Populaire berichten

vrijdag 31 juli 2015

Non-dualiteit van de ervaring

Uit een inleiding en Advaitagesprek met Douwe Tiemersma, Gouda 14 mei 2008 

Ja, we hebben het hier steeds over het herkennen van non-dualiteit. Het is duidelijk: je zult in de praktijk heel helder moeten herkennen dat non-dualiteit de werkelijkheid is, wil de tweeheid en het ermee verbonden lijden oplossen. Heel duidelijk zul je dit ervaringsmatig moeten vaststellen.

In het gevoel is dit het gemakkelijkst. Je kunt je bewust worden van je tastgevoel. Stel je voor dat de wind waait en dat je die wind op je huid ervaart. Welke werkelijkheid is dat? Wat ervaar je nu werkelijk? Er is een gevoel waarbij je niet meer apart de huid ervaart en de wind ervaart. In de ervaring is er één verschijnsel. Je kunt er verder over denken dat het twee kanten heeft, je huid en de wind, maar wat je ervaart is één verschijnsel. Je ervaart niet je huid apart en de wind apart. Ze zijn helemaal samen gekomen. Het is één gevoelsmatig verschijnsel. Noem het maar huid-wind. Ervaar je dat gevoel huid-wind in de ruimte? Zie je dat het lichamelijke van jezelf en wat zogenaamd van buiten komt helemaal samen zijn? De wind die waait. Als huid-wind ga je helemaal mee tot in de oneindige verte. Je moet gewelddadig ingrijpen om die twee weer uit elkaar te halen. In de gevoelsmatige ervaring gaat het alleen maar om dat ene. Dat gevoel huid-wind. De wind is niet zonder huid, de huid is niet zonder wind. Het is één verschijnsel.

Dat is ook zo met de smaak, als je met dit mooie weer een ijsje eet en je dit ijs proeft. Hoe zit het dan? ‘O, wat een heerlijke smaak - aardbeien, bananen, ...’ Hoe zit het daar? Hoe zit het met jezelf wat betreft die smaakervaring en datgene wat je proeft? Dat is toch ook één? Ik las laatst een stukje uit een boeddhistische tekst over het idee van ‘één smaak’. De interpretatie was dat je dan alles ervaart op dezelfde wijze. Er is geen voorkeur, er is geen afkeur. Waar we het in de advaitabenadering over hebben is een diepere betekenis.  In die ene smaak zijn niet alleen de scheidingen verdwenen die je maakt tussen de ervaren objecten, maar ook tussen jezelf, je ervaren en de objecten.. Dan is er niet een apart ‘ik proef’ en ‘dat wat ik proef’. Beide zijn bij elkaar gekomen. Er is één verschijnsel van smaak. Daarom heeft ook die situatie waarin je die ene smaak of dat ene gevoel duidelijk vaststelt, de neiging om universeel te worden. Waarom? Omdat er geen afscheidingen meer zijn. Je proeft iets, een aardbeien-ijsje. Als je heerlijk geniet van de smaak, ga je er gemakkelijk in op. Dan is er alléén maar ‘één smaak’ en die is universeel. Er is niets anders. Je pakt het ijsje en er is nog afstand; je brengt het naar je toe, geniet ervan en er is een samenvallen van jezelf en het ijsje. Je proeft een aardbeienijsje en weg ben je, weg is het ijsje: één smaak. Wat is de werkelijkheid? Je kunt er niets meer over zeggen, behalve dat jezelf en het ijsje één zijn. Dus zo herken je op het zintuiglijke vlak de non-dualiteit duidelijk: zo zit het.

In het horen verdwijnt ook de scheiding. Je hoort mooie muziek en je gaat erin mee: de scheiding is verdwenen. In het meegaan ontwikkelt ‘ik hoor/ben de muziek’ zich ruimtelijk en ontstaat er het letterlijk-oneindige zijnsgenieten. (Er is het geluid van een brandweerauto). Je hoort het geluid van de sirene en je kunt niet zeggen of dat ergens buiten is, of dat dat in je eigen sfeer aanwezig is. Er is een non-dualiteit.

Het zien is sterk dualistisch, want het zien stelt op afstand iets vast. Doordat wij in het Westen heel duidelijk visueel zijn ingesteld, is in ons idee alles op afstand aanwezig. De tweeheid heerst. Maar er is ook een ander zien, een gevoelsmatig zien waarin afstand niet aanwezig is. Als je ziet vanuit je hart merk je dat je in het zien bij en in de dingen bent. Je ziet het licht van de zon en je laat het licht in je komen. Elke afstand is weg. Zon en zelf zijn niet meer apart. Vanuit je hart zie je dan dat zelf-licht overal. Je ziet iemand anders vanuit je hart. De afstand valt weg en direct kun je vaststellen: er is geen tweeheid met die ander maar een non-dualiteit.

Geen opmerkingen: