Populaire berichten

maandag 22 juni 2015

Vrije wil (3), advaita

Reactie van Onno Veerman op de discussie over de vrije wil:

Over de vrije wil wordt vaak gediscussieerd alsof er maar twee mogelijkheden zijn: hij bestaat en kan door ons gebruikt worden, of hij bestaat niet, en het is niet meer dan een illusie die ons doet geloven dat we controle over ons leven kunnen uitoefenen.

Maar misschien moeten we meer denken in dimensies en nuances. Er is niet alleen maar zwart of wit, maar meestal is er juist een groot grijs tussengebied. Het is niet ja of nee, maar in sommige situaties is er een klein beetje ruimte om keuzes te maken, andere keren is er heel veel. In bepaalde omstandigheden hebben we meer mogelijkheden om onze wil te gebruiken dan in andere.

Soms kunnen we wel degelijk in belangrijke mate invloed uitoefenen op de richting die ons leven aanneemt. Maar in andere situaties is er veel minder sprake van keuzevrijheid. Hebben we eigenlijk maar weinig te zeggen over de uitkomst en richting van de processen waar we bij betrokken zijn.

We zijn bijvoorbeeld niet vrij om ons aan fundamentele natuurlijke wetmatigheden te ontrekken: zwaartekracht geldt voor iedereen. Maar we zijn wel vrij om binnen die grenzen allerlei technologische ontdekkingen te doen – dus nu kunnen we wel vliegtuigen en raketten bouwen.

Er is, met andere woorden, altijd sprake van opereren binnen bepaalde marges. Keuzerijheid wordt altijd ingeperkt, maar is daardoor nog niet een illusie. Zij is nooit absoluut, maar altijd relatief. Ook in de gevangenis kunnen we ons nog vrij voelen om bepaalde gedachten te denken.

Wat hieronder staat is zeker geen uitputtende lijst, maar geeft een eerste idee van de vele dimensies die betrokken zijn in de vrijheid om te kiezen.

Wie in een dictatuur leeft heeft minder vrijheid om te kiezen dan iemand die in een democratie leeft. Bij armoede zijn er minder keuzemogelijkheden dan bij rijkdom. Wie gezond is heeft meer te kiezen dan iemand die ziek is. Als je hersenen het goed doen kun je nog alle kanten op, maar sommige hersenkwalen vormen een ernstige inperking van je bewegingsvrijheid. Intelligente mensen zien meer mogelijkheden dan domme. Mensen die gediscrimineerd en gemarginaliseerd worden kunnen minder gebruik maken van de mogelijkheden in de maatschappij dan degenen die de macht hebben. Wie zich bewust is van zijn eigen motieven kan zichzelf beter aansturen dan iemand die voortdurend impulsief reageert. We zijn minder vrij als we door emoties bevangen worden dan als we helder en rationeel vooraf over een keuze kunnen nadenken. Seksualiteit en honger zijn dwingender dan de keuze welk boek we op vakantie meenemen.

Etcetera.

Ik denk dat de discussie over de vrije wil niet interessant is als vanaf de twee kanten van het ravijn de voor – en tegenstanders naar elkaar roepen: “ze bestaat wel!”, “nee, ze bestaat niet!”. Interessanter is volgens mij om te kijken wie, in welke situatie, en onder welke voorwaarden gebruik weet te maken van de mogelijkheden om te kiezen. De vrije wil is altijd beperkt in haar vrijheid, en niet alles wat we willen kan ook. Maar we kunnen wel willen. Vraag is of we kunnen kiezen wat we willen. En of we ook doen wat we willen.

Misschien dat de die-hard advaita fans nu meteen de neiging voelen om bezwaar te maken: “maar het individu dat denkt te kiezen bestaat helemaal niet!” Okay, interessante stelling. Maar laten we niet de niveaus door elkaar halen. Verreweg de meeste mensen hebben een zeker gevoel van individualiteit, en als dat zwak is, of ontbreekt hebben we meestal eerder te maken met een borderliner dan met een verlichte.

En het is misschien ook wel een waanidee dat elk gevoel van individualiteit zou verdwijnen na verlichting. Zeker het functionele aspect lijkt gewoon te blijven bestaan, waardoor het bijvoorbeeld mogelijk blijft dat je ook daarna nog weet wie je familieleden zijn en wie niet.

Misschien dat verlichting wel een verandering geeft op het gebied van de wil. “Moge niet mijn wil, maar de uwe geschieden” Het geeft zeker een enorm ruim gevoel van vrijheid, maar tegelijkertijd een sterke afname met de obsessie met de eigen persoon. Maar ook dan is het nog mogelijk om een sterke wil te hebben. En te kunnen kiezen. Al wordt dat vermogen om te kiezen dan wel gezien als een spontaan verlopend proces, waar achteraf een “ik koos dat” op geplakt wordt.

Maar het is zeker niet zo dat de functies van het zelf, waaronder het vermogen om te kunnen kiezen, plotseling allemaal wegvallen bij verlichting. Een aantal daarvan zijn misschien wel  tijdelijk niet beschikbaar, zoals veel van de awakening stories laten zien, maar zeker niet allemaal, en zeker niet voor altijd.

Bovendien is er een sterke relatie tussen het gevoel te kunnen kiezen en de overtuiging een zelfstandig, zelfbepalend persoon te zijn. Zonder dat gevoel gaat het meestal ook flink mis – veel geestelijke of psychiatrische problemen als depressie, schizofrenie en angststoornissen worden gekenmerkt door een sterk gevoeld onvermogen tot keuzevrijheid. Dus iedereen die beweert dat het gevoel te kunnen kiezen louter illusie zal ook precies moeten aangeven wat het verschil is tussen onvermogen of overgave.

Want overgave is mooi, maar die schoonheid zit wel in het zelfgekozene, niet in daartoe gedwongen worden. De openheid die ontstaat door open helderheid maakt het hele punt van wel of niet kunnen kiezen overbodig – ja, er worden keuzes gemaakt, maar er is geen kiezer los van het proces van keuzes maken. En dat proces gaat helemaal vanzelf, spontaan, moeiteloos. Inclusief het vooraf lang nadenken en dan toch iets stoms doen.

Geen opmerkingen: