Populaire berichten

vrijdag 7 februari 2025

De paradox, Tarek Moussaoui

 Wat 'ik' probeer te verwoorden is eigenlijk niet te omschrijven met woorden en voelt als een paradox die zich telkens verder in zichzelf vouwt: het ‘ik’ waarvan ik dacht dat het mij definieerde, is niets meer dan een illusie die verdampt zodra ik het probeer te grijpen. 


Als ik stilzit en diep naar binnen kijk, wordt duidelijk dat wat ik beschouw als mijn ‘ik’ – die voortdurende vertelling van gedachten, herinneringen en zelfbeelden – nergens werkelijk bestaat. Het lijkt te zijn opgebouwd uit lagen van concepten en projecties, maar zodra ik die lagen probeer af te pellen, vind ik niets. Of beter gezegd: ik vind niets dat afgescheiden is van dat wat al is.

De overtuiging dat ik een afzonderlijke entiteit ben, blijkt een mechanisme van identificatie te zijn. Mijn gedachten fluisteren voortdurend dat ik een waarnemer ben, een centrum van ervaring, maar als ik vraag: “Wie is deze waarnemer?” dan stuit ik op leegte. Geen persoon, geen entiteit, alleen een oneindige ruimte waarin gedachten, emoties en waarnemingen verschijnen en verdwijnen, zonder eigenaar.

Wat ik ervaar, is geen verlies, maar een onthulling: de wereld zoals ik haar ken, blijkt een droom te zijn die door de mind wordt gesponnen. Alles wat ik ‘ik’ noem – lichaam, geest, identiteit – is niets anders dan een fenomeen dat opkomt in dat wat nooit verandert. En dat wat nooit verandert, kan ik niet benoemen, niet begrijpen, want ik ben dat. Er is geen grens tussen mij en dat wat ik waarneem; de dualiteit van binnen en buiten stort in, en wat overblijft, is enkel aanwezigheid.

Dit inzicht is niet iets wat ik kan claimen, want in de erkenning ervan valt het ‘ik’ dat zou willen claimen weg. Wat overblijft, is geen persoon die vrij is, maar vrijheid zelf – vrij van personen, vrij van grenzen. En in deze vrijheid is alles wat ik zocht al hier, altijd al hier geweest.

Maar zelfs dit schrijven is slechts een schaduw van de werkelijkheid waar ik naar wijs. Elk woord, hoe zorgvuldig gekozen ook, schiet tekort, want taal is een instrument van dualiteit. Toch probeer ik, hopeloos en onvermijdelijk, te zeggen wat niet gezegd kan worden, in de hoop dat de woorden op hun eigen manier naar de stilte zullen wijzen waaruit ze voortkomen.




Geen opmerkingen: