zie ook de website advaitacentrum
voor teksten van Douwe en audio opnamen
Vreugde
Hilversum, 17 oktober 2004, op de Hoorneboeg
Douwe Tiemersma: Hopelijk is het iedereen nu duidelijk. Vreugde ontstaat vanzelf wanneer er ruimte komt, wanneer er een uitbreiding is van je eigen ervaren bestaansruimte. Uitbreiding van je zelf-zijn is meteen vreugde. Je gaat zitten, het wordt stil, je ontspant je en er is de uitbreiding. De grenzen vallen weg en meteen is er vreugde. Deze vreugde ontwikkelt zich direct. We hebben gisteren gesproken over de ontwikkeling van vreugde, uitgaande van de meer grovere emotionele energieën op lichamelijk vlak, via meer psychische gevoelens naar een verdere ontwikkeling tot en met de kosmische gelukzaligheid, ananda, zonder vormen, zonder grenzen. Vreugde, liefde, geluk hebben de neiging om vanuit een beperkte toestand zich uit te breiden. Ze hebben een impuls in zich, een bepaalde beweging in de richting van het oneindige. Als je deze beweging niet tegenhoudt, is er werkelijk goddelijke vreugde voorbij alle vormen en condities. Die vreugde ben je zelf. Steeds komt het er weer op aan dat je je bewust bent van je eigen situatie. We praten erover om al die verschillende mogelijkheden te herkennen, zodat je weet waar je op een bepaald tijdstip zit en hoe het verder kan gaan. Op elk niveau, op elke plaats, op elk tijdstip geldt hetzelfde: kan er iets meer ruimte komen? Ja? Uitstekend. Je ervaart dan weer een verdergaande verruiming en zo ook weer het opspringen van vreugde. In de eindeloze sfeer van sat-chit-ananda is er een heel fijne ongedifferentieerde kwaliteit van vreugde, geluk, liefde. Er wordt wel gezegd dat de schepping, dus de ontwikkeling in de vergrovende richting, er is om dit soort ervaringen nog eens op een sterkere en bewustere wijze te krijgen. Wees je maar bewust van alle niveaus. Als de sfeer heel ijl is, is de vreugde heel subtiel. Dan is er geen persoon die ervan geniet. Je bent vormloos intern in die sfeer aanwezig, met nog een intern weten ervan. Wanneer dit zich uitwerkt op grovere niveaus tot op het lichamelijke niveau, kan de ervaring heel sterk zijn, zoals bij de meditatie op de hartenergie. Ervaar dat vreugde niets heeft te maken met denken. In de vreugde zit je niet in je hoofd te denken. Wanneer je weer gaat denken, vergaat je het lachen al gauw, omdat het denken je zo gemakkelijk afsluit. De herkenning van de sfeer van vreugde laat je herkennen: prachtig, die eigen sfeer van energieën die zich mag ontplooien en waarin ik mezelf ben. Dat is vreugde, dat is uitbreiding. Het denken schept gemakkelijk weer grenzen, bepaalde kaders waarin alles ingepast wordt. Als een emotie zo sterk wordt dat ze over die grenzen heen gaat, heeft het ik-denk de neiging – dat is een kracht – om de denkorde te herstellen. Het is duidelijk dat juist gevoelens en emoties zich niet aan de grenzen van het denken storen. Ze zijn niet te vangen en vast te houden in een begrip. Je kunt in de psychologie wel de emoties categoriseren, maar je kunt ze niet omgrenzen. De emotionele sfeer gaat vooraf aan het denken en gaat voorbij het denken. Gestemdheid en emotie zijn al aanwezig voordat er een ik-denk wordt gevormd. Als je uitsluitend je op het niveau zit van ‘ik doe’, ‘ik wil’, ‘ik denk’, ben je een speelbal van de al eerder aanwezige emoties en aandriften. Het ik staat in dienst van die aandriften. Daarom is het goed om deze sferen te leren kennen op een bewuste wijze. Je kunt letterlijk vanuit het hoofd naar het hart gaan. Je merkt dan op dat daar een veel oorspronkelijker sfeer is. Je ervaart dat daar alles veel vloeibaarder is. De gevoelsmatige energieën komen in golven. Ze zijn niet vast te houden in het denken; ze overspoelen het ik-denk. Het ontwikkelt zich gemakkelijk tot kosmische afmetingen. Dan is er geen ik meer. Dus zie de betrekkelijkheid van de wereld van het ik, ook vanuit de emotionele sfeer. Je ziet hoe betrekkelijk de wereld van het ik-denk is. Dus maak haar niet belangrijker dan ze is. In helderheid wordt alles duidelijk. Je ziet de betrekkelijkheid van de beperkte ik-sfeer en de ellende die ontstaat wanneer je je daarin opsluit. Word je weer bewust van die grote ruimte en je vreugde.
In de helderheid wordt het ook duidelijk hoe betrekkelijk de emoties zijn. Ze zijn plaatselijke wolken van energie met een bepaalde kwaliteit. Je ziet de betrekkelijkheid ervan in de grotere ruimte. Door de aanwezigheid van die grotere ruimte gaan deze meer geconcentreerde gevoels energieën zich ontwikkelen. Ze nemen de ruimte wanneer ze die krijgen. En zo lossen ze op. In de blauwe lucht boven de hei zie je wel eens wolken die langzamerhand in de blauwe lucht oplossen. Er is een algemene natuurwet van de zogenaamde entropie, dat een geconcentreerde energie zich universeel verspreidt als ze maar de ruimte krijgt. Die wetmatigheid geldt ook voor de gevoelsmatige energieën. Geef die energieën dan maar de ruimte van je bewust-zijn. Dan lossen ze op. In dat oplossen ontwikkelt zich vreugde. Het laatste is het universele bewust-vreugde-zijn. De vastzittende gevoelsmatige energieën lossen sneller op naarmate de kwaliteit van lege ruimte sterker is. Als er bijna een vacuüm is, verdampt een vloeistof heel snel. Een vaste stof verdampt dan zelfs met een heel korte vloeistoffase. Dat heet sublimatie. De vaste vorm verdampt en ‘ploep’, hij is weg. In de ruimte met zo’n onderdruk kan geen vorm zich handhaven. Dat geldt ook voor de ervaringsmatige sfeer. Misschien heb je wel eens ervaren dat de kwaliteit van leegte en de onderdruk heel sterk zijn. Alle geconcentreerde energieën lossen dan op, ook al zitten ze nog zo diep en zijn ze nog zo hard. Ze lossen op wanneer er ruimte komt. En die beweging van uitbreiden en oplossen is meteen ook vreugde.
Als het je niet meer lukt om in een bepaalde situatie ruimte te ervaren, misschien kun je dan nog ergens een vonkje van vreugde vinden. Wanneer je dat gevonden hebt, gaat het zich ontwikkelen. In deze situatie kan herinnering een positieve rol spelen. Natuurlijk, de herinnering speelt vaak een negatieve rol, omdat zaken uit het zogenaamde verleden worden vastgehouden. Ze kan ook een positieve rol spelen, als je ergens een stukje vreugde kunt hervinden. Iedereen heeft ooit wel eens een vreugdevolle ervaring gehad en die is nooit helemaal weg. Als de herkenning er is, gaat de ontwikkeling door en als die doorgaat, ontstaat vreugde, zomaar, alleen door het opkomen van ruimte. Dan kan die vreugde totaal, oneindig worden. Die vreugde ken je altijd al. Je herkent haar van vroeger, heel vroeger. Iedereen komt vanuit een sfeer waar ze aanwezig was. De eerste van de schepping vindt plaats in die sfeer van positieve vreugde, al is die nog zo ijl. Het is de positiviteit van de uitbreiding in de vorm van schepping, die positief en vreugdevol is. Wanneer daar een negatieve kwaliteit in zou zitten, zou meteen alles verkrampen en worden tegengehouden. Dan zou de schepping niet doorgaan. God schept de schepping in vreugde, omdat hij/zij het prachtig vindt. Die oorspronkelijke vreugde gaat vooraf aan de lotgevallen in de wereld. Dus wat voor trauma’s er ook zijn ontstaan, zij zijn altijd secundair ten opzichte van die oorspronkelijke vreugde en goedheid. Het punt is dus om bij trauma en gebrokenheid iets van die vreugde weer te herkennen. Dan is de basis weer goed en dan lossen daarin alle trauma’s op. Het is de ruimte die groter dan alles is. Alles lost daarin op.
Dus of het nu om lichtere problemen gaat, om zwaardere zoals in de psychiatrie, of principiële zoals die bij de advaitabenadering, steeds gaat het om hetzelfde: ervaar de ruimte die er was voordat die problemen ontstonden. Die ruimte is er nog steeds. Jij bent die ruimte nog steeds. Dan is er direct weer de vreugde en meteen is die vreugde weer een motor voor het verdergaan van de verruiming en oplossing. Die vreugde, dat plezier, heeft de neiging om oneindig te worden. Misschien herinner je je het wel van heel vroeger en zie je het ook weer bij jonge kinderen. Wanneer zij ergens plezier in hebben, bijvoorbeeld in hardlopen of in het gek doen, komt er steeds meer vreugde en enthousiasme. Zo gaan ze door en zo gaat het proces door, als het niet wordt tegengehouden, tot in het oneindige. Natuurlijk, meestal komt de beweging ergens in botsing met de harde wereld en dan eindigt het enthousiasme in geblèr. Maar, het principe van oneindige vreugde is er wel. Als eenmaal het vuurtje een kans krijgt, wordt het ‘pfiet’ weer oneindig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten