Populaire berichten

maandag 1 mei 2017

Stilte (Douwe Tiemersma)

Uit een Advaitagesprek met Douwe Tiemersma te Hoorneboeg, 5 april 2003

Stilte

[de stilte-perioden tussen de gesproken zinnen zijn niet aangegeven]

Het thema is stilte. Dus je weet wat je te wachten staat.
Maar het gaat natuurlijk om het bewust zijn van jezelf als stilte. Er zijn altijd wel stilteperiodes, maar ons gaat het er nu om daarvan te leren, om je bewust te worden van jezelf als stilte. Daarom is het misschien toch goed om op een paar dingen te wijzen.
Let eens op de geluiden en op het wegvallen van het geluid. Je bent gericht op het geluid, je bent je bewust van het geluid en even later valt het geluid weg. Dan zeg je: het is stil. Even later komt er weer een ander geluid op. Toch kan de stilte aanblijven. Waar zit die stilte? In de buitenwereld is haast altijd geluid. En toch is er een herkenning van blijvende stilte. Er is een hele drukte aan beelden in de wereld. En toch is er een ervaren van stilte. Dat ervaren van stilte is in ieder geval ook een ervaren van een dimensie in jezelf waarin je die stilte herkent, waarvan je vaststelt: dit is stilte. Als je je zo bewust wordt van stilte, dat je ook jezelf ervaart als stilte, dan is het duidelijk: jezelf als bewustzijn, jezelf als het weten van alle drukte in de wereld, van het geluid en de beelden in die wereld, het vaststellen ervan, dat is stilte. Maar, het is goed om preciezer te kijken naar wat dat stille weten nu eigenlijk is.

In de gewone wereld van alledag kijk je af en toe even terug en dan kun je het verhaal vertellen van de afgelopen dag, van de dingen die gebeurd zijn. Iemand vraagt je ernaar en je kunt zeggen wat je gedaan hebt. Blijkbaar is het zo dat door de dagen heen er een bepaalde registrerende instantie in jezelf aanwezig is. Psychologisch kun je dat geheugen noemen, maar dat zegt natuurlijk nog niks. Terwijl je bezig bent met alles, met alle activiteiten van de dag, is er blijkbaar een bepaalde instantie in jezelf die dat alles registreert zodat je dat achteraf ook nog eens kunt vertellen aan anderen. Of wanneer je ter verantwoording wordt geroepen, kun je zeggen: “Ja, dat en dat heb ik gedaan.” Dat is blijkbaar een voortdurende functie van het weten, het ‘geweten’, dat blijkbaar alles registreert. Natuurlijk kun je het in de psychologie oppikken en het als een bepaalde functie zien, een geheugenfunctie, een bepaalde reflexieve denkfunctie, maar wanneer je preciezer gaat kijken, heeft het weinig met het denken te maken. Het is alleen een registratiefunctie.
Natuurlijk zitten er persoonlijke elementen in, want het verhaal achteraf is altijd persoonlijk gekleurd. Alleen al het feit dat de gebeurtenissen geregistreerd zijn, geeft echter aan dat het proces niet op dat persoonlijke niveau van het denken aanwezig is. Je kunt namelijk ook over het reflexieve denken weer een verhaal ophangen, bijvoorbeeld: ik had eerst zo gedacht en toen dacht ik dit te moeten doen. Dus de registratie vindt niet plaats op het niveau van het denken en van het voorstellen. Want ook van deze psychische functies heb je weet, ook die worden geregistreerd. Het is iets dat voorafgaat aan het denken, voorafgaat aan de vormen, maar dat wel zo’n registrerende functie heeft. Dat noemen we nu het bewustzijn. Natuurlijk is dat vaak niet een helder bewustzijn zodat je precies alles kunt reconstrueren of weergeven, nee, het is iets wat veel meer op de achtergrond aanwezig, veel ruimer is, veel stiller is. Wanneer je bezig bent met je activiteiten, heb je daar blijkbaar het zwaartepunt van je aandacht en identiteit, maar toch blijft die registratie van bewustzijn doorgaan.
Waar het nu om gaat is om die registrerende functie te herkennen als je eigen zelf-zijn. Als je dat naar voren wilt brengen, is dat altijd moeilijk. Je moet je namelijk uitdrukken in een objecttaal, in een psychologische taal. Als mensen vertellen wat ze gedaan hebben, is dat dankzij een bepaalde psychische functie en dat past in het geheel van de psychische functies. Dan kun je alles mooi in kaart brengen met schemaatjes en zo, en dan lijkt het duidelijk. Maar, als je de situatie van jezelf bekijkt, zie je dat het registreren niet zomaar een mechanisme is dat ook een robot kan hebben, of een cassetterecorder die ook registreert. Nee, het is iets van jezelf als eerste persoon. Aan jou wordt gevraagd: “Wat heb je gedaan?” Dan zeg je: “Dat en dat heb ik gedaan.” Je wordt aangesproken als eerste persoon en je vertelt iets van jezelf als eerste persoon. Die registratiefunctie, dat bewustzijn, dat (ge)weten, dat ben je dus helemaal zelf. Je ervaart soms dat je dat meer zelf bent dan datgene wat je gedaan hebt. Dan vraag je je af: “Heb ik dat gedaan?” Dan zie je dus dat het zwaartepunt niet meer in die activiteit ligt, maar veel meer in die registratiefunctie, in het bewustzijn. Vanuit het bewustzijn kijk je terug en herken je jezelf: ja, dat was ik daar op die oude foto; maar ben ik dat? In zekere zin wel, in zekere zin niet. Voor zover je meer bent dan dat jongetje of meisje op de foto, zit je op het niveau van de stille getuige, dat stille bewustzijn, dat daar kennis van heeft. Tijdens dat stukje leven dat je primair leefde had je er een bepaald weten van en vanuit dat weten kun je nu zeggen: “O ja, dat en dat is gebeurde er toen.”
Je ziet hoe je standpunt of in ieder geval het zwaartepunt van je identiteit kan veranderen. Je kunt heel duidelijk in het stille bewustzijn aanwezig zijn en van daaruit alles aanschouwen. Als eerste persoon heb je dus verschillende mogelijkheden. Je kunt primair leven met primaire reacties, maar het is ook mogelijk dat je veel meer beschouwelijk gaat kijken. Dan heb je een ander standpunt. Natuurlijk, wanneer je primair in het leven staat, is er natuurlijk ook al een ik, daar zit ook al een stuk zelf-zijn, maar wel onder de omstandigheden van dat primaire leven. Maar, altijd is er ook enigszins een beschouwelijk standpunt van jezelf, zodat je over je handelingen kunt praten. Het is belangrijk om te zien dat, ook al zit je primair in je lichaam en leven, jezelf als registrerend bewustzijn ook aanwezig blijft. Ook al ben je je er niet zozeer bewust van, er is een stuk zelf-zijn met helderheid dat continu blijft registreren. Wanneer je je daar richt, krijg je een verschuiving van je zwaartepunt naar dat beschouwelijke vlak. Dat gebeurt bij alle mensen regelmatig. Dan merk je dat je niet meer zo direct geïnvolveerd bent in dat leventje. Je ziet het gebeuren, je hebt er wel een relatie mee, maar je ervaart je nu primair als bewust-zijn. Dus ook in dat directe leven van alle dag, zie je dus dat je als bewust-zijn op een stille manier aanwezig blijft. Daarin ben je niet betrokken in de wervelingen van het leven van alledag. Het is een gebeuren dat altijd doorgaat. Wanneer je je zwaartepunt daar langzamerhand naartoe laat verschuiven door er een klein beetje op te letten, door een klein beetje afstand te nemen, dan herken je jezelf steeds meer als dat stille bewust-zijn.

Boeken van Douwe
Douwe Tiemersma heeft een groot aantal boeken geschreven gerelateerd aan thema’s rondom non-dualiteit. Het Advaitacentrum heeft deze boeken uitgegeven. Deze zijn nog steeds hedendaags, relevant en via de link hieronder te bestellen.

https://www.advaitacentrum.nl/boeken

Geen opmerkingen: