Iedereen is welkom in het huis van Rumi
Dichter interviews
Het nummer Hallelujah van Leonard Cohen is zo vaak gecoverd dat je bijna zou vergeten van wie het origineel eigenlijk is. Voor dit lied en voor veel van zijn andere nummers liet de Canadese zanger en dichter zich inspireren door de poëzie van de dertiende-eeuwse Perzische dichter Jalal al-Din Rumi.
Cohen is niet de enige. Ook Madonna en Beyoncé zijn fan. Van Turkije tot Afghanistan wordt Rumi beschouwd als de dichter des vaderlands en in de VS behoort hij tot de best verkochte dichters. Ook in ons land leven velen met Rumi, zijn dichtregels geven hen inspiratie voor het dagelijks leven.
Deze maand is het 750 jaar geleden dat Rumi overleed in de Turkse stad Konya. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen houdt aanstaande woensdag een bijeenkomst ter nagedachtenis van deze intellectuele islamitische dichter. Zijn poëzie staat in de traditie van het soefisme, de mystieke kant van de islam. Een van de sprekers bij dit al weken uitverkochte evenement is hoogleraar en Rumi-kenner Ashgar Seyed-Ghorab, lid van de KNAW en hoogleraar Iraanse en Perzische studies aan de Universiteit Utrecht.
Wat is volgens hem het geheim van het succes van Rumi? "Rumi spreekt vanuit het hart", zegt Seyed-Ghorab. "De directe manier waarop hij zijn liefde uitdrukt, is indrukwekkend. De emoties zijn herkenbaar, ongeacht de tijd waarin we leven. Die herkenbaarheid speelt een enorme rol in zijn populariteit. Met de ontkerkelijking neemt de betekenis van religie af, maar een gedicht als 'God zit niet in een huis van klei, vind God in je hart' blijft tot de verbeelding spreken."
Rumi werd in 1207 geboren in Balch, in het huidige Afghanistan. Hij groeide op in een religieus islamitisch gezin en hij werd een van de belangrijkste theologen van zijn tijd. "In de Engelse vertalingen van zijn werk zijn alle verwijzingen naar zijn moslimachtergrond weggelaten", zegt de hoogleraar. "Rumi wordt gepresenteerd als humanist. Voor het succes van zijn werk in het Westen werkt dat goed, iedereen kan zich zo herkennen in zijn woorden."
Rumi werkte lange tijd in Aleppo en Damascus. In de Turkse stad Konya werd hij uiteindelijk een mystieke leraar en begon hij met het organiseren van de zikr-meditatie bijeenkomsten. Tijdens die meditaties ontstond de dans van de draaiende derwisjen: Rumi zelf draaide om zijn as terwijl hij de naam van de allergrootste herhaalde. De dans staat nu op de lijst meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid van de Unesco.
Inaya Zarakhel (30), actrice, danseres en activist
In de geïmproviseerde winkeltjes rondom de graftombe van soefimeester Pir Baba in het noorden van Pakistan staarde de jonge Inaya Zarakhel gebiologeerd naar de glazen armbanden in alle kleuren van de regenboog. "Die armbanden, de gedichten, de muziek, de bezoekjes aan de tombes, het was er altijd", zegt Inaya, die opgroeide in Pakistan en sinds een aantal jaren in Nederland woont. "Maar pas toen ik als transgender onderdeel werd van de hijra-gemeenschap, begon het me te raken."
In Zuid-Azië maken trans vrouwen deel uit van een eeuwenoude besloten gemeenschap. De hijra kennen een geheime taal en eigen rituelen. Het soefisme, de mystieke kant van de islam, neemt een belangrijke plek in in het leven van een hijra. "Ik zocht een thuis, een plek waar ik kon zijn wie ik ben. Transgender zijn is meer dan een fysiek gebeuren, het gaat erom wie of wat je ziel is en waar die naar verlangt. Ik kan niets zijn en toch ook alles, dit is precies wat Rumi en andere soefi leraren predikten."
De hijra-gemeenschap kent veel rituelen die gericht zijn op het vormen van een goed karakter. In het bijzonder is er aandacht voor het begrip nederigheid. "Trots is iets wat je praktiseert, hoe je je kleedt, hoe je loopt, hoe je je gedraagt. Nederigheid kun je ook leren. Voordat het dansen begint, raak je met je vingers de grond aan en je oren. Daarmee zeg je: ik ben niets. Iedereen kijkt weliswaar naar mij, maar ik herinner het ego eraan dat ik in essentie niets ben."
Ze ervaart verschil tussen Pakistan en Nederland: "In het Westen wordt trots gedrag aangemoedigd en nederigheid veroordeeld. We praten hier veel te luid en luisteren nooit echt naar de ander. We onderbreken de ander midden in het gesprek.
"In Pakistan wacht men geduldig en tijdens het wachten buig je je hoofd, je brengt je hand naar je hart. Het is lichaamstaal waarmee je tegen de ander zegt: jij mag er zijn."
Fatma Kaya (54), relatiemanager
In een uitverkocht en besneeuwd stadion in de Turkse stad Konya keek de kersverse studente Fatma Kaya tijdens een reis samen met haar studiegenoten naar een voorstelling van draaiende derwisjen. "Ik had niet zo heel veel met poëzie en ook niet met Rumi", zegt ze. "Er moest een Amerikaanse boekhandel aan te pas komen voordat Rumi mijn aandacht trok. Tijdens een werkreis in de VS viel het me op dat Rumi in iedere boekhandel lag. Ik vroeg me af waarom hij zo populair was en kocht een paar boeken."
Het bleef niet bij die boeken, voor haar verjaardag kreeg ze de Masnawi, het bekendste werk van Rumi dat bestaat uit meer dan 25000 verzen. "Zijn taal raakte me meteen, de zachtheid, de liefde, het oog hebben voor de ander. De islam is het geloof van mijn ouders, op mijn Turkse ID staat vermeld dat ik moslim ben, maar ik was niet bezig met wat wel of niet mag.
"Ik vond het heel mooi om te ontdekken dat Rumi zoveel eeuwen geleden al een islam beschreef waarin liefde stroomt als water, waarin de zachtheid voorop staat. Jij bepaalt zelf hoe jouw relatie met de Almachtige is, jij geeft er zelf vorm aan. De gedichten zijn een liefdesgedicht, van mens tot mens, maar ook van mens tot de Almachtige. Die dubbelheid vind ik mooi. Je wordt uitgenodigd dieper na te denken."
Met het ouder worden verschuiven haar behoeftes. "In deze levensfase vind ik dat er ook aandacht mag zijn voor zelfliefde. Rumi is voor nederigheid, maar dat is wat anders dan jezelf kleiner maken. Die uitnodiging om jezelf te zijn, daar oefen ik meer en meer in. Zelfliefde en zachtheid beoefenen in de wereld waarin we nu leven is uitdagend en daarom slaat de poëzie van Rumi misschien zo aan. We zoeken naar zachtheid, liefde en inspiratie. Wanneer ga je daar naar op zoek? Wanneer je ze het hardst nodig hebt! En dan valt er bij Rumi veel te halen."
Wali Hashimi (50), journalist
Bij zijn vader in Afghanistan zag Wali Hashimi een groot groen boek, met op de kaft een illustratie van twee mannen die elkaar liefdevol aankijken. Tussen hen in stond een glas wijn. "Ik was in de war", zegt Wali. "Wie waren deze twee mannen? En wat deden ze hier op de boekenplank van mijn strikt religieuze Afghaanse vader? Mijn vader vertelde me dat dit Rumi en Shams waren. Hij liet me een kort gedicht voorlezen: 'Allah je bent de opener van ons hart, we zijn naar jou gekomen. Open onze harten.' Mijn liefde voor Rumi was geboren, ook al was ik nog maar een klein jongetje."
Shams was de geliefde leraar van Rumi. Door de ontmoeting met Shams transformeerde Rumi van een dogmatische theoloog naar een mystieke dichter. Wali: "Allah-God, Mohammed en Rumi zijn voor mij een drie-eenheid. Rumi vond zijn inspiratie in de klassieke teksten van de Koran. Deze kant van zijn identiteit ontkennen, enkel omdat het je niet bevalt, is door een gekleurde filter kijken.
"Rumi pleitte voor het 'zuivere kijken'. Met filters voor je ogen zie je de waarheid niet. Zelfs intelligente mensen kijken gekleurd naar de wereld. Beleid wordt gemaakt vanuit die filters. Mensen uitsluiten, dat is een vorm van verdorvenheid. Taal, cultuur, ras, religie, het zijn allemaal filters. Rumi stelde de mens centraal in zijn werk. En dat is wat ook ik probeer in mijn leven."
Wali's werk bracht hem naar verschillende uithoeken van de wereld. "Als ik mensen ontmoet die anders lijken dan ik, ben ik nooit bang. Ik heb geleerd om door alles heen te kijken en de mens te zien. Het bestaan zelf, de aarde, alles staat enerzijds op zichzelf en is anderzijds met elkaar verbonden. Dronkaards, armen, ongeletterden, iedereen is welkom in het huis van Rumi."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten