Populaire berichten
-
Jan van Delden 27 maart 1951 - 14 november 2024 De liefde kennen is de liefde zijn In Memoriam Jan van Delden (27 maart 1951 – 1...
-
Ik wens je geluk. De levensomstandigheden hebben we niet in de hand. Maar of ik gelukkig ben of niet, dat is mijn vrije keus. Zeker, het lev...
-
Leonard Cohen: "Meditation is not what you think. You sit in absolute silence and your mind starts going over all your movies. During t...
woensdag 18 januari 2012
Wat doe ik hier nog?
Uit een gesprek met Douwe Tiemersma, Gouda, 28 september 2011
Wat doe ik hier nog?
Soms is het me duidelijk dat ieder streven totaal zinloos is. Dan is er zo helemaal niets dat ik het gevoel krijg: wat doe ik hier nog, wat heb ik ermee te maken?
Is dat een probleem?
Ja, soms wel. Dan kijk ik naar mijn kinderen. Het zijn prachtige kinderen, maar ik ben er niet en dat is er nog.
Het leven gaat blijkbaar wel door.
Ja.
Wanneer je zo heel duidelijk aanwezig bent in die sfeer van afwezigheid van de volheid van die betekenissen die in het gewone leven worden gegeven, dan is er een oneindige ruimte. Die oneindige ruimte ben je zelf. Voor zover het leven doorgaat zijn alle aspecten van het leven aanwezig. Het grote verschil met je oude situatie is dat je niet meer als persoon met dat leven aan het worstelen bent. Je bent primair aanwezig als die totaal open ruimte. Het leven is opgenomen in die grote openheid die zelf niet afhankelijk is van de tijd. Wanneer daarin de tijd opkomt dan zie je dat dit iets heel beperkts is. Maar ook daarin ben je zelf aanwezig. Het is dus niet iets dat los staat van jezelf. In al zijn beperktheid ben je dat zelf ook. Maar je ziet dat dat een heel beperkt gebiedje is.
Daar blijft toch niets meer van over?
In principe zie je de nietigheid ervan. En er is niet meer een ik-persoon die daarin zit en zich wil handhaven. Maar het is toch een bepaalde schepping met een rijkdom aan vormen. Ook die verschijnselen hebben dat nietigheidsaspect of die leegte in zich en tegelijk is het een rijkdom, een wonder. Dat betreft ook het eigen lichaam. Alles gaat gewoon door volgens de gewone wetmatigheden van het leven. Die totale openheid die in zichzelf niet afhankelijk is van tijd en ruimte, waarin geen streven, geen beoordeling zit en die hele wereld waarin dat gewone leven doorgaat, dat komt dus bij elkaar. En het is iets wat totaal geen grond in zich heeft. Het is een grondeloze non-dualiteit. Non-dualiteit wil zeggen dat het niet verschillend is van jezelf. Daarom kun je het ook gewoon laten gaan en dan merk je dat alles – ook de gewone dingen – gewoon doorgaan. Primair blijft de openheid die overal inzit. Of er nu vormen zijn of niet, dat maakt niet uit.
En als je zegt; ik ben alles. Dan bedoel je dat ik de ruimte ben en dat daarin alles verschijnt?
Als je het zo zegt is er nog een dualiteit. Dan krijg je het soort problemen die jij nu naar voren brengt. Wanneer je je terugtrekt in meer exclusieve zin dan ervaar je jezelf als bewustzijnsruimte waarin de verschijnselen opkomen en weer verdwijnen. Dat kan. Die instelling kun je innemen en dan ervaar je dat. Maar dan is er nog een bepaald standpunt van de waarnemer die zegt: dat zijn maar verschijnselen en wat moet ik er mee? Ze zijn eigenlijk niks waard. Alleen dat geeft al aan dat je op een bepaald niveau zit met elementen van een persoon die ergens waarde aan wil geven. Er is nog een tegenstelling tussen het zijn zonder tijd en de verschijnselen in de tijd. Omdat je eigen zijn oneindig groot is, is daarin alles te accepteren wat daarin aanwezig is, wat daarin verschijnt. Je bent letterlijk ook datgene wat je extern ervaart. Je bent intern het zelf van de dingen en van de ander. Pas wanneer je dat andere letterlijk hebt geaccepteerd als jezelf merk je dat er een werkelijke non-dualiteit is. Dat zelfzijn als waarnemer is dan totaal uit elkaar gespat en heeft overal zijn centrum. Dit wordt bedoeld met universeel bewustzijn. Dat betekent dus niet dat je op een veilig plekje blijft zitten en zegt: nu ben ik mezelf. Dan blijf je nog ergens een centrum houden en daar zit nog een rest in van het ik in die betrekkelijke zin, het ego. Wanneer werkelijk het binnenste buiten komt, wanneer je werkelijk al die verschijnselen, de anderen, je naaste, liefhebt als jezelf dan betekent het dat je daar helemaal mee samenvalt.
Zijn er dan helemaal geen ervaringen meer?
Dan is er een oneindig aantal ervaringen. Maar het zijn geen ervaringen meer van een ik die dat allemaal op zichzelf betrekt. Het is een geheel. Wat verschijnt verschijnt. Daar is verder niets over te zeggen.
Labels:
Advaita,
Douwe Tiemersma
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten