Populaire berichten

vrijdag 5 maart 2021

Bestaat non-duaal bewustzijn van Peter Sas

Bestaat er zoiets als puur, non-duaal bewustzijn?


Er zijn tegenwoordig nogal wat mensen die uit de Neo-Advaita voortkomen en die zeggen dat het hele idee van zuiver non-duaal bewustzijn (of “gewaarzijn”) onzin is: een verzinsel van goeroes om discipelen aan zich te binden, de zoveelste wortel die je voor de neus wordt gehouden zodat je blijft rennen, de laatste stuiptrekking van het ego dat zichzelf tot goddelijke, kosmische proporties opblaast (het Zelf, het Alomvattende Bewustzijn), een laatste wanhoopspoging om zin te geven aan een bestaan dat in essentie zinloos is…

Laten we om te beginnen vaststellen dat het idee (beter: de ervaring) van zuiver, non-duaal bewustzijn centraal staat in alle vormen van non-duale spiritualiteit die in het Oosten zijn ontstaan, dus niet alleen de Advaita Vedanta, maar ook het Boeddhisme (wat met name duidelijk wordt in tradities als Dzogchen en Zen waar ook gesproken wordt over het “Grote Zelf”), ook de Tantra van het Kashmir Shaivisme en ook de Klassieke Yoga van Patanjali. Wat dat betreft bestaat er dus een enorme eensgezindheid in al deze tradities, die dan ook -- zoals Philip Renard treffend zegt -- beter gezien kunnen worden als variaties binnen de ene “Grote Traditie” van de non-duale spiritualiteit. Er zijn wel verschillen tussen die variaties, maar dat zijn details, oppervlakte-verschillen in terminologie en praktische benadering (verschillende soorten spirituele oefening). In de kern is er een grote overeenstemming over het bestaan van non-duaal bewustzijn, over de aard ervan en over de bevrijdende werking van inzicht in het non-duale bewustzijn als je eigen essentie. 

Ik vind het dan ook tamelijk lachwekkend en ook een beetje zielig als er mensen opstaan die zeggen dat ze het beter weten, die eigenlijk zichzelf belangrijk willen maken -- zichzelf willen opwerpen als een nieuw soort (anti-)goeroe -- door vanuit hun luie stoel te roepen dat die hele traditie van non-duale spiritualiteit onzin is, dat er helemaal niet zoiets is als zuiver non-duaal bewustzijn. Dus je denkt dat je het beter weet dan de Boeddha? Je denkt dat je het beter weet dan de wijzen van de Upanishads? Je denkt dat je het beter weet dan Shankara? Je denkt dat je het beter weet dan al die generaties van Boeddhistische wijzen die de beoefening van non-duale meditatie hebben geperfectioneerd? Je denkt dat je het beter weet dan genieën als Abhinava Gupta en Patanjali?... 

Zou het misschien niet zo kunnen zijn dat deze mensen -- die tegen 2500 jaar van non-duale spiritualiteit ingaan en zeggen dat non-duaal bewustzijn “onzin” is -- gewoon tekort hebben geschoten in hun spirituele ontwikkeling, dat het ze niet gelukt is om hun ego te overwinnen en dat ze daarom denken dat non-duaal bewustzijn niet bestaat? Misschien zit er zelfs wel een flink stuk ressentiment in, dat ze het niet kunnen uitstaan dat ze nooit hebben mogen ervaren wat al die talloze wijzen wel hebben ervaren en dat ze daarom van de weeromstuit maar gaan roepen dat die hele non-duale spiritualiteit onzin is… wat misschien ook het vitriool verklaart waarmee deze mensen hun volstrekt onbeargumenteerde meningen spuien.

Maar goed, dat terzijde, laten we op de inhoud ingaan en ons afvragen: wat wordt er precies bedoeld met “non-duaal bewustzijn”? Dit is eigenlijk supersimpel. Normaal, in de “duale toestand”, denken we: ik, deze persoon van vlees en bloed, ben de waarnemer, en de wereld buiten mij is het waargenomene. Anders gezegd, we denken dat bewustzijn een eigenschap, een vermogen, is van de individuele persoon. Filosofisch gezegd: de individuele mens wordt gezien als het subject van het bewustzijn… Non-duale spiritualiteit, in al de bovengenoemde tradities, gaat om het inzicht dat deze alledaagse manier van denken en ervaren radicaal onjuist is: het individu kan niet het ware subject van het bewustzijn zijn want het individu wordt immers zelf ook ervaren, het is zelf een van de objecten die in het bewustzijn verschijnen. 

Jij als individuele persoon bent dus niet degene die zich bewust is van objecten, nee ‘jij’ bent zelf een van die objecten. En als je dat inziet, dan zie je meteen ook in dat het bewustzijn voorafgaat aan het individu, dat het bewustzijn niet ‘in je hoofd’ zit maar dat het precies omgekeerd is: je hoofd zit in het bewustzijn. En dat bewustzijn, waar zowel ‘jezelf’ qua individu als je buitenwereld, in of aan verschijnen, dát is het non-duale bewustzijn. Het is non-duaal in die zin dat het voorbij gaat (of beter gezegd: voorafgaat) aan de dualiteit van subject en object, van ego en buitenwereld. Zodra dit ingezien wordt, verschuift je zelf-beleving: je gaat jezelf minder identificeren met de persoon die je dacht te zijn en meer met het non-duale bewustzijn waarin die persoon verschijnt… En dat is bevrijding… 

Ik wil hier een passage citeren van Jan Geurtz die dit perfect uitlegt, een passage die ook meteen een cruciaal argument aangeeft waarom we niet onder deze conclusie uit kunnen:

“Zie je dat onze volledige werkelijkheid niet alleen uit een subjectieve en een objectieve component bestaat, maar dat er een derde factor is, namelijk het vermogen om deze tweedeling waar te nemen? Deze derde factor is zelf geen waarneembare vorm of entiteit. Immers, als dat wel zo zou zijn, zou weer een vierde factor er de waarnemer van moeten zijn? En als die waarnemer zelf waarneembaar zou zijn, zou iets anders daar weer de waarnemer van moeten zijn, en zo tot in het oneindige… Dit allesoverziende gewaarzijn heeft geen vorm, geen afmeting, geen begrenzing: het is dus eigenlijk ‘niets’ en lijkt daarmee een beetje op wat we met het woord ‘ruimte’ aanduiden… gewaarzijn [is] een onbegrensde ruimte die gewaar is van alles wat zich in die ruimte afspeelt: ons ik-bewustzijn met zijn gedachten en gevoelens, en de materiële werkelijkheid waar die ‘ik’ in rondloopt.” (Geurtz, Verslaafd aan denken, p.44-45)

Nu gaat het er natuurlijk om dit niet alleen verstandelijk te begrijpen maar om dit te ervaren. Bewustzijn is als een kaarsvlam die alles verlicht wat in het licht ervan verschijnt. Maar zoals een kaars niet alleen z’n omgeving verlicht maar ook zichzelf, zo is bewustzijn ook onmiddellijk van zichzelf bewust, het is “zelf-verlichtend” (“self-luminous”). Het is dit onmiddellijke, pre-reflectieve, pre-conceptuele zelf-bewustzijn dat het non-duale bewustzijn van zichzelf heeft, dat in de Advaita Vedanta wordt aangeduid als het besef “Ik ben” en in het Boeddhisme wordt aangeduid als de Boeddha-natuur die ‘in’ alle bewuste wezens aanwezig is. Het is dit inherente zelfbewustzijn van non-duaal bewustzijn dat het bereiken van verlichting mogelijk maakt.

Mensen die zeggen dat non-duaal bewustzijn niet bestaat, lopen dus blijkbaar deze zelf-ervaring van het non-duale bewustzijn mis, omdat ze te vastgeroest zijn in het dualistische ego. Hoe kun je nou deze mensen overtuigen dat het toch bestaat? Hier geeft de bovenstaande passage van Jan Geurtz een belangrijke aanwijzing. En criticus van de non-duale spiritualiteit zou namelijk kunnen vragen: Waarom moet ik een apart bewustzijn aannemen dat voorafgaat aan mij als individu? Waarom kan ik als individu niet de waarnemer zijn die niet alleen de buitenwereld maar ook zichzelf waarneemt? Want dat is eigenlijk wat iemand zegt die beweert dat er geen non-duaal bewustzijn is, namelijk dat de individuele persoon wél het uiteindelijke subject van bewustzijn is…

Zoals Jan Geurtz in het bovenstaande citaat aangeeft: datgene wat waarneemt kan zelf niet waarneembaar zijn, want anders zou er een oneindige regressie van zelf-waarnemingen plaatsvinden. In een andere passage legt Geurtz dit glashelder uit:

“Zodra een waarnemende entiteit zichzelf waarneemt, ontstaat er een lus (in het Engels: loop). Dit gebeurt bijvoorbeeld als een camera op zijn eigen beeldscherm gericht wordt, als twee spiegels recht tegenover elkaar staan, of als een microfoon te dicht bij zijn eigen luidspreker komt… Bij een waarnemingsloop zien we het beeld in een oneindige reeks verdwijnen. Als onze meest fundamentele waarnemingsfactor een entiteit, een ‘ding’ zou zijn, dan zouden we er een oneindige reeks van moeten waarnemen, allemaal ‘zelfjes’ die zichzelf waarnemen. Dit is niet het geval, vandaar dat onze meest fundamentele waarnemingsfactor zelf geen waarneembare entiteit kan zijn.” (Verslaafd aan denken, p.244, n.23)

Met andere woorden: de individuele persoon kan niet de ultieme waarnemer zijn, want dan zou er een oneindige regressie van zelf-waarnemingen moeten plaatsvinden en dat is niet het geval. Ergo: de ultieme waarnemer gaat vooraf aan zowel de individuele persoon als diens buitenwereld en is dus non-duaal bewustzijn…

Dit is een bijzonder sterk argument dat Jan Geurtz hier geeft en het verbaasde mij eigenlijk dat je het niet vaker tegenkomt in de diverse tradities van de non-duale spiritualiteit. Waarschijnlijk is dat omdat het daar uiteindelijk niet gaat om argumenten maar om het direct zelf ervaren van het non-duale bewustzijn in de verlichtingservaring. Toch is er ook nog een andere bron waar dit argument (heel beknopt) te vinden is, namelijk de Yoga Sutra van Patanjali: 

“Als de mind waargenomen zou worden door zichzelf in plaats van door het (non-duale) bewustzijn, dan zou de reeks van dergelijke waarnemingen tot in het eindige doorgaan en het geheugen exploderen.” (4.21)

De overeenkomst met het argument van Jan Geurtz is opmerkelijk. Ik heb aan Jan gevraagd of hij misschien in zijn argument beïnvloed is door Patanjali maar hij zegt dat hij er helemaal zelf op gekomen is, wat hem nog eens in mijn achtig doet stijgen… Enfin, het punt is duidelijk, lijkt me. Het is volstrekt logisch dat non-duaal bewustzijn bestaat. Meer nog dan dat, het is onmiddellijk door iedereen ervaarbaar dat het bestaat… En dat is waar het in bevrijding om gaat.

Geen opmerkingen: