O Nacht die mij geleid heeft.
O Nacht, mij liever dan het ochtendgloren.
O Nacht die hebt verenigd.
Beminde met beminde.
Beminde, opgegaan in de beminde.
JvhK
Hier op deze plek hebben we het over de reis naar het einde van de nacht. De nacht die in dit gedicht het grote niets symboliseert. God die wij niet kunnen kennen dan door een afdruk van zijn voetstap als de prachtige bloemen en mossen in het bos. Wij kunnen nooit meer dan een vage afdruk van God, de Openheid, zien, omdat als wij hem zien, zullen sterven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten