Populaire berichten

dinsdag 12 november 2013

Als het denken stopt, stopt ook de tijd. (Douwe Tiemersma)


Uit een Advaitagesprek met Douwe Tiemersma, Gouda, 10 januari 2007

Als het denken stopt, stopt ook de tijd

Je bent altijd maar bezig met de zorg over dingen die je belangrijk acht. De ik-structuur heeft ook direct het element van tijd in zich. Allerlei zaken uit het verleden bepalen hoe je de dingen nu ziet en je kijkt naar de toekomst om dingen te regelen en voor jezelf in orde te maken. Altijd maar weer die structuur van het ik en de tijd. Tot op een gegeven ogenblik die tijd stopt. Het is goed je er bewust van te worden dat ook dat altijd een element is in je eigen sfeer. Er is tijd maar de tijd is ook in zekere zin gestopt. Wanneer het stil is en het denken stopt, is er dan tijd? Eigenlijk kun je niet eens ‘nee’ zeggen, want wat is die tijd eigenlijk? Het speelt helemaal geen rol. Wanneer die gewone structuur doorbroken wordt is er dat onuitsprekelijke. Er is een open sfeer waarover je niets kunt zeggen. Als bewust-zijn kun wel een besef hebben van dat onzegbare. Dat zelfzijn gaat dus verder dan de tijd. Dat is een conclusie, je kunt het direct vaststellen. Klopt dat? Zeg het voor jezelf ook nog maar eens: dit zelfzijn gaat veel verder dan de tijd. De tijd mag stoppen. Er komt een sfeer van onuitsprekelijkheid, maar het heeft toch nog een kwaliteit van zelfzijn, bewust-zijn. Dat zelfzijn heeft dus duidelijk geen structuur meer van het ego dat altijd in de tijd aan het werk is en zit te denken. Die structuur valt weg en er komt ineens die opening en die sfeer waarover je niets kunt zeggen. De zorgstructuur valt weg.
Voor het denken is dit een onmogelijkheid. Dat denken denkt in de tijd en kan zich niet voorstellen dat de tijd stopt. Dan gaat het zeggen: wat is er voorbij die grens van de tijd? Dat wordt gedacht binnen die sfeer van de tijd en daar zit nu juist de beperking van het denken.

Zie je dat af en toe de tijd verschijnt en weer verdwijnt en dat de tijd niet echt nodig is? Het kan verschijnen en mag verschijnen, maar de beperking van die tijdssfeer is duidelijk. Ergens ontstond de tijd met een bepaalde gerichtheid van het leven, van de persoon. Wanneer die gerichte structuur verdwijnt, dan is er geen tijd meer. Die hele structuur verdwijnt, dus is er geen sprake meer van dat er iets moet gebeuren. En wanneer er iets gebeurt dan ontrollen de gebeurtenissen zich in de tijd, maar je ziet hoe wisselend die tijdservaring dan is. Soms duurt een dag eindeloos, soms zijn een paar jaar zo voorbij. Je ziet hoe betrekkelijk die tijdservaring is.

De tijd van de klok, de agenda en de kalender zien we meestal als iets absoluuts. Is dat ook zo? Het is natuurlijk ook maar een projectie. Vanuit die wisselende tijdservaring ga je er iets uithalen en dan zeg je: dit is de absolute tijd en die andere tijdservaringen zijn maar ervaringen. Wanneer die projectie van een absolute tijd doorzien wordt als een constructie dan kom je toch weer terug op een tijdservaring, en die kan dus wisselen. Soms gaat de tijd ontzettend snel, soms ontzettend traag en wanneer je helder blijft, blijkt dat de tijd ook in het alledaagse persoonlijke leven vaak helemaal niet aanwezig is. Meestal denk je niet aan de tijd. Als het wel zo is, is het niet best. Wanneer je intern helder blijft, ook bij het doen van allerlei werkjes, dan zie je: meestal is er geen tijd. Achteraf zeg je dan: oh, het is al twaalf uur. Dan ga je het weer terugkoppelen op die absolute tijd in die projectie van klok en dan zeg je: ik ben twee uur bezig geweest. Maar dat is dus weer het denken achteraf. Je ziet hoezeer dat denken helemaal verweven is met de tijd. Als het denken stopt, stopt ook de tijd. Gedeeltelijk is er nog een gevoelsmatig stromen en in dat gevoelsmatig stromen ervaar je al een stuk vrijheid van de tijd. Op een gegeven moment besef je dat er iets in jezelf aanwezig is dat niet onderworpen is aan de tijd ook niet aan dat stromen. Voor zover er verschijnselen zijn komen die op en verdwijnen weer. Tijd heeft met verschijnselen te maken. Verschijnselen zijn betrekkelijk, tijd is betrekkelijk. Het punt is dus dat je intern bewust blijft van dat vrij-zijn van de tijd . Dat het een open sfeer is die onuitsprekelijk is. Als dat herkend wordt krijg je van daaruit heel gemakkelijk het oplossen van identificaties met alles wat zich in die tijd afspeelt.

Geen opmerkingen: