Populaire berichten
-
Jan van Delden 27 maart 1951 - 14 november 2024 De liefde kennen is de liefde zijn In Memoriam Jan van Delden (27 maart 1951 – 1...
-
Ik wens je geluk. De levensomstandigheden hebben we niet in de hand. Maar of ik gelukkig ben of niet, dat is mijn vrije keus. Zeker, het lev...
-
Leonard Cohen: "Meditation is not what you think. You sit in absolute silence and your mind starts going over all your movies. During t...
maandag 13 februari 2012
Uit Satsang 7 september2011 (Douwe Tiemersma)
Een totaal andersoortige werkelijkheid
Uit een gesprek met Douwe Tiemersma, Gouda, 7 sept. 2011
Verlichting is nogal een moeilijk begrip. Ik gebruik het niet vaak, maar het heeft te maken met een oorspronkelijk bewust-zijn dat er altijd al is, maar meestal niet bewust wordt herkend. In de meeste yoga-scholen wordt daar meditatief en stapsgewijs naar toe gewerkt, bijvoorbeeld bij het achtvoudige pad van Patanjali. Dit wordt dan geplaatst in het kader van de tijd en in het kader van de ruimte. Maar het gaat om iets heel anders. Het heeft te maken met bewustwording van datgene wat vooraf gaat aan het ontstaan van tijd en ruimte en alle vormen die daarin aanwezig zijn. Het is daar zelf niet aan onderworpen, het is daar vrij van. Wanneer je daar bewust in kunt verblijven, herken je dat het iets van je eigen zelf-zijn is. Er is dan een uiterste ontspanning, een loslaten en tegelijk een uiterst helder bewust-zijn. Die combinatie is erg moeilijk voor de meeste mensen. Er is ook vaak een verkeerde opvatting van het type bewustzijn dat er dan is. Wanneer je je totaal ontspant, komt er een andersoortig bewustzijn. In het Westen wordt bewustzijn meestal gedefinieerd als ‘gericht zijn op iets anders zodat je dat leert kennen’. Ik zie een lamp en ik ben me er bewust van. Dit bewustzijn is een kwaliteit van de waarneming. Je bent gericht op de dingen in het horen, het voelen, het zien. Maar wanneer je je ontspant, valt die gerichtheid weg. Dat is iets wat in de westerse psychologie en filosofie nooit herkend en nooit geaccepteerd is. Maar het is juist een erg waardevol type van bewustzijn. Je keert terug naar de oorsprong van je aandacht. Daar vind je een nulpunt waarin het open is. In die oorsprong ben je jezelf.
Het gaat dus om een bewustzijn van de totaal ontspannen staat. Iedereen heeft dat in zich, want iedereen is zichzelf. De vormen die het zelf heeft gekregen, zoals zelfbeeld, sociale identiteit, allerlei opvattingen, trauma’s, complexen, zijn allemaal secundair. Er is altijd iets dat voorafgaat aan het diepste trauma, iets dat geen last heeft van dat trauma. Als je daarmee contact kunt krijgen is dat de basis waarop dat trauma verdwijnt. Je schiet niets op met het blijven wroeten in het verleden of in allerlei moeilijke omstandigheden. Ook zogenaamd ‘normale mensen’ hebben een complex, namelijk een ik-complex. Je gaat dus terug naar het gebied voorafgaande aan de ego-vorming. Wanneer je daar niet regelmatig naar terugkeert – al is het maar in de slaap – dan word je binnen de kortste tijd overspannen en ben je rijp voor de psychiater. Iedere vorm van yoga is er op gericht je te laten terugkeren naar je oorspronkelijke staat. De jnanayoga die in de Advaita Vedanta centraal staat, zegt: laat dit met inzicht gebeuren, zodat die staat stabiel kan blijven.
Moet die staat herkenbaar zijn op een of andere manier?
Nee. Besef dat het niet gaat om een psychologisch of persoonlijk herkennen. Het gaat om een totaal andersoortige werkelijkheid. Ga dit niet reconstrueren in de standaard ruimte en tijd en de wereld van de mensen. De standaardwereld is heel erg betrekkelijk. Als je over honderd jaar terug zou kunnen kijken en je ziet hoe druk die ego’s zich allemaal maken en doen alsof hun werkelijkheid de absolute werkelijkheid is, dan zie je hoe betrekkelijk dat is. Je ziet dan ook dat de bron van het lijden direct samenhangt met een heel beperkt perspectief van dat ego met al zijn conditioneringen. Wanneer je maar een klein beetje ruimer en dieper bewust wordt, besef je dat het zelf-zijn oneindig veel groter is dan dat beperkte wereldje. Het beperkte ik denkt: ik moet vrij worden in deze wereld dus daar moet ik me laten gelden. Ik moet meer macht, meer geld, meer spirituele vermogens krijgen en daardoor word ik vrij. Die basale vergissing maken bijna alle mensen.
Dus keer terug naar die oorsprong. Wanneer dit op een bewuste manier gebeurt, ga je heel snel door al die lagen heen. De helderheid van bewustzijn moet extreem hoog zijn. Anders verval je heel snel weer in de standaardreactie, bijvoorbeeld wanneer iets zich als heel interessant aandient, wanneer iemand je naam noemt of wanneer er een aanval is. Je zult dan moeten zien en ervaren: er is ook iets anders mogelijk. Dat is het bewuste herkennen van wat je altijd al was en daarbij blijven. Je zult op een gegeven ogenblik herkennen dat zelfs het eerste binnengaan in de wereld, de eerste stappen van incarnatie, een traumatische kant heeft. Waarom is dat zo? Omdat het een inperking is van een eindeloze vrijheid en non-dualiteit.
Er is de mogelijkheid van het steeds meer gaan incarneren in die wereld van ruimte en tijd, maar ook van het juist weer terugkeren naar een dimensie waarbij die wereld van ruimte en tijd ontzettend betrekkelijk wordt. Het is een dieptedimensie in die wereld, maar valt niet samen met de wereld van de drie ruimtedimensies plus die van de tijd. Wanneer je ziet dat die dieptedimensie daar niet mee samenvalt is er ook vrijheid ten opzichte van die wereld. In de hele theologie en filosofie van de 20e eeuw wordt gezegd: je bent nu eenmaal eindig, dat moet je maar accepteren, maak er maar wat van. Maar wanneer je teruggaat naar jezelf, merk je dat dat zelf-zijn oneindig veel ruimer is. Het is niet ruimer binnen de ruimte van de standaardwerkelijkheid, maar het bestaat in een heel andere dimensie die veel grootser is dan de kosmos. Wat was er voor de Big Bang? Daar kunnen we niets over zeggen. Na miljarden jaren gaat het heelal krimpen. Wat blijft er over? Daar kunnen we niets over zeggen. Wat is er buiten de grenzen van het heelal? Daar kunnen we niets over zeggen. Terugkerend in jezelf kun je een interne herkenning hebben van een weten dat je jezelf blijft, wat er ook gebeurt, ook buiten de grenzen van het heelal. Natuurlijk, alles wat bij dat heelal hoort- lichaam en geest- gaat verdwijnen. Maar hoe zit het met jezelf? Het gaat op in iets veel groters. Daar kun je bewust van blijven. Die dimensie kun je open laten, ook als zelfruimte. Als dat duidelijk is hoeven we niet meer verder te praten.
* * * * *
Labels:
Advaita,
Douwe Tiemersma
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten