Populaire berichten

woensdag 21 oktober 2020

Op het scherp van de snede Julie Thayer over U.G. Krishnamurti

 


InZicht nummer 1 2020


Julie Thayer (NY), echtgenote, moeder, schrijfster en fotografe, ontmoette U.G. Krishnamurti in 1989. Ze bleef 18 jaar bij hem en filmde, fotografeerde en schreef over hem tot zijn dood in 2007. Ze woont tegenwoordig op een boerderij in Princeton, NJ.


U.G.’s aanwezigheid in mijn leven was twintig jaar lang van levensbelang, glorieus, pijnlijk ... Ik leefde altijd, zoals hij het uitdrukte, “op het scherp van de snede”, zonder enige ruimte om fouten te maken. Hij zei altijd: “Als je één ding wilt, zul je het krijgen, als je twee dingen wilt, tien dingen, vergeet het dan maar. Zolang je het gevoel hebt dat je iets verplicht bent aan anderen, en aan ‘dingen’, ben je kansloos.”


Op het scherp van de snede

Julie Thayer

Schrijven of praten over U.G. is altijd een behoorlijke uitdaging. Je voelt je in zekere zin onbekwaam, maar aan de vooravond van de publicatie van deze nieuwe uitgave* merk ik dat ik me toch geroepen voel om na te denken over het leven van deze man en de invloed die hij op dat van mij heeft gehad. U.G.’s aanwezigheid in mijn leven was twintig jaar lang van levensbelang, glorieus, pijnlijk ... Ik leefde altijd, zoals hij het uitdrukte, “op het scherp van de snede”, zonder enige ruimte om fouten te maken. Hij zei altijd: “Als je één ding wilt, zul je het krijgen, als je twee dingen wilt, tien dingen, vergeet het dan maar. Zolang je het gevoel hebt dat je iets verplicht bent aan anderen, en aan ‘dingen’, ben je kansloos.” Als alles wat de mensheid gedacht, gevoeld en ervaren heeft in 1967 uit zijn systeem werd weggevaagd toen hem zijn ‘ramp’ overkwam, hoe zou ik dan in godsnaam kunnen denken dat ik zou kunnen ontsnappen aan culturele druk en verwachtingen, en onafhankelijk te werk zou kunnen gaan?


ETEN, DRINKEN, SLAPEN 

Iemand vertelde me kortgeleden dat U.G. ‘er’ niet was, dat er geen U.G. was, alsof zijn ogenschijnlijke aanwezigheid een illusie was, dat er geen U.G. was die teleurgesteld of verheugd zou kunnen zijn. Mijn ervaring van hem was heel anders. In mijn ogen was hij uiterst gevoelig en ontvankelijk, voelde hij alles, meer dan we ons kunnen voorstellen. Het verschil is dat niets aan hem bleef plakken; hij hield zich nergens aan vast en kon dat ook niet. Voor hem was ieder moment een wedergeboorte, een frisse start, geen overblijfsel. Aan ons blijven dingen plakken, compleet, dwangmatig – en misschien waren het die nazeurende sentimenten wel die zulke heftige reacties bij hem uitlokten. We kunnen het eindeloos hebben over de manier waarop U.G. functioneerde, maar niemand weet het zeker omdat onze ervaring van hem alleen maar subjectief en achteraf gezien kan zijn. Zijn oude huisbaas in Gstaad, Zwitserland, wijlen meneer Grossmann, zei op een avond in 1977 tegen me: “Mensen snappen of waarderen U.G. niet, ze komen met een vork in hun hand naar hem toe om soep te eten.” Toch blijven me een paar dingen bij. Toen U.G. in de auto zat aan de rand van Fairway Market in New York, met uitzicht op de Hudsonrivier, vroeg iemand hem: “Wat moeten we doen?” Zijn antwoord, simpel gesteld, was “Essen, trinken und schlafen.” Eten, drinken en slapen. “Niets anders?” Niets anders. Dat was zijn boodschap ... een van zijn boodschappen in ieder geval. Een systeem dat efficiënt functioneert heeft geen behoefte aan, niet eens ruimte voor, iets anders. Op mijn eerste reis met hem naar Bangalore in 1990, vroeg iemand iets over de ‘weg’ die we moeten gaan. Zijn antwoord: “Totale overgave ... niet aan iemand, maar aan alles wat er gebeurt.” De helderheid van zijn antwoorden blijft je verbazen, blijft natrillen, laat je denken uit elkaar klappen.


RADICALE EENVOUD 

U.G. bracht in praktijk wat hij predikte, leefde in een soort radicale eenvoud en omzeilde daarmee iedere normale gang van zaken. Hij hield ons een uitgebeende benadering van het leven voor zonder ergens doekjes om te winden, een glimp van een werkelijkheid die weinig mensen zien, maar die voor iedereen beschikbaar is, de basis van het menselijk bestaan. Het is leven zoals de natuur het bedoeld heeft door het lichaam en de intelligentie die er eigen aan is te respecteren, zich te voegen naar de ‘orde’ ervan en niet naar de denkbeeldige ‘orde’ van het denken (de ‘Kraker’ die zich voor ‘ons’ uitgeeft), zonder te streven naar concepten over ‘hoe we zouden moeten leven’, bevrijding of verlichting. Het is wensen en behoeften op hetzelfde vlak koesteren, geen advies aannemen van heilige mensen.


Hij deed nooit enige concessie aan de integriteit van zijn eigen woorden

staan van de culturele normen en waarden van het gezin en de samenleving. Dat allemaal met rust laten door er geen conflict mee aan te gaan, maar slechts de druk die ze uitoefenen te negeren. “Als je bevrijd bent van de last van het volledige verleden van de mensheid, blijft er alleen nog moed over.” U.G. kon niet door wie of wat dan ook aangestuurd worden, maar hij was wel altijd ‘in de weer’ voor anderen, onder zijn voorwaarden ... door te doen wat het leven hem ingaf, verstoken van schuldgevoelens en dwangmatigheden. Niets kon fout vallen bij hem; zo functioneerde hij niet. Ik vertelde hem eens dat ik “van hem hield”, en hij antwoordde: “Ik zou nooit zeggen dat ik van je houd, maar ik zou wel alles voor je doen wat ik kon.” Maar in een goedkope discountzaak (zijn favoriete soort winkel) aan de Upper West Side van New York wees hij naar een poster aan de muur waarop stond ‘Love is the only way’. “Laat dat maar aan je zusje zien.” zei hij toen tegen onze wederzijdse vriend Guha, en daarmee bedoelde hij mij. “Aantrekkingskracht zet het in gang,” zei hij vaak. “Ik doe de eerste bewering teniet met de tweede, en doe de tweede bewering teniet met de derde!” Dat was U.G. Toen we langs een bouwplaats in de straten van Melbourne, Australië, liepen, zei hij tegen me: “Die drilboor is de Stilte.” Hij ging daarop door en zei dat geluid het denken zomaar een paar seconden tot stilstand kan brengen, of hij wees naar de trein die langs zijn huis in Gstaad raasde en zei: “Dat is je leraar.” “Anarchie is iets wat je bent, niet wat je doet!”


ONGELOOFLIJK KRACHTIG

Zijn boodschap en aanwezigheid waren ontwapenend eenvoudig en ongelooflijk krachtig. Er schuilde enorm veel kracht in dat broze menselijke lichaam en hij was in hoge mate praktisch in zijn dagelijks leven. De heilige boeken van India beschrijven een brahmajnani als U.G. als een “monster, waanzinnige en een kind”. Ieder moment was hij al die dingen, kinderlijk en ongelooflijk lastig, een filosoof van de hoogste orde, uniek, briljant, onvoorspelbaar, maar ontwapenend op een voorspelbare manier, krachtig en scherpzinnig.


Iemand zei ooit tegen me: “Het is niet te geloven dat iemand zoals jij het onderscheidingsvermogen heeft gehad om voor U.G. te vallen.” Dat was gewoon mijn grote geluk, een speling van het lot. Onderscheidingsvermogen, als dat is wat het is, is het streven om alleen te staan (en je ervan bewust te zijn dat niets anders dat je in je leven hebt gedaan een herkenbaar blijvend effect heeft gehad, dat niets heeft geholpen) ... want dat is wat U.G. deed en wat hij in mijn ogen vertegenwoordigde. Hij had van niemand bevestiging nodig, noch goedkeuring. Hij leefde gewoon zoals hij leefde, zoals het hem goeddunkte. Hij reisde alleen (tot het leven hem inhaalde) en overal waar hij zich op de planeet bevond, droeg hij zijn eigen vijf kilo zware koffer met al zijn aardse bezittingen erin en kookte hij iedere morgen zijn havermout, vaak met behulp van de piepkleine draagbare keuken die hij jarenlang met zich meesleepte. Zijn deur stond altijd open voor iedereen die langskwam om met hem te praten, niemand regelde ooit de dingen voor hem of stond de toegang van anderen tot hem in de weg – dat was nadrukkelijk ‘verboden’. Een paar jaar geleden vroeg ik hem of hij me wilde leren om mijn spullen net zo in te pakken als hij dat deed. “Ik kan je makkelijker leren wat verlichting is,” zei hij, en hij voegde eraan toe: “En verlichting bestaat niet eens!” Toen hij niet langer voor zichzelf kon zorgen, zich niet meer kon verplaatsen zoals hij wilde, weigerde hij om zich afhankelijk te maken van medische interventie of iemands hulp, gaf hij zichzelf alle ruimte om te overlijden. Tot hij zijn laatste adem uitblies, deed hij nooit enige concessie aan de integriteit van zijn eigen woorden.


INVLOED 

U.G.’s aanwezigheid en zijn woorden hebben ontelbare mensen uit de hele wereld beïnvloed. Hij raakte een snaar die twijfelloos nooit eerder geraakt werd. Nu, na zijn dood, zien en horen we hoe dat effect zich exponentieel uitbreidt, dankzij het internet en steeds meer boeken en vertalingen. Misschien is zijn invloed zelfs nog groter voor hen die hem nooit persoonlijk ontmoet hebben, ook al geloof ik dat ieder van ons die met of bij hem leefde, met hem meereisde, zijn of haar leven liet samenvloeien met dat van hem, ongelooflijk veel geluk heeft gehad. Als zijn invloed mensen zou kunnen helpen om op eigen benen te staan zonder verleid te worden tot snelle genezing en beloften door religieuze figuren en goeroes van iets wat gewoon niet bestaat (verlichting, verlossing, blijvend geluk) en daarmee de mensheid weg te slepen uit de wereld van de keizer met zijn nieuwe kleren, hoe geweldig zou dat zijn! “Ik weet niet wat geluk is, daarom kan ik nooit ongelukkig zijn!” Hij kon in geen enkele religieuze context geplaatst worden – dat lukte gewoon niet. U.G. haalde vaak een van zijn favoriete Sanskrietregels uit de Upanishads aan als mensen hem naar ‘die staat van zijn’ vroegen: ... “na pravachanena na medhaya, na bahunasrutena na karmanye, na prajaya na dhanena, tyagenaike amrutatwa manasaha.” Niet door middel van heilige boeken, niet door middel van het intellect, niet door middel van herhaaldelijk luisteren, niet door middel van welke inspanning dan ook (karma-yoga), niet door middel van erfelijke aanleg en niet door middel van geld ... alleen door middel van volledige zelfverloochening kun je de eeuwige staat van zijn bereiken.


OP JEZELF STAAN 

U.G. zei dat je alles wat je aan het doen bent moet ‘opgeven’ om te krijgen wat je probeert te krijgen. “Maar,” zei hij dan, “er valt niets te krijgen!” Tegenwoordig voel ik U.G.’s aanwezigheid steeds meer en zweeft zijn gezicht voor mijn ogen, weerklinken zijn woorden in mijn geest ... “Je kunt het niet wel of niet eens zijn met iets wat ik zeg. Je neemt het aan of niet.” Ik denk over hem na en besef nu hoezeer hij gelijk had in hoe hij tegen de dingen aankeek en hoe weinig ik ervan begreep toen ik bij hem was. Mijn kinderlijke en burgerlijke denken haalde me steeds weer bij hem weg – en steeds weer verwelkomde hij me terug en bood hij me zijn wijsheid en bescherming en een nieuwe start. Hij wilde niets van ons, maar gaf ons wel de enige aanwijzingen die ons konden helpen, ook al waren ze nog zo moeilijk om toe te passen. U.G. was degene die achttien jaar door dik en dun achter me stond, bijna een derde van mijn volwassen leven, die me opblies om me te helpen, die nooit compromissen sloot, dingen nooit makkelijker maakte omdat hij wist dat het de dingen niet zou veranderen als hij zou toegeven aan onwetendheid, neurose, domheid. Als ik me soms een beetje wanhopig voel over zijn afwezigheid, kan ik zijn stem weer horen: “Zo wanhopig ben je nou ook weer niet, dame!” Hij zei altijd dat hoop geput kan worden uit hopeloosheid. Om een gebroken hart te helen moet je het nog meer breken. Als je werkelijk begint te beseffen dat er geen uitweg is, ga je misschien eindelijk eens op jezelf staan. Alleen iemand die werkelijk onafhankelijk is van welke autoriteit of welk idee dan ook beschikt over zoveel moed. Dat was U.G. 


*Bron: De inleiding tot de vertaling van een van U.G.’s boeken in het Bengaals, uitgegeven in Bangladesh. Vertaling: Han van den Boogaard


U.G. Krishnamurti

2

Niet-weten

Je moet gered worden van het hele idee dat je gered moet worden. Je moet gered worden van de zaligmakers, verlost worden van de verlossers. Als het gaat gebeuren, dan moet het nu gebeuren. Mijn woorden kunnen niet doordringen tot jouw krankzinnigheid. Het is de waanzin van de spirituele zoektocht waardoor mijn woorden je niet kunnen beroeren en bereiken. De lijn tussen de krankzinnige en de mysticus is zeer, zeer dun. De krankzinnige wordt beschouwd als een klinisch geval, terwijl de ander, de mysticus, net zo pathologisch is.


Vergeet de rozenkransen, de geschriften en de heilige as op je voorhoofd. Als je zelf het belachelijke van je zoektocht inziet, wordt de hele cultuur binnen in je tot as gereduceerd. Dan ben je eruit gestapt. Traditie bestaat dan niet meer voor je. Geen spelletjes meer. Vedanta betekent het einde van kennis, dus waarom nog meer heilige boeken schrijven, meer scholen openen en meer leringen behouden? Het opbranden van al je verlangens is wat die as in je symboliseert. Als je niets weet, praat je veel. Als je wel iets weet, dan valt er niets te zeggen.


De staat van niet-weten die jij beschrijft, is gerelateerd aan een ander niveau van bewustzijn. Wat heeft dat met mij, een gewoon neurotisch mens, te maken?


Welke niveaus van bewustzijn? Er bestaan geen niveaus van bewustzijn. Het bewustzijn als je wakker bent, verschilt niet van het bewustzijn tijdens je slaap. Zelfs terwijl je hier zit, ben je aan het dromen. Er kunnen geen dromen bestaan zonder beelden. Als je in bed ligt, noem je het dromen. Als je rechtop zit, met je ogen open, dan noem je het anders. Dat is het enige verschil. Bij mij zijn deze beelden afwezig, of ik me nu in de ‘wakende’ of de ‘slapende’ staat bevind. Ik kan op geen enkel moment een beeld vormen. Het maakt bij mij niet uit of mijn ogen open of gesloten zijn. Het enige wat er is in dit geïndividualiseerde bewustzijn is de natuurlijke weerkaatsing van wat zich eraan voordoet. Ik ga niets benoemen. Het verlangen om te weten wat het is, is eenvoudigweg niet aanwezig. Ik kan op geen enkele wijze deze zogenaamde wakende staat kennen of ervaren. Ik kan op mechanische wijze de wakende staat uitleggen, maar dat betekent niet dat er iemand is die weet dat hij wakker is. Verklaringen hebben geen betekenis. Daarom blijf ik zeggen dat jouw natuurlijke staat er een van ‘niet-weten’is. t


Uit: De Denkbeeldige Geest, U.G. Krishnamurti, uitgeverij Samsara.


Geen opmerkingen: