Populaire berichten

zondag 11 maart 2012

De narcose van Douwe Tiemersma



Na de pijn en de waanzin is er een derde thematiek rond de operatie waarover het zinnig is iets te zeggen: de narcose.
Wat is narcose? Letterlijk betekent het woord: verstarring, verdoving. Vanuit een afstandelijk derde-persoonsstandpunt is er veel te zeggen over de biochemische processen waardoor de werking van een groot deel van het zenuwstelsel wordt stilgelegd. Het is “een net niet dodelijke vergiftiging van het … brein” (Schwaab, Wij zijn ons brein, p. 247).

In de eigen ervaring is het een zwart gat waarover niets anders te zeggen valt dan dat het niets met de condities van een ervaren wereld te maken heeft. Dat ‘zwarte gat’ is geen gelokaliseerde plek waar je omheen zou kunnen lopen. Nee, het gaat nu om het eerste-persoonsperspectief en daarin is het de sfeer die je ervaart als je daar in glijdt en daar in oplost. Alleen in de overgang is er een ‘kennen’ van. In die overgang kun je vaststellen dat de vormen en kwaliteiten wegvallen. De vormen van de wereld en van je lichaam vallen uiteen en vallen dan weg in een grote ruimte. Dat is de ruimte waarin nog de kwaliteiten zijn van ‘ik ben’ en ‘ik ben me bewust’, zonder scheidingen, zonder grenzen, zonder verdere invulling. Bij grote helderheid is er de vaststelling a) dat er deze helderheid, dit bewust-zijn is, b) dat de kwaliteiten oplossen in iets wat geen vorm en kwaliteit heeft en c) dat jezelf altijd al dit absolute, deze grondeloze openheid bent.

Zo is er ook een kennen van het omgekeerde proces, als je helder bent bij de ‘terugkeer’. Dan is er zomaar weer iets, en dit iets ontstaat zomaar uit het ‘grote niets’. Daarover is niets te zeggen en toch is er de vaststelling dat jezelf en de wereld die weer ontstaat daarin hun bron hebben. Je kent het van binnenuit als je eigen oorsprong en de oorsprong van alles wat bestaat. Het eerste wat er is, is de niet te beschrijven ruimte. Zij is niet te beschrijven, omdat ze leeg is, zonder vormen en kwaliteiten. Dan is er het besef dat zij gekend wordt en daarin zit al heel vaag ‘ik ben me bewust’ en ‘ik ben’, het principe van zijn en bewustzijn zonder vormen. Dat is het begin waarin de vorming van het eigen lichaam, van de wereld, van jezelf in de wereld doorgaat.

Het leven biedt voldoende gelegenheden het bovenstaande te leren kennen, bijvoorbeeld rond de slaap en in meditatie. Dat gebeurt ook, als je maar voldoende bewust blijft bij het verdwijnen van het persoonlijke en lichamelijke leven. Het is te hopen dat de lezer het zó in de eigen ervaring gaat herkennen dat de grote ruimte zonder centrum en de oorsprong als eigen zelf-werkelijkheid bewust en stabiel aanblijft. Dat is verlichting.

Geen opmerkingen: