische systeem. En tegen white supremacy, stelt zij. Ik las haar boek Rest is resistance en viel er telkens bij in slaap, omdat het nogal een simpele boodschap is die ze steeds herhaalt, maar dat is dus precies goed en ze heeft gelijk. Ook zij adviseert om oude pijn op te zoeken en te helen – dat maakt dat we makkelijker nee kunnen zeggen tegen een omgeving die ons overvraagt. Op haar lijstje rustgevende activiteiten staan onder andere: detoxen van de social media, mediteren, dagdromend uit het raam staren, lang in bad zitten, muziek maken, handwerken, een huisaltaartje creëren, niet meteen elke email beantwoorden, ’s avonds in het donker voor je slapen gaat genieten van warme thee, wandelen in de natuur en heel hard lachen.
 
Dit is mijn persoonlijke top-5:
 
1. Oppassen. Baby’s zijn voornamelijk. Kleine kinderen gaan nog op in de flow van het leven, ze spelen zonder structuur of doel. Dus hoe meer tijd ik mijzelf gun voor mijn kleinkinderen (en hoe minder ik in die tijd op mijn telefoon kijk) hoe meer ik leer te zijn.
 
2. Yin yoga. Deze vorm van yoga ligt het dichtst bij rebalancing: ontspannen in het ongemak. Sowieso is dat natuurlijk zo’n beetje de kern van levenskunst. In mijn praktijk geeft Justyna Szamlewska verrukkelijke yin yoga-lessen, met spirituele diepgang. Elke keer als ik meedoe, voelt het alsof ik even op vakantie ben.
 
3. Bidden. Ik las over het Jezus-gebed in een prachtig boek over oosters-orthodoxe spirituateit, The Mountain of Silence. Eerlijk gezegd had ik niet zoveel met Jezus maar ik ging het gewoon proberen en het werkt wonderbaarlijk goed; direct voel ik de ontspanning door mijn lichaam trekken. In bed val ik er zó mee in slaap, elke keer weer. Je herhaalt, in jezelf of hardop: “Heer Jezus Christus, zoon van God, ontferm u over mij, amen.” (Eigenlijk is het “ontferm u over mij, zondaar,” maar die zondaar laat ik weg). Mijn verklaring is: hiermee plug je in op het Christusbewustzijn, het morfische veld van onvoorwaardelijke liefde. Niets rustgevender dan dat. We zijn al goed genoeg, in onvoorwaardelijke liefde.
 
4. Liggen op de grond met mijn benen op de bank, ogen dicht en concentreren op het heerlijke gevoel van ontspanning in mijn buik. Op een spijkermatje heb je ook mini-vakanties, of op een backstretcher (ik heb er geen aandelen in :-). Je hoeft alleen maar te liggen; je lichaamsgewicht doet de rest.
 
5. Langzaam ademen. Doe een Buteyko ademtraining als je merkt dat je tussen twee de uitademing en de volgende inademing niet tenminste tien, vijftien tellen kunt pauzeren zonder jezelf te forceren. Een paar keer per dag ervoor gaan zitten en weinig ademen: licht, oppervlakkig en traag – je handen worden warm, je voeten worden warm, je buik gaat rommelen, je ontspant.
 
Ik kan het steeds beter, nietsdoen. Mijn mini-vakanties zijn heerlijke momenten van rust en inspiratie. Kosten en stikstof-uitstoot: bijna niets.