Advaita Nederland (Non-dualiteit)
Praten over Advaita, Boeddhisme en Non-dualiteit
Populaire berichten
-
Leonard Cohen: "Meditation is not what you think. You sit in absolute silence and your mind starts going over all your movies. During t...
-
Ik heb een week of 4 geleden deze teksten beluisterd. Ik ga het nog een keer doen. Hele mooie zomercursus van Alexander Smit. In 7 dagen, ...
vrijdag 18 oktober 2024
Ontwaken✨Door Shervin Nekuee
woensdag 28 augustus 2024
maandag 19 augustus 2024
All you have to do is get quiet for a moment."~ Leonard Cohen
dinsdag 30 juli 2024
At the dock at dawn - Karma, Wouter van Oord
zaterdag 27 juli 2024
vrijdag 19 juli 2024
Maak van mijn hart brandhaard van liefdesvuur✨الهی به مستان جام شهود✨
woensdag 17 juli 2024
Lopend over water, onaangetast door welke emotie of pijn dan ook (Jodis Vincken)
Moonchild ... (Wouter van Oord)
zondag 14 juli 2024
Een wandeling in de buurt
vrijdag 21 juni 2024
Memphis Depay en de Ghanese en Christelijke connectie.
maandag 17 juni 2024
Neither I am me, nor You are You (Rumi)
zondag 16 juni 2024
Gravity is love (About Nisargadatta) door Wouter van Oord
woensdag 12 juni 2024
Omarm het onvolmaakte (Ovanti)
donderdag 6 juni 2024
Interview met Jim Newman door Patrick Kicken. Niets nieuw, niets oud.
maandag 3 juni 2024
Wedergeboorte... (Guy Dubois)
Wedergeboorte? Een misleidend begrip
In het boeddhisme wordt de term ‘wedergeboorte’ (Pali: punabbhava, waarbij ‘puna’ opnieuw betekent en ‘bhava’ worden of ontstaan) gebruikt om het proces te beschrijven waarbij een stroom van bewustzijn (Pali: vinnanasota) van het ene leven naar het andere overgaat. Het begrip ‘wedergeboorte’ kan echter verwarrend en misleidend zijn, omdat het suggereert dat er iets permanents en onveranderlijks opnieuw geboren wordt, zoals een ‘ziel’ of ‘zelf’.
Een nauwkeurigere manier om het boeddhistische begrip van wedergeboorte te beschrijven, is het te beschouwen als een continuüm van bewustzijn of, nog beter, als een proces van oorzakelijke verbanden die van het ene leven naar het andere overgaan. In de Pali-canon, bijvoorbeeld in de Assu Sutta (Samyutta Nikaya 12.61), wordt de metafoor van een kaarsvlam gebruikt om dit proces uit te leggen: wanneer je een kaars aansteekt aan een andere kaars, wordt de vlam doorgegeven, maar het is niet dezelfde vlam die verder brandt. Op dezelfde manier wordt bewustzijn doorgegeven zonder dat er een permanente entiteit is die de overgang maakt.
Volgens de leer van de Boeddha is er geen permanent, onveranderlijk ‘zelf’ of ‘ziel’ die door verschillende levens heen reist. In plaats daarvan wordt een mens gezien als een verzameling van vijf aggregaten of componenten (Pali: khandhas): materie, waarneming, gewaarwordingen, mentale formaties en bewustzijn. Deze khandhas zijn voortdurend in verandering en onderhevig aan oorzakelijke verbanden.
Om geen valse verwachtingen te creëren, is het dus beter om ‘wedergeboorte’ te begrijpen als een stroom van bewustzijn (Pali: vinnanasota). Dit is geen enkelvoudige, permanente entiteit die overgaat, maar een continuüm van momenten van bewustzijn die elkaar opvolgen, beïnvloed door oorzaken en voorwaarden. Wanneer een persoon sterft (‘wanneer de khandhas uit elkaar vallen’), gaat deze bewustzijnsstroom verder in een nieuw bestaan, afhankelijk van het opgebouwde kamma.
De leer van afhankelijk ontstaan (Pali: paticca-samuppada) beschrijft hoe fenomenen ontstaan in afhankelijkheid van oorzakelijke verbanden. Dit geldt ook voor de stroom van bewustzijn die van het ene leven naar het andere gaat. Wedergeboorte is niet het resultaat van een permanente ‘ziel’ die verhuist, maar van een complex netwerk van oorzakelijke verbanden die leiden tot nieuwe manifestaties van bewustzijn.
Het uiteindelijke doel van de boeddhistische praktijk is om nibbana te bereiken, wat betekent dat de dhammanuvatti bevrijd wordt van het continuüm van wedergeboorte. Concreet betekent dit dat de beoefenaar ‘uitdooft’. ‘Uitdoven’ betekent dat hij geen sankhara’s (conditioneringen of mentale formaties) meer produceert die voortkomen uit onwetendheid (Pali: avijja), verlangen (Pali: tanha), en afkeer (Pali: dosa).
Wanneer de dhammanuvatti nibbana bereikt, worden de oorzaken van het voortdurende proces van wedergeboorte—namelijk onwetendheid, verlangen, en afkeer—volledig uitgeroeid. Hierdoor houdt de cyclus van wedergeboorte (Pali: samsara) op. Dit kan vergeleken worden met het uitdoven van de metaforische vlam: wanneer de brandstof (de sankhara’s van onwetendheid, verlangen en afkeer) opraakt, dooft de vlam. In deze zin betekent het bereiken van nibbana dat de beoefenaar geen kammische oorzaken meer creëert die leiden tot een nieuwe geboorte, waardoor er automatisch een einde komt aan het samsarische bestaan.
Nibbana wordt bereikt door inzicht te verkrijgen in de ware aard van de werkelijkheid, het doorbreken van de ketens van kamma en het stoppen van de oorzakelijke verbanden die leiden tot verder bestaan.
Hoewel ‘wedergeboorte’ een gebruikelijke term is in de boeddhistische leer, kan het concept veel beter begrepen worden als een continuüm van bewustzijn of als een proces van oorzakelijke verbanden. Dit benadrukt duidelijk dat er geen permanente entiteit is die herboren wordt, maar eerder een voortdurende stroom van bewustzijnsmomenten die zelf afhankelijk zijn van oorzaken (Pali: hetu’s) en voorwaarden (Pali: paccaya’s).
In de context van Boeddha’s leer kan men zeggen dat elke mentale of fysieke transformatie een vorm van ‘wedergeboorte’ is. Wedergeboorte, of ‘punabbhava’, verwijst niet zozeer naar de overgang van een leven naar een ander na ‘het uiteenvallen van de khandhas’, maar vooral naar de voortdurende processen van verandering en vernieuwing die van moment tot moment plaatsvinden.
In het boeddhistische begrip van anicca (vergankelijkheid) en anatta (niet-zelf), is elk moment een proces van geboorte en dood, van ontstaan en vergaan van mentale en fysieke verschijnselen. Dit betekent dat er een voortdurende stroom van veranderingen en oorzakelijke verbanden is, waarbij elke nieuwe situatie voortkomt uit de vorige. Deze voortdurende stroom kan beschouwd worden als een (oneindige) reeks van hergeboortes op micro- en macroniveau.
Dus, elke significante verandering of transformatie in ons leven, zoals veranderingen in onze gedachten, emoties, gedrag, of zelfs fysieke verschijning, kan opgevat worden als een ‘wedergeboorte’. Elke verandering is een ‘wedergeboorte’. Dit veel bredere perspectief helpt om de dynamische aard van het bestaan te begrijpen en benadrukt de onderlinge verbondenheid van alles met alles, van alle momenten en gebeurtenissen. Van ontstaan en vergaan.
En zo komen we, als vanzelf, terecht bij wat de Boeddha in zijn eerste voordracht (Dhammacakkappavattana Sutta, Samyutta Nikaya 56.11) in het Hertenkamp van Sarnath het Dhamma-oog noemde, ‘het zuivere en onbezoedelde weten’:
‘Yam kinci samudayadhammam sabbam tam nirodhadhamma — Alles wat onderhevig is aan ontstaan, onderhevig is aan vergaan.’
Door deze perspectiefverandering wordt het boeddhistische begrip van ‘wedergeboorte’ ook veel beter in lijn gebracht met de leer van anatta (geen zelf) en paticca-samuppada (afhankelijk ontstaan).
zaterdag 1 juni 2024
Wie is er bang voor het leven?! (Wouter van Oord)
woensdag 29 mei 2024
vrijdag 17 mei 2024
Op weg zijn ...
zondag 14 april 2024
woensdag 10 april 2024
Is er verschil tussen Christendom en Boeddhisme in ontwaken? Mark Valliere
zondag 31 maart 2024
Charles Bukowski, The Last Night of the Earth Poems
Jezus Christus is non-duaal, de musical Jesus Christ Superstar! Luister!
maandag 25 maart 2024
zaterdag 16 maart 2024
De wereld redden ... (Mooji)
zondag 3 maart 2024
Wees vol liefde (Ivo Wantola)
dinsdag 27 februari 2024
Alles draait rond en zweeft maar door (Victor Hooftman)
Dan opeens blijkt dat er helemaal geen IK is, maar dat alles de eenheid in beweging is (Paul Smit)
donderdag 22 februari 2024
Navalny, vrijheid en geluk, in de rechtszaal
maandag 5 februari 2024
Last night I dreamed I was Jesus (Wouter van Oord)
zaterdag 3 februari 2024
De mens is verslaafd aan het idee dat alles ergens toe dient, Bert Keizer, Dagblad Trouw
De mens is verslaafd aan het idee dat alles ergens toe dient
Life is a tale told by an idiot full of sound and fury, signifying nothing. Het leven is een verhaal verteld door een idioot, vol woede en herrie, en het gaat nergens over. Wel wat je noemt een sweeping statement van Shakespeares Macbeth waarin zo'n beetje alles op één hoop wordt geveegd, en weggesmeten.
Wel lekker hoor, overzichtelijke aforismen die de hele wereld in een heupzwaai nemen. Hier nog een, van Alberto Savinio (de jongere broer van Giorgio de Chirico, zegt Wiki): 'Beschaving is een spel, een afleiding, de meest effectieve methode die we hebben om de gedachte aan de dood af te wenden'. Voor 'beschaving' kun je ook 'voetbal', 'poëzie' of 'kanaalzwemmen' invullen. Lijkt me. Want bijna alles helpt tegen de dood. Behalve de dood.
Naast onze sterfelijkheid is er nog iets waar we graag van af willen: toeval. Jacques Monod (biochemicus en wetenschapsfilosoof) schreef hierover: 'Een deel van de antropocentrische illusie is een Heelal met een doel'. Omdat we naar de keuken gaan, een cursus volgen, een opera bijwonen, een rivier omleggen, een gedicht lezen, een kind slaan, een hond africhten, met een doel, denken we dat het Heelal ook bezig is met een missie. Wat voor missie dan? Nou het Heelal kan ons wijzen op de aanwezigheid van God, zoals verwoord in psalm 8: 'Als ik de maan en de sterren zie, wat is de mens, dat U aan hem denkt?' Kan ook de andere kant op volgens Pascal: 'De eeuwige stilte in die oneindige ruimte jaagt mij angst aan'.
Hoe dan ook, wij zijn verslaafd aan het idee dat alles ergens toe dient, dat het leven heus wel ergens goed voor is, zoals kunstmest voor landbouw, of haarlak voor tv-optredens. Jacques Monod schreef hierover in zijn boek Chance and necessity: 'Alle godsdiensten, vrijwel alle filosofieën, en zelfs een deel van de wetenschappen zijn een bewijs voor de onvermoeibare en heldhaftige hardnekkigheid waarmee de mensheid wanhopig haar toevalligheid tracht te ontkennen.'
Het idee dat we er ook niet hadden kunnen zijn stopt het mensengeslacht in een laatje dat we als veel te gering ervaren. We flirten wel eens met het idee van onze persoonlijke toevalligheid in grappig bedoelde toespelingen zoals: "Had het maar niet geregend die donderdagmiddag dan waren je nietsvermoedende ouders echt niet thuisgebleven om jou in gang te zetten".
Dit is nog wel te doen, de mogelijkheid dat één geboorte niet zou zijn doorgegaan. Maar dat echt alle andere geboortes van mensachtigen uit hogere primaten net zo goed niet hadden kunnen plaatsvinden is een even ondraaglijke als onbegrijpelijke gedachte. Allereerst omdat in dat geval niemand dit had kunnen constateren. Wie zou tegen wie kunnen zeggen: "Heb je het gehoord? Op aarde? Niet één mens tevoorschijn gekomen uit de primaten."
Niet alleen mensen, nee, al het biologische leven op aarde zou in onze afwezigheid omringd worden door een gedachteloze stilte. Denk aan het geluid van de vallende boom in het diepe woud. Als niet één wezen het hoort, maakt die boom dan wel of geen geluid? Als niemand ooit iets hoorde over planeet aarde is er hier dan wel iets gebeurd?
In zekere zin gebeurde hier dus niks totdat de eerste primaat om zich heen keek met die unieke blik. Wie was dat? Voorbij de neanderthalers wordt de mist al gauw zo dicht dat we nog slechts vage silhouetten zien. We weten niet wat we aan geestelijk leven moeten toeschrijven aan die verre verwanten.
Er lijkt wel een flakkerend lampje (ons soort licht dan) te branden binnen het neanderthalerbrein. Ik lees in Ludovic Slimaks recente boek The Naked Neanderthal dat ze jaagden met speren en vuistbijlen, grote dieren aten, soms elkaar, dat ze geen muziek kenden, ook geen sieraden of iets sierlijks, dat ze mogelijk vuur hadden en iets met hun doden deden, en dat homo sapiens hun op de een of andere manier de das om deed.
Wat als sapiens nooit was komen opdagen? Dan zou niemand er ooit achter gekomen zijn wat zich precies aan het afspelen is op het oppervlak van deze planeet. Is het dan volkomen toevallig dat er leven verscheen? En vervolgens weer toevallig dat wij erachter kwamen dát het verscheen? Hoeveel toeval kan een mens eigenlijk hebben?