Populaire berichten
-
Jan van Delden 27 maart 1951 - 14 november 2024 De liefde kennen is de liefde zijn In Memoriam Jan van Delden (27 maart 1951 – 1...
-
Ik wens je geluk. De levensomstandigheden hebben we niet in de hand. Maar of ik gelukkig ben of niet, dat is mijn vrije keus. Zeker, het lev...
-
Leonard Cohen: "Meditation is not what you think. You sit in absolute silence and your mind starts going over all your movies. During t...
maandag 14 oktober 2013
Uit een Advaitagesprek met Douwe Tiemersma, Hoorneboeg, 6 oktober 2007 Bewustzijn en gevoel zullen samen moeten gaan.
D.T.: Zowel bij mensen die te veel gedronken hebben als bij de lyrische mystici zie je de beperking dat ze niet meer kunnen functioneren in het gewone leven. Een dronken man denkt wel dat hij over de brugleuning kan lopen, maar pas op! De mysticus krijgt vroeg of laat toch weer de problematiek van de confrontatie van zijn sfeer die ruim is, met de wereld zoals die verder doorgaat. Op een of andere manier zal dat weer samen moeten komen. Wanneer je een bepaald middel gebruikt om in die sfeer te komen en even later is het middel uitgewerkt, dan zit je weer in de oude toestand. Het was een goede ervaring want er waren geen zorgen, het was ruim en dus was het positief. Wanneer het als positief ervaren is, is er de neiging om dat middel opnieuw te gebruiken. Het wordt een verslaving. Het gaat hier om de afhankelijkheid van iets externs. Als het iets externs is dat die overgang naar bijvoorbeeld dat ruime gevoel, vergemakkelijkt of bewerkstelligt, dan is er dus het grote gevaar dat je eraan verslaafd raakt. Dat geldt natuurlijk ook voor de leraar. Ook daar kan hetzelfde gebeuren wanneer die als iets externs gezien wordt. Blijf dus altijd bewust van het gevaar hiervan.
B.: Hoe bedoel je dat, van de leraar?
D.T.: Die kan dus als een soort drug fungeren wanneer je van hem afhankelijk bent om weer even die oriëntatie te krijgen. Natuurlijk, in een bepaalde fase kan het erg nuttig zijn, maar een leraar is niets anders dan een tijdelijk hulpmiddel. Het is misschien een betere drug dan de meeste andere drugs omdat een leraar - als hij het tenminste een beetje door heeft - de ander zal wijzen op de zelfstandigheid. En dat doen de meeste drugs niet. Wanneer je iemand ziet die flink aangeschoten is en je bent zelf nuchter - wat valt dan op? De beperktheid van bewustzijn. Dat is die andere kant. Het is prachtig om met de pinkstergemeente mee te gaan zingen van Halleluja. Schitterend, het werkt en het geeft verruiming, maar waarom ben je toch niet zo geneigd om je daarbij aan te sluiten? Je bent nuchter en je ziet daar de beperking. Dat doet niks af van de ervaring die die mensen hebben, maar je ziet wel de beperking van het zich opsluiten in een bepaalde ervarings-, voorstellingswereld. Wanneer je dat op een afstandje bekijkt vanuit ruimer bewustzijn zie je dat dat een beperkt bewustzijn is. Ook in je eigen ervaring dus: wanneer je zoiets meemaakt, het gaat steeds om beperking en ontperking, niet alleen in het gevoel maar ook in het bewustzijn. De gevaren en de nadelen van intoxicatie kunnen alleen voorkomen worden door bewust te zijn. Beperktheid ervaar je vanuit ruimer bewustzijn. Ook al kan het in het gevoel helemaal open en onbeperkt zijn, het zal pas werkelijk onbeperkt kunnen zijn wanneer er bewustzijn in zit. Wanneer er geen bewustzijn in zit dan is het weer beperkt voor je het weet. Bewustzijn en gevoel zullen dus heel duidelijk samen moeten gaan.
(…)
Op een gegeven ogenblik heb je de kennis: zo werkt het, wanneer ik me zo oriënteer, dan gaat het die kant uit. Dat is het enige wat je kan doen. Op zich is bewustzijn krachteloos, leeg. De wereld kan doorgaan, energieën kunnen doorgaan. Bewustzijn staat op zich. Het kan voor die ruimte zorgen, maar het bewustzijn zelf blijft leeg. Het heeft alleen die kennendheid in zich, maar het is de vraag of die kennendheid voldoende is om alle resten van identificatie weer los te krijgen. Dan zal het toch weer opnieuw opgepikt moeten worden vanuit die identificatie zelf: het gevoel.
B.: Als er overgave is, dan gaat het vanzelf?
D.T.: Wanneer het vanzelf gaat dan spreken we niet eens van overgave want dan gaat het vanzelf. Punt. Als er helemaal geen probleem is, is er een directe herkenning en dan is er niets anders meer dan die non-duale sfeer. Wanneer je van overgave spreekt dan heb je al iets dat uitgaat van een ik-persoon. Alles is al veel ruimer geworden en dan moet er ook nog een overgave plaatsvinden. Van wie? Blijkbaar van de persoon zoals die ervaren wordt en die beseft: nu moet ik dat laatste, dat centrum van dat ik, helemaal loslaten. Het kan zomaar, spontaan gebeuren.
Labels:
Advaita,
Douwe Tiemersma
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten