Populaire berichten

woensdag 2 december 2015

Waarom streven naar verlichting (Victor Hooftman)

Laten we eerlijk zijn. Niemand is geïnteresseerd in wat voor soort verlichting ook als we gelukkig zijn. Zoeken komt voort uit ongelukkig zijn. Daarom zie je op fb en satsang altijd veel ongelukkige mensen.  En geluk is makkelijker te realiseren dan verlichting.  Zie hier de reden van het lage aantal bewusten. 

zaterdag 31 oktober 2015

De beperkingen verdwijnen, Satsang augustus 2005, Douwe Tiemersma

Uit een inleiding op Stoutenburg, 28 augustus 2005 – deel 1

In de ontspanning breidt zelf-zijn zich uit in alles en iedereen

 

Het is een mooi proces, het proces dat plaatsvindt als even de stilte valt. De beperkingen van je eigen sfeer verdwijnen. Je kunt de ervaring hebben dat je door de bodem van je persoonlijke sfeer zakt, dat je er onderuit valt in het naamloze, het onuitsprekelijke.

Als je intern helder blijft, is heel duidelijk vast te stellen dat dat gebeurt. Als je helder blijft, zie je ook wat nog niet is opgelost.

Dat proces van wegvallen en oplossen is het belangrijkste. Laat dat maar doorgaan. Wanneer het radicaal doorgaat, uitstekend, dan hoeven we nergens over te praten. Voor zover dat proces niet volledig doorgaat, is het nuttig om naar bepaalde dingen te kijken. Het is dan belangrijk dat je bij jezelf herkent welke mechanismen er zijn, welke situaties er zijn. Als je die herkent, dan weet je hoe het zit. Dan weet je ook hoe je oriëntatie zal moeten zijn om dat oplossingsproces door te laten gaan. Als je oriëntatie goed is, gaat het proces van verruiming verder. In de stille openheid gaat het proces verder. Daar gaat het om.

Zullen we nog eens kijken naar die verschillende kenmerken die veranderen in dat proces?

 

Je gaat zitten en er komt ontspanning. Stilte komt. De ruimte wordt groter. Zie maar vanuit je eigen ervaring: eerst praatte je als een ik-persoon met anderen; je bekeek de wereld rondom je; er was actie en reactie. Dan is er stilte, ontspanning. Je eigen zijn-sfeer verruimt zich.

Die verruiming - wat betekent die? Dat de grenzen die er eerst waren bij het ‘ik praat met iemand anders’ en ‘ik zit hier te kijken naar iets anders’, dat de grenzen tussen jezelf en de anderen en de wereld verdwijnen. Wanneer eenmaal die verruiming doorzet, dan is er geen houden meer aan, want die verruiming zet zich door tot in het oneindige. Ga maar kijken.

 

Als er nog ergens een blokkade zit, als er nog spanningen zijn, merk je dat direct. In helderheid stel je het vast: de verruiming zou nog verder kunnen gaan. Als je dat merkt, heb je ook een besef van dat ‘verdere’. Er is een besef van oneindig-zijn.

Als je je zo opent, gaat het proces verder in die richting. Dat betekent dat de ik-spanning verdwijnt die je beperkt hield. Dan is er onbegrensd zelf-zijn. Daarin wordt niets afgewezen, want bij elke afwijzing houd je iets op afstand. Het is een acceptatie van alles wat zich aandient. In de ontspanning breidt zelf-zijn zich uit in alles en iedereen.

 

Dit gebeurt het gemakkelijkst op het niveau van het gevoelsmatige zelf-zijn. Als je terugkeert naar je hart-gevoel, gaat dit heel gemakkelijk open en wordt dit oneindig. Voor de andere zintuiglijke sferen geldt hetzelfde. In het zien zit je meestal tegen de dingen aan te kijken, maar dat hoeft niet. Er is een ander soort zien dat open is, oneindig open. Je kunt je lichaam op een afstand zien als een ding, maar je kunt je lichaam ook zien op een wijze waarin je lichaamsgevoel zit, de interne ervaring je lichaam te zijn. Behalve als er iets met je lichaam aan de hand is, bij een ongelukje of zo, kijk je naar je hand als een object. Dan is er even een scheiding tussen jezelf en datgene waar je naar kijkt. Maar meestal is je lichaam opgenomen in je sfeer waarin je ervaring open is, zonder grenzen. De vele vormen van je lichaam zie je en toch ervaar je je lichaam intern als een geheel; je bent het totaal. In je gevoelsmatige ervaring is je zijnssfeer universeel. De hele kosmos is je lichaam. Terugkerend naar jezelf in ontspanning, ervaar je dat de hele werkelijkheid je eigen, ene, ongebroken sfeer is. Het is een oneindig ruim zijn.

 

Als je dit enigszins ervaart, zie je de beperkingen van een terugkeer naar een beperkt ik: ik tegenover de ander, ik tegenover de wereld. Je ziet hoezeer dat met spanning gepaard gaat, hoe kunstmatig die situatie is.

Iedereen die op een spiritueel pad zit, zal deze verschijnselen in min of meerdere mate ervaren. Je ziet ook dat mensen dat heel gemakkelijk herkennen. Als er iets meer ruimte komt, is er ook de herkenning dat dat belangrijk is. Alles wat ruimte geeft is positief, alles wat beperkt is negatief.

Laat dus het proces van verruiming maar radicaal doorgaan. De oneindigheid van ruimte zonder grenzen is er altijd al. 

Meer lezen? Lees het boek Satsang: http://www.advaitauitgeverij.nl/component/content/article/1298-satsang


vrijdag 30 oktober 2015

Awareness, aandacht

Aandacht is de als het licht van een laser van Bewustzijn.

Awareness is the light of a laser of consciousness.

zondag 25 oktober 2015

Woestijnvaders (Mozes de Donkere)

De fouten van een ander vallen snel op, maar voor de ander ben jij de ander.

Mozes de Donkere
(Woestijnvader, oorspronkelijk slaaf en van Ethiopische afkomst, via een roversbende komt hij bij de Woestijnvaders terecht, 332-407)

vrijdag 23 oktober 2015

Douwe Tiemersma op zijn sterfbed

Iedereen is licht...tot het lichtje uitgaat. Wel licht terug naar de Bron. Toen ik naast Douwe zat op zijn sterfbed keerde hij zich om, keek naar me zonder te kijken en ik zag alleen Licht in zijn ogen. Er kwam spontaan door me heen: Je bent er al... Het grootste kado dat hij me kon geven was om (na een paar dromen) niet meer langs te komen en zo te laten zien dat de persoon niet bestaat.

Pia de Blok

Foto van Nisargadatta Maharaj, de leraar van Douwe, gemaakt door Alexander Smit, een andere leerling van hem.

dinsdag 20 oktober 2015

Het leven is een dans. (Victor Hooftman)

Het leven is een dans
Een dans tussen vreugde en verdriet
Maar onthoud
vreugde en verdriet bestaat uit denken 
over vreugde en verdriet
Want vreugde heeft uiteindelijk geen tegendeel als verdriet
Vreugde is eenheid van het leven binnenin je met alles buiten je
Verdriet kan een deel van het leven zijn maar nooit het geheel
Totale vreugde is het totale leven en omvat vreugde en verdriet 

Zelfmoord ... als kans, lezing door Douwe Tiemersma

Staan voor zelfmoord als afsluiting en als kans
Over het oplossen van de fundamenteel-menselijke tragiek

Uitgewerkte lezing op het Symposium ‘Zelfmoord. Psychiatrische, filosofische en spirituele aspecten’, Bibliotheektheater Rotterdam, 11 december 2005

1. Inleiding

Mijn bijdrage zal zich richten op enkele filosofische en spirituele aspecten van de situatie waarin er suïcidale neigingen zijn. Die aspecten komen in het zicht vanuit een reflexief en spiritueel standpunt, en geven een perspectief dat meer begrip van die situatie oplevert.

Voordat ik iets over dit perspectief op zelfmoord als afsluiting en als kans zeg, moeten er eerst enkele andere dingen worden gezegd.

a) Als ik iets zeg over ‘staan voor zelfmoord als kans’, denk ik niet iedereen die de aantrekking tot zelfmoord voelt, te bereiken. Uit ervaring kan ik zeggen dat dat heel triest is. Vaak is de situatie zo ontzettend zwaar en de problematiek zit vaak zo diep dat er nauwelijks iets aan gedaan kan worden.
Hier zullen alleen enkele punten naar voren komen vanuit een filosofisch en spiritueel perspectief, die misschien bij sommigen aanslaan. Misschien geeft het perspectief bij enkelen iets meer licht en hopelijk zo ook enige verlichting.

b) Een tweede vooropmerking is: de wegen naar zelfmoord en de zelfmoord zelf zijn steeds verschillend. Allerlei factoren, maar steeds verschillende combinaties, spelen een rol. Er zijn vele statistische gegevens, maar deze laten eveneens de verscheidenheid aan situaties zien. Daarom is het moeilijk in het algemeen iets te zeggen. Als ik dat min of meer doe, ben ik me ervan bewust dat maar moet blijken of dat werkelijk voor alle gevallen geldt.

U begrijpt dat ik huiverig was om de uitnodiging hier te spreken aan te nemen. Toch moet er over gesproken worden, zo ver als dat gaat. Het grootste gebrek van de huidige situatie in de zorgverlening aan suïcidale mensen is, zo lees je ook in de literatuur, dat anderen sprakeloos blijven en die mensen aan hun eigen lot overlaten. Die reactie is begrijpelijk in veel gevallen, maar laten we toch het gesprek zo ver mogelijk doorzetten.

2. De afsluiting

Wat het meest opvalt bij suïcidale mensen is de steeds verdere existentiële afsluiting. Ook als er nog een gesprek mogelijk is, blijft de harde kern van hun lijden en wanhoop gesloten. Het lijkt er dan op dat je als gesprekspartner en als mens daar niet bij kunt komen, wat je ook probeert. In die kern blijft de ander vastzitten. Pogingen om die kern in een gesprek op te nemen, en zo minder zwaar te laten worden, zijn vaak tevergeefs.

Oorzaken
Wat relatief gemakkelijk ter sprake komt in het gesprek zijn allerlei factoren die bijdragen en bijdroegen aan de onhoudbaarheid van de kwellende situatie. Er zijn meestal tal van omstandigheden en gebeurtenissen te noemen: aanleg, opvoeding, liefdesverdriet, eigen wangedrag, psychische stoornis, waardoor een schuldgevoel ontstaat, enzovoort.
Iemand schrijft dat dit allemaal heel betrekkelijk is, omdat het gaat om een diepzittend onbehagen waarvan allerlei oorzaken voor kunnen worden waarvan geen enkele essentieel is. Er is zo’n diepgaand negatief gevoel en negatieve beoordeling van de eigen situatie (eenzaamheid, onmacht, walging, enzovoort) dat er geen hoop meer is op verbetering. Er blijkt geen zin meer in het leven te zijn, de persoon heeft geen zin meer in het leven. Dan gaat het soms verder naar de actie dit leven te beëindigen.

Het verlangen en de wanhoop
a) De wanhoop geeft al aan dat er een verlangen is naar een goed leven. Dat verlangen wordt ook vaak geuit. ‘Ik zou zo graag willen dat het wel goed was.’ Het is een verlangen naar verlossing van het vastzitten in existentiële pijn. Er is een besef van het goede leven en een verlangen ernaar. In het boek ‘Een te dunne huid’ van Bram Hulzebos staat een aantekening van zijn vader die zelfmoord heeft gepleegd: ‘ik wil zo graag genieten’(p. 89).
b) Maar dan is er de ervaring van de ellendigheid van het bestaan en die staat in fel contrast met het besef van het goede leven. Die ervaring is zo sterk en blijvend, dat de persoon overtuigt raakt dat deze bevrijding in dit leven nooit mogelijk zal zijn. Dat geeft een absolute wanhoop.
De steeds verdere existentiële afsluiting komt dus voort uit het conflict tussen a) een verlangen naar een goed leven en b) de sterke ervaring/overtuiging dat dit goede leven niet haalbaar is. Zo ontstaat er een negatieve spiraal van een steeds grotere frustratie en wanhoop.

3. De algemene menselijke tragiek: een filosofisch perspectief

Kunnen we hiervan nog iets begrijpen? Er zijn veel optieken van waaruit dat wordt geprobeerd, bijvoorbeeld de biologische (genetische, neurobiologische), de psychologische, sociologische optiek. Het is ook mogelijk en misschien verhelderend te beseffen dat het conflict tussen verlangen en frustratie een algemeen menselijke tragiek is.
Als suïcidaliteit te maken heeft met iets dat altijd met het menszijn is gegeven, is dus iets ervan ook in de eigen ervaring te vinden.

Ik noemde het achterliggende conflict bij suïcidaliteit en dat lijkt bij alle mensen min of meer aanwezig te zijn:
a) weten van geluk, een groots leven van het er-zijn – bewust-zijn – gelukkig-zijn, zonder beperking;
b) de ervaring dat dit er niet is en de overtuiging dat dit niet haalbaar is; de ervaring beperkt en vergankelijk te zijn, of:
a) een besef hebben van volledige vrijheid en b) de ervaring hebben van beperkt-zijn.
Dit conflict is de fundamentele menselijke tragiek. Mensen doen er alles aan om deze tragiek op te lossen of te negeren. Kijk maar naar alle compensatie-pogingen. Dit conflict oplossen lukt nooit helemaal en dat weten ze. Er is een fundamentele hunkering naar een geluk dat niet haalbaar blijkt te zijn. Zo is er een wijdverbreide diepe onvrede, frustratie, depressiviteit.
De afsluitende beweging waarover we spraken, is er in zekere mate bij alle mensen aanwezig. Het extreme conflict bij suïcide is vanuit de algemeen menselijke tragiek in principe voor iedereen kenbaar.

Zelfmoord is dan de uiterste consequentie van het principiële conflict van mensen, als er geen oplossing lijkt te zijn.
Blijkbaar is het conflict bij sommigen op een veel pijnlijker wijze aanwezig dan bij anderen. Hoe sterker het besef van vrijheid is, hoe gevoeliger mensen zijn voor het principiële onbeperkt-zijn, des te sterker is het besef van beperkt-zijn, onvrede, wanhoop. Het waren en zijn veel kunstenaars en wetenschappers die het conflict niet meer aankonden. Als het niet mogelijk is met dit conflict te leven, lijkt er alleen maar zelfmoord over te blijven. Dan heeft het conflict zich geradicaliseerd tot een onhoudbare situatie.

Is er een oplossing? Als de beoordeling van het menselijk bestaan niet al te zwart is, kan het zien van de algemeen menselijke conditie leiden tot aanvaarding. Veel mensen leren leven met de menselijke beperktheid. ‘Je moet het er maar mee doen’, ‘alle mensen zitten met dezelfde situatie van beperktheid en vergankelijkheid zijn dan enkele uitspraken die je hoort.
Maar hier is deze mogelijkheid blijkbaar afgesloten. De vergankelijkheid, onvermogen, pijn, wanhoop’; de situatie wordt niet geaccepteerd, terwijl die situatie als keihard wordt ervaren en onontkoombaar lijkt.

4. Het boven-persoonlijke bestaan en de non-dualiteit: een spiritueel perspectief

Als de situatie zo vastligt dat er geen oplossing op dit vlak mogelijk lijkt, is de enige mogelijkheid van oplossing het verlaten en loslaten van dit vlak. Als dit wordt losgelaten blijkt zich een ruimere zijnswijze te openen op een ruimer niveau. Dit niveau is dus niet meer dat wat tot het leven van de ik-persoon wordt gezien. Noem het maar een spiritueel niveau. Enkele toegangen zal ik noemen, over een paar zal ik iets meer zeggen. Zie deze aanduidingen maar als een uitnodiging.

4.1 Het Leven

We zagen al de algemeen menselijke sfeer als kader waarin de individuele problematiek wordt gerelativeerd. Het leven waaraan alle levende wezens deelhebben, is een nog ruimer kader. Dat inzicht is mogelijk.
Het leven is veel groter dan het individuele leven. Het leven gaat na de dood voort. Het stoort zich niet aan een zelfmoord. Hoe betrekkelijk is het eigen leventje niet.
Toch hebben we deel aan het grote leven, zolang er het eigen leven is. Als dit duidelijk is, verschijnt de persoonlijke situatie als erg relatief. Dan is de afsluiting opgeheven.

4.2. Bewust-zijn

Een verdergaande bewustwording omtrent het eigen zelf-zijn, de eigen identiteit, is ook een mogelijke weg. Het bewustzijn zal dan wel diep moeten gaan. Het principiële conflict is algemeen menselijk. We zullen dus op een nog fundamenteler vlak onze situatie bewust moeten worden, om misschien iets bewust te worden dat aan het conflict vooraf gaat.
We zullen zo’n standpunt moeten innemen waarop het hele leven, met ons zelf-zijn daarin, zichtbaar is. Dat standpunt is er in een verdergaande reflectie, dat wil zeggen, een terugblikken vanuit een grote afstand zodat het eigen leven als zodanig zichtbaar is. Als bewust-zijn kunnen we deze afstand nemen – doe maar een paar ‘stappen achteruit’, ga maar bijvoorbeeld op de Euromast of op de maan staan, en kijk dan terug op je eigen leven en dat van (andere) suïcidale mensen. Wat valt dan op?

Waarschijnlijk is dan de beperktheid en betrekkelijkheid van het bestaan duidelijk. Waarschijnlijk worden dan ook de definities en beelden van je wereld en van jezelf betrekkelijk. Je ziet hoezeer de situatie (wereld, zelf) die je niet accepteert van de definitie die je zelf geeft, afhangt. Je ziet hoezeer ze op jezelf als ik-centrum betrokken zijn.
Je ziet ook het gegeven dat mensen vastzitten in die definities en beelden (wereldbeeld, zelfbeeld) en dat dat een afsluiting is die verder kan gaan. Dat gaat dus verder dan het alledaagse wereldbeeld en de sociaal-psychologische identiteit (zelfbeeld, sociale identiteit). Het zelf-zijn wordt steeds meer afgesloten en ingeperkt. Er is een ik-gerichtheid, een egocentriciteit, het bekommeren om jezelf en dit kringetje wordt steeds kleiner. Het is een fuik die een steeds geringere kans geeft te ontsnappen.

Als het lukt dit op afstand te zien, zit je zelf als waarnemer (in ieder geval voor een deel) niet meer op het vlak van vastzitten. Er is blijkbaar enige vrijheid, omdat de blik ruimer is en de hele situatie wordt gezien. Op het platform in het centrum van de doolhof zie je de beperkte blik van de mensen die in de doolhof rondlopen en misschien vastlopen; je ziet ook ruimere mogelijkheden waarlangs je zelf en de anderen kunnen gaan.
Je definieerde eerst je mens-zijn als vastzittend in vergankelijkheid en ellende. Voor zover er een vrijheid is ten opzichte van deze situatie, is er de mogelijkheid de eigen situatie (definitie, identiteit als mens) te relativeren en los te laten.
Dat is een bevrijding van de relatieve werkelijkheid (mâyâ), die als hard en zwaar ervaren kan worden, als je je er in vastzet. Er is een zucht van verlichting. Bij sommigen komt het gevoel van kwaadheid op, omdat het leven tot dusver door zelf en anderen zo bekneld is geweest. Anderen gaan bulderen van het lachen, omdat nu de ‘grap’ is doorzien.

4.3. Nihilisme en overgave

Als de ruimere blik niet mogelijk blijkt te zijn, is er ook een kans om vrij te komen ín de extreme situatie zelf. ‘Alles heeft toch geen zin' en 'Dit leven ben ik liever kwijt dan rijk’ –gaat het om het definitieve afsluiten.
Maar kijk – zo heb ik het zelf ook eens ervaren – als alles geen zin heeft, als alles toch geen waarde heeft, mag alles wegvallen. Dan laat ik alles maar los, inclusief mijzelf, mijzelf die zo depressief is. Kijk, juist in het totale vastlopen en het opgeven van het bestaan als zodanig is er de kans dat het ‘ik’ van het ‘ik zit vast en wil van de ellende af’ wordt losgelaten.

Hoe vaster het ik komt en hoe zinlozer alles is, des te groter is de kans dat werkelijk alles wordt losgelaten, dat het zelf-zijn de sprong neemt naar bevrijding. Hoe dieper de ellende, des te hoger de sprong kan zijn.
Als dat alles me toch niet meer kan schelen en als ik mezelf waardeloos vindt, kan ik-zelf mijzelf en alles wat verkeerd zit loslaten. Dan valt alle zwaarte weg. Dan blijkt er iets nieuws te komen. Dat iets heeft geen vorm en zin voor een ik (de vormen en zin voorbij). Blijkbaar is er een zelf-zijn dat is groter dan het ik in verdrukking en dat boven het vastzitten uitgaat.
Het is niet voor niets dat in alle religies en spirituele tradities gesproken wordt van het doodgaan van het ego dat noodzakelijk is voor het werkelijke leven, van het sterven en de opstandig, het sterven van de graankorrel dat nodig is om vrucht te dragen, van de dodelijke werking van Kâlî of Shiva en de bevrijding.
Siddhartha, in het gelijknamige boek van Hermann Hesse (De Bezige Bij, Amsterdam 1971), had zijn leven helemaal verknald; hij zag geen uitweg en liet zich in de rivier glijden om nooit meer boven te komen.

‘Toen maakte zich uit de meest afgelegen gebieden van zijn ziel, uit een lang verleden van zijn opgebrande leven een klank los. Het was een woord, een lettergreep, die hij gedachteloos met stamelende stem uitbracht, het oude woord waarmee elk brahmaans gebed begon en besloten wordt, het heilige ‘Om’, ... En op hetzelfde moment dat de klank ‘Om’ Siddhartha’s oor bereikte, ontwaakte zijn geest plotseling uit de sluimertoestand waarin hij verkeerd had ... Wat al die kwellingen van de laatste tijd, al die ontgoocheling, die wanhoop niet tot stand had weten te brengen, bewerkte slechts dit ene ogenblik, toen het ‘Om’ tot zijn bewustzijn doordrong: dat hij zichzelf herkende in zijn ellende en dwaling.’

De afsluiting van de suïcidale persoon heeft een grote kans in zich tot een bevrijding te komen van de algemeen menselijke tragiek. Omdat het conflict op de spits wordt gedreven, alles wordt opgegeven en er het verlangen is, overschrijdt het conflict zijn eigen grenzen. De structuren van het menselijk bestaan die het conflict in stand houden (verlangen en frustratie vooral) mogen wegvallen.

Het grote probleem is meestal de identificatie van zichzelf met de situatie die als onhoudbaar wordt gedefinieerd. Als deze identificatie niet verdwijnt, blijft alleen zelfmoord over. Het is vanuit de ervaring van onhoudbaarheid van de eigen situatie ook mogelijk dat deze zo betrekkelijk wordt dat die wordt losgelaten, dus ook het ik van die situatie. Dat loslaten is een overgave. Mensen met een doodswens zeggen wel dat ze alles kwijt willen, maar dat is niet zo. Was dat maar zo! Als mensen bij me komen met een doodswens, spreek ik hen aan op hun identificatie, hun ik-betrokkenheid, en de noodzaak werkelijk alles los te laten.

4.3. Verlangen

We zagen dat er bij alle mensen een fundamentele hunkering naar geluk is. Iedereen wil gelukkig zijn. Dat wil ook degene die zelfmoord wil plegen. Het verlangen is er.
In het verlangen is al een groter ruimte dan die op de eigen plek lijkt te zijn. In je verlangen is er een groter zelf-zijn dan je als verlangende persoon denkt.
Het verlangen naar geluk is oneindig. Er is blijkbaar een besef van oneindig geluk, een weten van deze staat. Deze ‘staat’ is dus als een oer-weten in jezelf aanwezig. Het is al in jezelf aanwezig en je weet het. Dat is wat we ‘geweten’ noemen – daarbij gaat het niet om het geweten als een morele instantie, als een in zich opgenomen morele autoriteit die als een super-ego functioneert, maar om het letterlijk ‘ge-weten-hebben’ vanuit een ruimere sfeer, en dat weten is niet volledig weg.
In jezelf is altijd meer ruimte dan die je op een moment ervaart, er zijn altijd meer mogelijkheden waarvan je weet hebt. In het verlangen peil je die ruimte, reik je ernaar uit en ga je de grenzen van je vastzittend bestaan voorbij. In die zin is het verlangde er al, dat is de grotere ruimte.

4.4. Liefde

Even kort hierover het volgende.
Er zijn anderen die met je leven. Je leven bestaat niet alleen uit een geïsoleerd privé-leven, maar ook uit de relaties die jij en anderen samen hebben. Hun liefde hoort ook bij jou. Het leven is niet alleen van jou ook van anderen. Als het leven zo wordt gedefinieerd, is jouw dood is ook ten dele de dood van anderen. Voor die anderen zou de keuze kunnen doorslaan naar het leven.
Kay Redfield Jamison zegt aan het eind van haar boek De nacht is nabij (Luitingh-Sijthoff, Amsterdam 2001): ‘Het poëzie fragment dat ik op mijn bureau had liggen, was het fragment dat me naar het leven trok. Het is de laatste regel uit het gedicht ‘Disenchantments’ [Ontgoochelingen] van Douglas Dunn: Kijk naar de levenden, heb hen lief, en hou vol.’

4.5. Zelf-zijn en non-dualiteit

De problematiek wordt dus niet opgelost op het niveau van het fundamentele menselijke conflict. Dat blijkt ook niet mogelijk te zijn. De problematiek verdwijnt vanzelf als het conflictniveau wordt verlaten, dat is het niveau van het ik dat zich heeft vastgezet in het conflict. Het ik is geen probleem op zich, maar de opsluiting van het ik-zelf in een zelf-geconstrueerde kooi of fuik waarin geen uitweg meer gevonden wordt.
Als deze beperkende identificatie wordt losgelaten, blijkt er een ruim zelf-zijn te zijn dat niet wordt vastgehouden door allerlei ervaringen en ideeën van beperktheid en wanhoop. Het zelf-zijn blijkt niet verschillend te zijn van wat zich maar aandient, terwijl het door niets wordt beperkt.

Vanuit dit non-dualiteitsperspectief bestaat zelf-moord niet. Het zelf kan niet worden gedood.
Hier gaat het tweede hoofdstuk van de Bhagavadgita over, bijvoorbeeld vers 12:

Nooit is er een tijd geweest
dat Ik niet bestond
en dat jij en al die koningen niet bestonden.
En evenmin zal één van ons hierna ophouden te zijn.

Hoogstens kan een leven worden gedood waarmee een zelf zich heeft geïdentificeerd, terwijl het zelf vrij blijft van sterven.
Dat betekent voor de nabestaanden dat in dit perspectief altijd meer wordt gezien dan de overleden persoon zoals die er was met zijn of haar kwellingen.
Het gaat daarbij niet zozeer om het mogelijke voortbestaan van een ziel in een leven na dit leven, maar om de open dimensie die altijd al in en om de persoon aanwezig was en die de persoon zelf altijd al was.
Dat is het ruime kader waarin alles, zelfs de zelfmoord, een plaats kan krijgen.
Ik hoop dat dit ruime perspectief zich voor velen zal openen.

5. Besluit

We hebben dus verschillende kaders gezien met een ruimer perspectief dan die van de afgeslotenheid:
- de algemeen menselijke situatie
- het Leven
- bewust-zijn
- nihilisme en overgave
- verlangen
- liefde
- zelf-zijn en non-dualiteit

Juist als er zo’n extreme afsluiting dat zelfmoord waarschijnlijk wordt, wordt er afscheid genomen van de beperkte levenssituatie. Dat is de grote kans om afscheid te nemen van het beperkte zelf-zijn en de grenzen ervan te overschrijden, om te zien dat het zelf-zijn niet vastzit aan wat dan ook.
Dit boven je zelf uitkomen is niet een daad die datzelfde zelf-zijn uitvoert. Rationele automie in keuzes is er vaak niet. Het kan plaatsvinden vanuit het zelf-zijn dat al ruimer is.

Het ruimere perspectief is uitnodigend voor iedereen. Ze nodigt uit om meer te gaan zien dan de benauwdheid en wanhoop en zo ook meer te zijn. Het eigen standpunt verandert en daarbij  ontdekt het eigen zelf-zijn dat het ruimer is dan tot dusver gevoeld en gedacht.
Die verruiming gaat door tot een volledig wegvallen van de betrokkenheid van het ik op zichzelf, dat wil zeggen, tot een non-dualiteit.
Een definitieve oplossing voor het algemeen menselijke conflict en de specifieke eigen wanhoop is er dus in de realisatie van deze eigen non-duale sfeer die aan alles voorafgaat

zondag 18 oktober 2015

En als je sterft ... (Victor Hooftman)

Als je sterft zal het hart weer alles omvatten. Alleen totaal onpersoonlijk bewustzijn blijft over.

zaterdag 17 oktober 2015

Wij hebben gelijk (Victor Hooftman)

Wij hebben gelijk en zij hebben ongelijk. Dat zie ik in veel discussies terug. Maar weten we dan niet dat absoluut gelijk hebben niet bestaat? Dat alles relatief is? Dat het denken beperkt is?

woensdag 14 oktober 2015

maandag 12 oktober 2015

Bidden (J. Krishnamurti)

Bidden heeft natuurlijk weinig zin. Wie bid heeft het niet begrepen. Het gaat erom om bij jezelf te kijken hoe het zit. Binnenin je. Wat gebeurt er, kan ik dat gewaar zijn, zien. Kan ik mijn gevoelens en emoties zien opkomen op het moment dat ze ontstaan. Kan ik de gedachten zien verschijnen? Kan ik ontdekken wie mijn gedachten waarneemt? Permanent choiceless awareness. Daar had Krishnamurti het over, hoe zit het binnen in mij. Bidden laten we aan de onbewusten over.

Ego en Liefde (Victor Hooftman)

Om maar met de semantische discussie te beginnen: wat is ego? Ego is een set gedachten voortkomend uit het verleden, zich richtend op de toekomst, gehuisvest in een lichaam. In eerste instantie om te kunnen overleven maar gaande weg zich ontwikkeld tot het enige wat er toe doet.

Liefde is een dieper liggende laag gebaseerd  op niet alleen het ego maar ook op een als omvattende levensenergie en eenheid met andere.

Ego is van zijn aard beperkt door het denken. Het denken heeft een beperking en en nooit doorgronden wat hem en zijn gedachten heeft geschapen en ziet. Bewustzijn, aanwezigheid of totaliteit. Onbeperkte liefde komt voort uit on beperktheid en niet uit beperktheid.  Ego liefde is beperkt en een denk functie. En erg wankel, jaloers, naijverig en tijdelijk.

dinsdag 1 september 2015

Psychotherapie en advaita-onderricht, een eerste bepaling (Douwe Tiemersma)

Douwe Tiemersma

1 Psychotherapie en advaita-onderricht, een eerste bepaling

1.1. Definitie

1.1.1 Psychotherapie is een behandelingsmethode die is gericht op het oplossen van psychische problemen, op het herstel van de ‘gezonde’ psyche; ze gebruikt psychologische middelen.

1.1.2 Het advaita-onderricht is de instructie die is gericht op de radicale opheffing van existentieel ervaren beperkingen, op ‘bevrijding’ of ‘verlichting’; hierin zijn de middelen gedeeltelijk psychologisch, gedeeltelijk liggen ze op het terrein van het transpersoonlijke zelf-zijn.

1.2 Het uitgangspunt

1.2.1 In de psychotherapie is er een cliënt, iemand met psychische problemen die graag hiervan af wil. Daarnaast is er de psychotherapeut, die kennis heeft van psychische problemen en middelen om deze op te lossen of te verminderen.

1.2.2 Bij het advaita-onderricht is er de leerling die onbehagen in het leven ervaart en die naar bevrijding verlangt. Daarnaast is er de leraar die zelf de bevrijde staat kent en weet heeft van de weg daarnaar toe.

1.2.3 De overeenkomst - In beide situaties is er bij iemand een onbehagen over de huidige situatie en een notie van de situatie waarin dat is opgelost. In beide situaties is er iemand die de kennis en de vaardigheid heeft hem of haar bij het oplossen van het onbehagen te helpen.

1.2.4 Het verschil - In 1.2.2 is er een dieper onbehagen dan in 1.2.1, namelijk in het hele wereldse bestaan. De notie van bevrijding gaat daarom ook verder dan herstel van de gezonde psyche, namelijk radicale relativering en transcendentie van het persoonlijke bestaan in de wereld.

1.3 De analyse van de problematiek

1.3.1 Afhankelijk van de traditie waarin de psychotherapie staat, bespreekt deze laatste de problematische situatie in termen van conflicten tussen onbewuste driften en geïnternaliseerde regels, tussen interne aandriften en de buitenwereld waarin niet alles mogelijk is, tussen weerstand en aanwezigheid van dat wat niet wordt geaccepteerd, tussen conditionering en wensen, tussen verschillende zelfbeelden, in termen van cognitieve dissonantie, enzovoort.

1.3.2 In de advaita-benadering wijst men de scheiding van het ik en het andere/de ander als oorzaak van de problemen aan, dat is de foutieve identificatie van zelf-zijn met een bepaalde vorm en naam en het niet (onder ogen) zien van de eigen ongedeelde werkelijkheid als ?tman-Brahman, waarvan men toch weet heeft. Er is dan een fundamenteel conflict tussen de zijnservaring van ik-zelf en de wereld als het onbeperkte (bijvoorbeeld het boventijdelijke) en het vasthouden van de persoonlijke beperkingen in tijd enzovoort. Het is uiteindelijk het conflict tussen de als feitelijk ervaren eindigheid en de ideële oneindigheid, tussen het willen blijven leven en het loslaten van dit beperkte bestaan.

1.3.3 Overeenkomst – Beide benaderingen beschrijven de problematiek als een conflict of als een serie conflicten.

1.3.4 Verschil – Psychotherapie richt zich op de psychische conflicten in de persoon en op de gedragsconflicten in interpersoonlijke relaties.
De advaita-benadering ziet het door elkaar halen van eigenschappen van het persoonlijke ik en het hoogste zelf (?tman-Brahman) als grondslag voor de conflicten op (inter)persoonlijk vlak. Dit is zo fundamenteel dat het ook een kosmisch aspect heeft. Dan wordt de oorzaak van de conflicten toegeschreven aan de scheppende kracht: m?y? of shakti die ook gepersonifieerd wordt als de godin Shakti. De advaita-traditie sluit hierbij aan, maar ziet m?y? vooral als de kracht die versluierend werkt bij het kennen van de aard van zelf en wereld (?varani shakti).

1.4 De gerichtheid

1.4.1 In de psychotherapie is men gericht op het oplossen van psychische problemen, het herstel van de gezonde psyche.

1.4.2 Bij het advaita-onderricht is men gericht op bevrijding of verlichting: de radicale relativering van de scheidingen en beperkingen van de psyche en van het persoonlijke bestaan in de wereld vanuit een transpersoonlijk ongedeeld bewust-zijn, een herkenning van de oorspronkelijke non-dualistische aard van zelf en wereld.

1.4.3 De overeenkomst - In beide situaties is er een gerichtheid op een ruimere, vrijere zijnssfeer.

1.4.4 Het verschil - De vrijheid is in 1.4.2 radicaler dan in 1.4.1.

1.5 De middelen

1.5.1 In de psychotherapie bestaan vele psychologische methoden, die verschillen in theoretische context en praktische uitwerking. De aanwezigheid van een psychisch gezonde en empathische therapeut is ook een belangrijk middel.

1.5.2 De middelen bij het advaita-onderricht zijn gedeeltelijk psychologisch.
Zie voor toelichting: § 2.

1.5.3 Gedeeltelijk liggen de middelen op het terrein van het transpersoonlijke zelf-zijn. Hiervan is de aanwezigheid van een bevrijde leraar het belangrijkste. De methode is zo direct mogelijk, met zo weinig mogelijk middelen.
Zie voor toelichting: § 3.

1.5.4 De overeenkomst – Ook in het advaita-onderricht worden psychologische methoden gebruikt (1.5.2.). In beide benaderingen is de relatie met een ander met meer inzicht en vrijheid van groot belang.

1.5.5 Het verschil – Alleen in het advaita-onderricht is er de verdergaande transpersoonlijke en bevrijdende werking van Openheid, gedeeltelijk via het open-zijn van de leraar (1.5.3).

...

4 Psychotherapie en advaita-gerichtheid

4.1 In de psychotherapie kan de therapeut op (het besef van) advaita zijn gericht.

4.1.1 De psychotherapeutische gerichtheid (1.4.1.) heeft dan een verlenging gekregen naar bevrijding / verlichting, zoals in de advaita-benadering (1.4.2).

4.1.2 Dat is mogelijk, door de gezamenlijke gerichtheid op een ruimere, vrijere zijnssfeer (1.4.3).

4.2 De therapie met een advaita-gerichtheid zal veel overeenkomsten hebben met de psychotherapie in het advaita-onderricht. De paragrafen 2.2 – 2.4 zullen dan van toepassing op deze therapie zijn.

4. 3 Oplossing van het fundamentele conflict (1.3.2 en 1.3.4) gaat verder dan die van psychische problemen (1.3.1), zie hoofdstuk 3.

4.3.1 Veel mensen die met psychische problemen bij de psychotherapeut komen, hebben een fundamenteel conflict.

4.3.2 Voor zover de doelstelling van de psychotherapie wordt verruimd tot het helen van het fundamentele conflict, doorbreekt ze haar grenzen (1.1.1) en gaat ze over in een bevrijdingspad zoals dat van de advaita-benadering (1.5.2-1.5.3, hoofdstuk 2 en 3).

4.4 Een psychotherapie bij psychische problemen is geen algemene voorwaarde voor bevrijding / verlichting.

4.4.1 Veel psychische problemen verdwijnen bij de advaita-benadering voorbij het terrein van de psychotherapie (hoofdstuk 3).

4.4.2 Bij bepaalde mensen met psychische problemen is een psychotherapie, voorafgaande aan een advaita-benadering voorbij de psychotherapie, wel aan te raden.

4.4.3 Het is mogelijk dat bij een ‘bevrijde in dit leven’ neurosen zijn. Doordat er geen ik-persoon is die zich met de neurotische verschijnselen identificeert (per definitie), zijn er geen psychische problemen.

4.4.4 Een volledige verlichting veronderstelt het afwezig zijn van elke neurose.

Empathie

Als we het hebben over coaching empathie natuurlijk belangrijk. Hoe kijken we daar naar vanuit de Advaita? Hier een aanzet van Volker Hinten.

Vanuit de werkgroep psychotherapie/psychiatrie en non-dualiteit heb ik me voorgenomen me onledig te houden met de attitude van “de hulpverlener” waarbij het zwaartepunt wordt gelegd op zijn of haar vermogen tot empathie. Om te voorkomen dat de onledigheid tot een te grote verdichting komt heb ik me voorgenomen me voornamelijk te baseren op ervaringen vanuit mijn eigen werkpraktijk. Ik heb nu eenmaal wel een goede, maar ook een zeer luie inborst.
Verwijzingen naar wetenschappelijke onderzoeken aangaande dit onderwerp zult u in deze bijdrage moeten ontberen, maar mocht u na het lezen toch een behoefte ervaren om een wetenschappelijk onderbouwd onderzoek c.q betoog tot u te nemen, dan verwijs ik u naar Dr. Douwe Tiemersma die u graag hierbij van dienst zal zijn. Wel kan ik u berichten dat er wetenschappelijke studies zijn gedaan naar de effectiviteit van de diverse methodieken binnen de hulpverlening in de brede zin des woords, en dat daarbij aan het licht is gekomen dat de “effectiviteit” van welke gehanteerde methodiek dan ook, staat of valt met het vermogen tot empathie van de hulpverlener. En dat is wat mij betreft veelzeggend.

Attitude:

non dualiteit leert mij te herkennen dat de verschijningsvormen (der wezenlijkheid) divers zijn, maar altijd voortkomen uit, omhuld worden door, en doortrokken zijn van .. wezenlijkheid. De wezenlijkheid die ik ben is nooit beperkt door de vorm waarin ik manifesteer. Dus de wezenlijkheid van “de ander” wordt ook niet beperkt door de vorm waarin “de ander” manifesteert. Dus “wezenlijk” is er geen ander dan mij. Vanuit die wezenlijkheid bestaan er dus ook eigenlijk geen “cliënten”of “patiënten.”
Zij zijn mij en ik ben hun.. ( u weet wel..Ik ben U en Gij zijd MIJ).

Empathie:

Non-dualiteit leert mij dat het onmogelijk is om niet empathisch te zijn. Het is niet een vermogen dat opgebracht moet worden door een iemand. Hoe meer stilte, hoe minder weerstand, hoe meer ruimte om te “zien.” Het is iets wat op natuurlijke wijze ontstaat vanuit genoemde attitude. Alle denkbeelden ten aanzien van manieren om empathie op te brengen versluieren alleen maar je weerstand, angst en oordeel. Er is geen manier.

Methodiek:

Methodiek gebruik je altijd. Een verschijnsel als autisme vraagt nu eenmaal een andere aanpak dan een verschijnsel als schizofrenie of psychopathie. Je reageert er sowieso anders op. Je verdiepen in, en het je eigen maken van diverse methoden van aanpak is aan te bevelen. Maar vergeet nooit dat het gereedschappen zijn, geen doelen op zich. De beste methodiek is het kennen van de valkuilen van het (hulpverleners) ego, daaraan voorbij dient zich altijd de juiste methodiek aan. Verwekt door genoemde attitude en empathie.

“De grens tussen hulpverlener en bedelaar is zeer fragiel …
niet alleen qua inkomen, maar ook qua attitude.“

Waarom veelzeggend? Het directe contact is je werkvloer. De mate waarin “de ander” de vrijheid heeft zich te manifesteren overeenkomstig zijn aanleg en eigenschappen is altijd bepalend voor de ruimte waarin (verandering) processen zich kunnen afspelen.
Hoe meer deze ruimte wordt gevuld door ideeën, regels, aannames en andere “werkelijkheden“ van de hulpverlener, hoe meer de ideeën, aannames en “werkelijkheden” van de hulpvrager worden gevoed. Dit soort symbioses tussen parasiterende eenheden zouden beter vermeden kunnen worden. Want het hele idee van een dergelijk contact is nu juist dat hulpvrager en hulpverlener “verdwijnen”. Dat het idee van afgescheidenheid wordt herkend zoals we ooit op een dag het idee St.Nicolaas hebben herkend voor wat het werkelijk is. Een schertsfiguur die ieder jaar weer opduikt, ons een glimlach ontlokt en onschuldige kinderen verandert in kleine angstige en vilein manipulerende hebzuchtige monstertjes.
Dus..hulpverlener … u bent Sinterklaas niet .. u bent niet heilig en de problemen die zich in uw dagelijkse leven voordoen verschillen nauwelijks met die van uw hulpvrager.
Misschien dat uw hulpvrager zich wel in een betere positie bevindt omdat deze zich zijn problemen dusdanig gewaar is dat íe bereidt is naar een ander mens te gaan voor hulp.
Daar zit een groot aspect van openheid en kwetsbaarheid in. Dezelfde openheid waarmee U zich van uw taak dient te kwijten. Niet om de openheid van uw hulpvrager te gebruiken ter meerdere eer en glorie van uw door methodische kennis vervormde ego, maar door beschikbaar te zijn in de stilte en ruimte die u bent. Dán zal er iets kunnen gebeuren.

De hulpverlener als gerealiseerde?

Uit sommige artikelen aangaande psychotherapie en non-dualiteit kan je opmaken dat de hulpverlener een “gerealiseerde” (wat dat dan ook mag betekenen..) zou moeten zijn.
Nu ben ik echter de mening toegedaan dat dit een wat onrealistische benadering is.
Op zijn best zal het al zeer lovenswaardig zijn als hulpverleners kennis hebben aan, of moeite nemen zicht te krijgen op, hun eigen impulsen, conditioneringen, neigingen, merkwaardigheden en aan de stilte waarin al deze verschijnselen zich voordoen. Alleen al werken vanuit de vraag of het verschil tussen hulpverlener en cliënt nu werkelijk is, kan al leiden tot een grote en werkbare verandering van attitude. En dan zal je je ook nog kunnen afvragen of iedere (psychiatrische) cliënt met een hulpvraag nou wel op zoek is naar “verlichting” c.q zingeving c.q een verlichte benadering. Het hebben doorstaan van bepaalde (ongevraagde psychotische) belevingen wil nog niet zeggen dat men dan gediend is van een dergelijke benadering. Onverdeelde aandacht, betrokkenheid of materiële hulp zoals huisvesting, inkomensbeheer, problematisch middelengebruik, belangenbehartiging, of medicatie maken over het algemeen het gros van de hulpvragen uit. En daar is uiteraard helemaal niets op tegen. Ook niet tegen een gerealiseerde hulpverlener, die kan net zo goed een uitkering regelen, belangen behartigen, teennagels knippen of iemand op z’n donder geven die tegen de afspraken in toch cocaïne heeft gebruikt.

Wordt vervolgd …

Volker Hinten

zaterdag 29 augustus 2015

Mindfulness, Thich Nhat Hahn

Overgenomen uit de dagblad Trouw.

Zenmeester Thich Nhat Hanh (85) bracht het fenomeen mindfulness naar het Westen. Vanuit zijn Franse kloostergemeenschap Plum Village laat hij mensen ervaren dat geluk maakbaar is. 'Ik probeer een eeuwenoude schat te ontsluiten.'

Thich Nhat Hanh
Starend in de vijver begint Thich Nhat Hanh (85) de dag. Naast hem zitten 'zijn' nonnen en monniken, allemaal met kaalgeschoren hoofd en gekleed in donkerbruine pij. De zon komt op over Plum Village, het boeddhistische klooster gelegen in een uithoek van de Franse Dordogne. Zoals de zenmeester, vredesactivist en Vietnamese monnik daar zit, op een doorkliefde boomstam, is hij de rust zelve.

Thich Nhat Hanh is de man die het begrip 'mindfulness' introduceerde in het Westen. Mindfulness betekent zoveel als bewust of aandachtig leven. Het begrip heeft in korte tijd een enorme vlucht genomen; massa's mensen zweren erbij, en vooral onder psychologen kent het grote populariteit. Nederland telt inmiddels meer dan vijftig sangha's, lokale meditatiegemeenschappen, geschoeid op de leest van Thich Nhat Hanh. De 2100 kaarten voor zijn lezing, eind augustus in het World Forum in Den Haag, waren in een mum van tijd uitverkocht.

Wat mindfulness echt inhoudt wordt pas duidelijk door te kijken naar hoe de zenmeester beweegt, spreekt en uit zijn ogen kijkt. Vloeiende armbewegingen, behoedzame stappen, doordachte zinnen: hij belichaamt het begrip.

Kort wijst hij naar de vijver; de allereerste lotusbloem van het jaar springt net open. Een 'heilige lotus', voor boeddhisten symbool voor zuiverheid. "Interview die maar", zegt Nhat Hanh, terwijl hij opstaat en wegloopt. "Die heeft je een hoop te vertellen."

Bijna slaat de vrees toe dat de monnik het meent. Een Amerikaanse journalist die voor een interview kwam troonde hij ooit mee op een wandelmeditatie - in volkomen stilte. Sowieso geeft Thich Nhat Hanh nauwelijks interviews, een van de laatsten die de eer had was Oprah Winfrey.

Zijn streven naar vrede ten tijde van de oorlog in Vietnam - hij zette er een grote vrijwilligersorganisatie voor jongeren op - kwam Nhat Hanh duur te staan: hij werd voor bijna veertig jaar verbannen. Martin Luther King, die hem voordroeg voor de Nobelprijs voor de vrede, noemde de zenmeester een 'apostel van vrede en geweldloosheid'.

Nu woont hij al tijden in Frankrijk, vlakbij zijn eigen kloostergemeenschap Plum Village, die hij dertig jaar geleden oprichtte. Er verblijven niet alleen monniken en nonnen, als leek kun je er ook retraites volgen. Canadezen, Brazilianen, Zuid-Koreanen, van over de hele wereld komen mensen naar Plum Village toe. De bewondering voor Thich Nhat Hanh neemt nog net geen vorm van verafgoding aan. Hij woont zelf niet tussen de gemeenschap - om niet voortdurend aangeklampt te worden. Geen overbodige luxe, blijkt wel. Als een Amerikaanse dame hoort dat ik hem zal spreken, vraagt ze me een briefje door te geven aan 'Thay' (meester), zoals zijn volgelingen hem liefkozend noemen. En een Canadese volgelinge gaat nog verder: zij wil dat ik hem haar zelf ontworpen medaillons laat signeren.

Het blijkt mee te vallen. De lotus hoeft niet in zijn eentje alles te vertellen. Thich Nhat Hanh wijst de weg naar zijn kamertje in Plum Village. Daar gaat hij op de grond zitten. Gewoontegetrouw in lotushouding, pal tegen de muur.

Wanneer ontdekte u dat 'mindfulness' u gelukkig maakt?

Thich Nhat Hanh reikt naar zijn kop thee. Minutenlang blijft het stil, voor hij zacht begint te spreken. "Het inzicht kwam langzaam, nadat ik het boeddhisme diep had bestudeerd. Op de goede wijze mindfulness beoefenen, ontdekte ik, brengt geluk. Ook in tijden van oorlog en destructie. Juist toen, in Vietnam. Ik werd overweldigd door wanhoop en zorgen, maar dankzij de oefeningen overleefde ik.

"Zo kon ik mensen helpen. Het 'geëngageerd boeddhisme', zoals ik het noem, is in de oorlog geboren. Mindfulness is ook: bewust zijn van wat er gaande is in de wereld. Weten dat mensen dood gaan door geweld of honger. Praktiseren doe je niet alleen in de tempel, maar ook daarbuiten. Na een bomaanslag kun je gewonden en wezen helpen. Boeddhisme kan overal in de maatschappij gepraktiseerd worden. Door politici, studenten, leraren. En zelfs door soldaten."

Soldaten?

"Ja, net zo goed door soldaten. Door mindfulness aan te wenden als je anderen helpt, houd je het langer vol. Het behoedt je voor wanhoop, woede en frustratie, en levert minder lijden op. Sterker, het lijden wordt opgeheven. Wie toch lijdt, past de oefeningen niet goed toe.

"Honger heb je nodig om met plezier iets te eten. Zo is geluk te herkennen tegen de achtergrond van lijden. Omdat ik de oorlog in Vietnam van dichtbij heb meegemaakt, koesterde ik het stoppen van het doden enorm. Je moet niet te bang zijn voor lijden. Je moet het kunnen aanraken om geluk beter te waarderen."

Wie geen lijden kent, kan dus niet echt gelukkig zijn?

"Overal ter wereld is genoeg lijden om gebruik van te maken. Het is onnodig om daarvoor naar een arm land te reizen. Vieze modder brengt een schitterende lotus tot bloei. Geluk hangt van jou af."

Geluk is maakbaar?

"Ja."

Heeft iemand die ongelukkig is dat dan aan zichzelf te wijten?

"Het probleem is, dat we geneigd zijn om geluk te zien als iets groots. Maar het is iets heel kleins. En het is meteen te produceren. Een paar stappen zetten in mindfulness kan ons lichaam binnen een paar seconden vervullen met geluk, vrede en kalmte. Geluk is een gewoonte, zoals tandenpoetsen. Rustig tandenpoetsen, niet gehaast. Een moeder kan het haar kind leren."

U heeft het boeddhisme vertaald naar westerse methode. Waarom is dat nodig?

"Ik doe dat niet zozeer speciaal voor het Westen, maar voor jongeren, de nieuwe generatie. Want vaak volgen mensen de oude teksten en oefeningen, maar zonder tot de essentie door te dringen. Eigenlijk heb ik een eeuwenoude schat geprobeerd te ontsluiten. De leer was gewoon niet simpel genoeg."

Kan iedereen 'mindful' zijn?

"Ja. Ook wie van nature niet zo aandachtig leeft, kan het met een beetje hulp toch één of twee momenten zijn. Bij de thee of het ontbijt. Desnoods kan een vriend je eraan herinneren. Dat is het fijne van een gemeenschap als Plum Village. Wanneer een ander langsloopt die vrede en energie uitstraalt, weet je weer dat jij daar ook toe in staat bent."

Mindfulness is mateloos populair, het is een heuse industrie geworden. Bent u niet bang dat mensen aan de haal gaan met uw ideeën?

"Begrippen als democratie of vrijheid worden ook verschillend uitgelegd. Natuurlijk is er veel onbegrip over mindfulness. Een groot misverstand is dat het een dogma is, iets theoretisch. Maar het is een vaardigheid. Praten over mindfulness zonder het toe te passen leidt nergens toe."

Maar er ligt bij wijze van spreken zelfs mindfulness badzeep in de schappen.

"Dat is prima, afhankelijk van hoe het gebruikt wordt. Als iemand na het lezen van het woord 'mindfulness' bewuster van zijn douche geniet, is het goed."

Een paar jaar geleden raadde een Nederlandse psychiater zijn cliënte aan te stoppen met haar medicijnen, en moedigde haar aan om naar Plum Village te gaan. Ze raakte in een diepe psychose na een meditatiesessie, en moest acuut opgenomen worden in het ziekenhuis. Wat doet u om dit soort situaties te voorkomen?

"De gemeenschap oefent een aantrekkingskracht uit op mensen met ernstige aandoeningen. Pas is er nog iemand op het dak geklommen. Van gasten die aandoeningen hebben, weten we dat meestal niet, omdat ze dat proberen te verbergen. We zijn geen psychiatrisch ziekenhuis. Als ze hier niet beter worden, ligt dat niet aan het programma.

"Mensen willen vaak te snel gaan. En bijvoorbeeld meteen stoppen met medicijnen. Maar zoiets moet langzaam afgebouwd worden. Misschien zei die Nederlandse psychiater wel: 'Je moet niet rekenen op medicijnen alleen'. Die cliënte wilde het zelf graag horen, denk ik. En hier trof ze niet de juiste broeder of zuster die haar kon helpen. Maar dat laatste kan niet de enige reden geweest zijn dat ze in het ziekenhuis belandde."

Zelf vertelde u over een vrouw die aan kanker leed, opgegeven was door de artsen, en nog maar drie maanden te leven had. Na haar verblijf hier, beweerde u, kon men plots geen tumor meer vinden, en leefde de vrouw nog 19 jaar. 'Mindfulness kan wonderen verrichten', zei u. Gelooft u echt dat deze vrouw beter is geworden door mindfulness?

"Dat weet ik niet precies. Maar het was duidelijk dat ze haar situatie accepteerde, ook de naderende dood, en probeerde te genieten van iedere minuut die ze nog had. Ze wijdde zichzelf honderd procent aan het heden: dat is mindfulness. Wanneer je alles loslaat, heeft je lichaam de capaciteit te herstellen."

Vindt u het niet gevaarlijk om te suggereren dat mensen hier kunnen genezen van dodelijke ziekten?

"Het is gewoon een verhaal, niet bedoeld om iemand over te halen. Er kan een wonder gebeuren als je je lichaam toestaat volkomen te ontspannen. Dat betekent niet dat we aanraden te stoppen met doktersbezoek of medicijnen. We hebben die vrouw zelfs gedwongen naar de dokter te gaan. Het blijft een wonder."

U bent nu 85 jaar. Wat wilt u nog doen?

Bij wijze van antwoord geeft de zenleraar een stomp tegen zijn bovenbeen, en verheft even zijn stem. "Zoals ik het zie, ben ik niet dit lichaam." Hij wijst naar de monniken en nonnen die tijdens het interview niet van zijn zijde zijn geweken. "Ik zie mijzelf in hem, en in haar. Ik zal nog lang voortbestaan. We zijn een rivier, geen druppels water, geen individuen. Wat we willen doen, doen we iedere dag. Er is niets anders waar we op hopen. Jonge mensen blijven komen. De rivier stroomt en groeit, en dat is prachtig. We zien bezoekers hier samen lachen en zich met elkaar verzoenen. Ons geluk is gemaakt van het geluk van anderen. Zo voelen wij het allemaal."

Thich Nhat Hanh schuifelt weg. "Vergeet je de lotus niet? Echt, die heeft je een hoop te vertellen."

woensdag 26 augustus 2015

The basic unity in every situation (Douwe Tiemersma)


The basic unity in every situation
by dtiemersma
Advaita Post Volume 16, No. 2

Text Satsang

From an advaita talk with Douwe Tiemersma, Schiermonnikoog, February 6, 2005

The basic unity in every situation

With most spiritual traditions it’s about learning to see and experience certain things. These can be beautiful experiences or great truths. But when the person who has these experiences stays more or less the same, what’s really changed? The experiences can be important for the person, so the person remains. In Advaita it’s about a realization that is so radical that everything changes. The insight that breaks through means that a totally different situation arises. There is an insight of how it is, while at the same time, there is an actualization of that newness. Both go together. If you want to stick to a certain place and attempt to understand everything from there, things may become a bit clearer mentally, but it goes no further. You can learn many wise things, but if it stays with: “I know it”, “I find that important”, “Now I know that”, then you get a head full of wisdom while the old situation remains essentially the same. So you can fill up all the bookshelves in your head, but it doesn’t do much. It’s about the complete realization of the absence of the old ‘I’-person, the absence of the ‘I’-person who says, “I think”, “I know”, “I understand”. It’s about that ‘I’ disappearing.

The ‘I’ is a set of self-images, stories and cramps. They are just stories, it’s just a little piece of tension. When you relax, there’s just nothing left. You walk on the beach, the sea, the blue sky and there’s no person to be seen. Actually, this situation is always already there. It’s just that when you hold onto all kinds of things in your head, an ‘I’ gets recreated. When these wrong images disappear, when these contractions disappear, it’s lucid. See how easily this lucidity is disrupted when you create certain images. It clouds the view and narrows the consciousness. When the grasping after those images ceases, it’s all clear again. It’s that simple. That grasping has to do with the creation of boundaries. That is the basis of all suffering. When the grasping disappears, everything is open and lucid; there is no boundary to be seen. For so long as things continue, they happen by themselves. There is no ‘I’ that has to do anything.

But you can’t force that, can you? Doesn’t it just happen to you?

It’s a question of looking. You look and see: there’s absolutely no ‘I’. It’s artificial to bring in all sorts of ideas there. When you let go of all that artificiality there’s no person to be found. You have to think about it in order to create a person again with all kinds of ideas about characteristics, functions, locations, etc… When you just let go of all that, it’s gone. Then, at most, they are phenomena that come and go. They remain light and transparent. There’s no clumping together of something that wants to maintain itself. When these clots dissolve, what’s left over? Temporary energetic phenomena in the great space. It’s a game. So too, reciprocally: don’t restrict one another. Because you don’t just restrict yourself internally, but in relationships, too. All kinds of images are projected onto a particular place with a particular name. Partially, you take that on. Also partially not, and then you emanate: I’ll just show you who I am. Then you get the situation of relationships and individuals who try to hold themselves and each other down to a particular place. When you create separations you need all kinds of external rules in order to keep the ball rolling. Then there can be many ideals, but if the starting point is wrong, the suffering remains. Actually, it’s much more like a sea with waves. A small wave rises and a moment later it’s gone again and then other wavelets arise. There is just one ocean and some wavelets arise there, but the basic unity remains.

Then wouldn’t you be completely unable to communicate with one another? When you use words, immediately there are all kinds of images.

Of course, that’s how it goes, but these are all things that disappear again too. Of course, the chatter about this and that is all nonsense. You shouldn’t make it more important than it is. But what’s it really about? We enjoy being together and so we say something now and then. What we say doesn’t matter that much. The underlying connection doesn’t depend on talk. It wouldn’t be so good if that was the case. So when you talk, don’t restrict the other in images. When it’s a relationship that rests on this deeper connection, something can be said now and then and then it’s good. You can be quiet and then it’s also good.

 

So it’s best to stay with your own openness.

 

That’s the most important. That should be very clear, in every situation. Because every situation has the tendency to harden. Especially in reciprocal discussions, in communication, in relationships, it happens very easily and subtly. It’s not just on the level of the sentences that you speak, it also happens quite directly on the emotional level, on the energetic level. When you stay with yourself, when you remain completely open, then you see a change in your environment. Then something has changed, not only in yourself in relation to this cramp, but you see that the whole situation has changed through this openness. Then the old things just aren’t so important anymore. When you are open, this basic unity is there. You don’t even have a clear center anymore. Then it doesn’t matter anymore if a particular energy comes towards a particular body, you don’t feel attacked by it because you’re not closed in there. If, for example, some aggression comes towards you and you begin to laugh from out of that openness, that aggression is immediately gone.

 

******

dtiemersma | February 1, 2015 at 7:08 am | Tags: recognizing the basic unity in relationships, recognizing the basic unity of life, the basic unity underlying every situation | Categories: Advaita Post | URL: http://wp.me/p29lxm-xB
Comment    See all comments    Like
Unsubscribe to no longer receive posts from thegroundlessopenness.
Change your email settings at Manage Subscriptions.

Trouble clicking? Copy and paste this URL into your browser:
https://thegroundlessopenness.wordpress.com/2015/02/01/the-basic-unity-in-every-situation-2/
Thanks for flying with  WordPress.com

dinsdag 25 augustus 2015

Post NL maakt boeken zoek!

PostNL heeft 25 boeken van onze uitgeverij Advaita kwijtgemaak. Na weken zoeken belde ze me op. Ik kan een nieuwe gratis pakketzegel krijgen van 6,75 euro. PostNl heeft de boeken naar Bussum gestuurd I.p.v. naar Culemborg. Track en Trace blijkt ook geen zin te hebben. Een vergoeding krijgen we niet want het is niet aangetekend verstuurd. Ja, als je alle boeken die je verstuurd moet gaan aantekenen worden de boeken nog duurder ...
Shame on you PostNl. #PostNL

Misschien toch maar DHL of een van de andere gaan proberen.

zondag 23 augustus 2015

NU

Het is de tijd dat de libellen sterven. Soms hangen ze nog aan de takken. Overleden en wel. De Libelle is zich nooit bewust geweest van zijn of haar sterfelijkheid. Je kan jezelfs afvragen of ze wel sterven, want er was in feite niemand om te sterven. Er was slechts Leven. Er is slechts het eeuwige NU. Problemen kunnen nooit bestaan in het NU.

Victor

vrijdag 21 augustus 2015

woensdag 19 augustus 2015

Illusie (Victor Hooftman)

De pinguïn kijkt verveelt naar buiten.
De zwaan draait zijn nek ver om achter zich te kijken.
De merel kijkt me aan.
De boeddha zit tussen ze in.
In serene rust, te mediteren.
Ze zijn van glas, van hout.
Ik hoor ze zeggen tegen elkaar dat ik niet besta.
Dat ik een illusie ben.
Want ik ben van vlees en bloed.

Victor

maandag 17 augustus 2015

Problemen oplossen

Het beste wat je de mensheid kan geven is je eigen realisatie van het Nu. Als je problemen op gaat lossen creëert dat altijd een nieuw probleem. Het nieuwe probleem ontstaat doordat je zelf ook wat wilt bereiken. Onbaatzuchtigheid bestaat niet in het ego.

The best thing you can give to humanity is your own realization of the Now. If you are going to solve problems it always creates a new problem. The new problem arises because you also want to achieve something. Altruism does not exist in the ego.

Victor

vrijdag 14 augustus 2015

Stilte.

Als je het vermogen heb stil te zijn waarom zou je dan niet stil zijn? Hoe brengt stilte iets over?

Victor

maandag 10 augustus 2015

De zon blijft schijnen (Victor Hooftman)

De zon blijft schijnen,
Mijn hemel blijft blauw,
Ik ben waar ik zijn moet,
Gearriveerd in het Westen,
Gearriveerd in het Oosten,
Ik hoef niets meer,
Ik ben klaar met het werk,
De zon blijft schijnen,
Maar dat deed hij altijd al,
Achter de wolken altijd en eeuwig,
Ik mag rusten en dansen,
Ik mag schreeuwen en mediteren,
Ik mag alles want er zijn geen normen,
De moraal is weggevaagd,
Ik ben gelukkig,
Omdat ik niets meer hoef,
Ik ben gelukkig,
Omdat ik nog steeds van alles mag.

Defending ...

What are you defending if you exhibit defensive behavior?

maandag 3 augustus 2015

Nisargadatta Maharaj

De Nederlandse Advaita is vooral geïnspireerd door Nisargadatta Maharaj. Uit Bombay tweede helft van de vorige eeuw.  Niet iemand uit de hogere kringen maar een verkoper van Indiase sigaretten.  Om een paar leerlingen te noemen die hem bezochten: Wolter Keers, Alexander Smit en Douwe Tiemersma. Op de foto even een kern genoemd van de advaita zoals hij dat puntig kon vertellen.

Victor

zaterdag 1 augustus 2015

Een haiku

Hoe verfrissend
Het hinniken van een pakpaard
Dat is ontdaan van al zijn lasten!

vrijdag 31 juli 2015

Non-dualiteit van de ervaring

Uit een inleiding en Advaitagesprek met Douwe Tiemersma, Gouda 14 mei 2008 

Ja, we hebben het hier steeds over het herkennen van non-dualiteit. Het is duidelijk: je zult in de praktijk heel helder moeten herkennen dat non-dualiteit de werkelijkheid is, wil de tweeheid en het ermee verbonden lijden oplossen. Heel duidelijk zul je dit ervaringsmatig moeten vaststellen.

In het gevoel is dit het gemakkelijkst. Je kunt je bewust worden van je tastgevoel. Stel je voor dat de wind waait en dat je die wind op je huid ervaart. Welke werkelijkheid is dat? Wat ervaar je nu werkelijk? Er is een gevoel waarbij je niet meer apart de huid ervaart en de wind ervaart. In de ervaring is er één verschijnsel. Je kunt er verder over denken dat het twee kanten heeft, je huid en de wind, maar wat je ervaart is één verschijnsel. Je ervaart niet je huid apart en de wind apart. Ze zijn helemaal samen gekomen. Het is één gevoelsmatig verschijnsel. Noem het maar huid-wind. Ervaar je dat gevoel huid-wind in de ruimte? Zie je dat het lichamelijke van jezelf en wat zogenaamd van buiten komt helemaal samen zijn? De wind die waait. Als huid-wind ga je helemaal mee tot in de oneindige verte. Je moet gewelddadig ingrijpen om die twee weer uit elkaar te halen. In de gevoelsmatige ervaring gaat het alleen maar om dat ene. Dat gevoel huid-wind. De wind is niet zonder huid, de huid is niet zonder wind. Het is één verschijnsel.

Dat is ook zo met de smaak, als je met dit mooie weer een ijsje eet en je dit ijs proeft. Hoe zit het dan? ‘O, wat een heerlijke smaak - aardbeien, bananen, ...’ Hoe zit het daar? Hoe zit het met jezelf wat betreft die smaakervaring en datgene wat je proeft? Dat is toch ook één? Ik las laatst een stukje uit een boeddhistische tekst over het idee van ‘één smaak’. De interpretatie was dat je dan alles ervaart op dezelfde wijze. Er is geen voorkeur, er is geen afkeur. Waar we het in de advaitabenadering over hebben is een diepere betekenis.  In die ene smaak zijn niet alleen de scheidingen verdwenen die je maakt tussen de ervaren objecten, maar ook tussen jezelf, je ervaren en de objecten.. Dan is er niet een apart ‘ik proef’ en ‘dat wat ik proef’. Beide zijn bij elkaar gekomen. Er is één verschijnsel van smaak. Daarom heeft ook die situatie waarin je die ene smaak of dat ene gevoel duidelijk vaststelt, de neiging om universeel te worden. Waarom? Omdat er geen afscheidingen meer zijn. Je proeft iets, een aardbeien-ijsje. Als je heerlijk geniet van de smaak, ga je er gemakkelijk in op. Dan is er alléén maar ‘één smaak’ en die is universeel. Er is niets anders. Je pakt het ijsje en er is nog afstand; je brengt het naar je toe, geniet ervan en er is een samenvallen van jezelf en het ijsje. Je proeft een aardbeienijsje en weg ben je, weg is het ijsje: één smaak. Wat is de werkelijkheid? Je kunt er niets meer over zeggen, behalve dat jezelf en het ijsje één zijn. Dus zo herken je op het zintuiglijke vlak de non-dualiteit duidelijk: zo zit het.

In het horen verdwijnt ook de scheiding. Je hoort mooie muziek en je gaat erin mee: de scheiding is verdwenen. In het meegaan ontwikkelt ‘ik hoor/ben de muziek’ zich ruimtelijk en ontstaat er het letterlijk-oneindige zijnsgenieten. (Er is het geluid van een brandweerauto). Je hoort het geluid van de sirene en je kunt niet zeggen of dat ergens buiten is, of dat dat in je eigen sfeer aanwezig is. Er is een non-dualiteit.

Het zien is sterk dualistisch, want het zien stelt op afstand iets vast. Doordat wij in het Westen heel duidelijk visueel zijn ingesteld, is in ons idee alles op afstand aanwezig. De tweeheid heerst. Maar er is ook een ander zien, een gevoelsmatig zien waarin afstand niet aanwezig is. Als je ziet vanuit je hart merk je dat je in het zien bij en in de dingen bent. Je ziet het licht van de zon en je laat het licht in je komen. Elke afstand is weg. Zon en zelf zijn niet meer apart. Vanuit je hart zie je dan dat zelf-licht overal. Je ziet iemand anders vanuit je hart. De afstand valt weg en direct kun je vaststellen: er is geen tweeheid met die ander maar een non-dualiteit.

donderdag 30 juli 2015

Vorm en essentie (Victor Hooftman)

Vorm en essentie. Dat ben je beide. Niet te scheiden. Ik ben een lichaam, ik heb een vorm, maar ik ben ook het leven, de essentie, de kern, tegelijkertijd ook de leegte. En hier wordt het toch wat ingewikkeld.  Je bent de essentie én je bent de leegte. Hou kan dat nou? De kwisvraag voor deze week. Dat kan alleen maar als we de leegte zien en ervaren als scheppende kracht, als potentiële vorm. Of niet?

Victor

woensdag 29 juli 2015

Walls (Victor Hooftman)

We are building walls. To protect ourselves against enemy's.  But also between ourselves and our love one's.  We can't help it. It is something automatically.  Can we see it when we are doing it? If we can we have a chance to chance something.  So observe when yourself when you are in action, not afterwards.

Victor

dinsdag 28 juli 2015

And the river flows ... (Victor Hooftman)

The river will flow and flow.
The river is never the same.
Although it has a permanent name.
Ever and never changing.
Changing the bank a little bit,
But never doing anything.
Still flowing an flowing.
Useful, but never intended to be so.
Reflecting the shadow.
Reflecting life, reflecting the moon,
Reflecting the sun, but never doing something.
Not your river, not my river.
It is just a river.
Just living and dying at the same time.
Born and reborn all the time.
The proces what will continue always. 
Let us be grateful. 

Victor

zondag 26 juli 2015

woensdag 22 juli 2015

About identification (Douwe Tiemersma)

Gouda on May 22, 2002, continued.

About identification

Q. What about identification which occurs again and again?

Just let an identification actually take place. What happens when you identify with someone? What does it mean? When you actually become identical to someone, the other as form, with a particular body, with characteristics, and so on, is no longer present as such. That’s also the case with your body when you walk and do all kinds of things during the day. Then too, your body isn’t present. Why not? Because you have identified with it. When you dive in somewhere, then you have an internal viewpoint there and a whole world seems to develop itself from there. That happens constantly, when speaking with someone, when viewing a painting or photograph, everywhere.

Considering the Origin as starting point, every identification is a limitation. But beginning from your own world, which has to do with the structure of your own organs and your past, an actual identification with someone else appears to create a greater space. That's why everyone thinks it is such a positive experience. But what does that mean? Yes, that the space of this other is added to yours. You become more spacious. Just take a look what happens when you identify with a group with ideals. Everyone thinks it’s great, because more space comes to your own sphere and an incredible amount of energy comes free. But, by identifying with a group you experience boundaries once again. So the process of expansion can continue ... See these processes. See how it works: experience the expansion and the limitation. These processes always occur. When you begin to look at it more precisely, you will see that the process of expansion can proceed beyond all specific things, that it can become universal. That happens in the same familiar way as the daily processes. So then all the boundaries of identification disappear. In the end you can only say that you are identified with the whole reality, the whole cosmos.

Q. But then you’re still within an experience.

Up until the end there is a certain self-experience, yes. Then there is no longer a perceiving from a distance, but an internal self-experience, without qualities, without form ...

Q. Tensionless ...

Yes, there is a tensionless knowingness.

Q. Is that also there even when you sleep?

When your sphere has actually become a bright emptiness, without forms, then this is consistent with the deep dreamless sleep. Then you are identified with everything, on a level in which the specific forms with their separateness disappear. You see your hand. Just bring it up to your eyes. Do it once: hand, gone. Actually, this hand is no longer there because you have absorbed it into the realm of yourself as first person. That which is the core of the subject can never be perceived as an object. So when you have identified with all these objects, you can let them reenter your core, in your own unobjectifiable source. Then nothing is objective any more.

Q. What do you mean by ‘let them reenter the source’?

You let everything return, sinking back into the core of yourself, the core of your own aware being. See how that goes, not by making a certain picture of it. No, really go back to yourself, to your own self-being. That is your true identity.

Q. You are something and that disappears, but at the same time you remain as that self-being?

There is always that same self-being. You start out from a self-being that is limited, an I-person. Then you start looking at what that I-self-being is in its core. Nothing more. Of course, there is constantly self-being. Everyone begins from that. Only, when you go back and you start exploring what it actually means, then all the characteristics of that I (I-think, I-want, I am so and so) disappear. From a limited form of that self-being, you can let yourself sink backwards into this ground. Then the forms dissolve. Of course that means a surrender; you let yourself totally sink into the source-ocean. Then it is good to realize that you yourself are this source-ocean, that you in essence are That, that you are That in the highest sense, more than whatever you can contemplate. And, you experience it yourself: the letting go in this sphere in which you are yourself in the highest sense.

Secondarily from there, a differentiation of an I can emerge, an I that draws itself up against a world, that wants to do some things and not others.

Continue to look at where you are and in what way you are there. Do you still have a support? Immediately confirm: this is how it is and just let the process of dissolution continue. That is an ongoing self-inquiry, continually looking to see how it is, which form you actually still hold on to, but also a radical letting go.

maandag 20 juli 2015

zondag 19 juli 2015

Godsdiensten

Geloven zijn in hun uiterste vorm altijd bedacht. Meestal niet door de stichter van het geloof (uitgezonderd Mohammed denk ik), want toen was het nog geen geloof. De stichter van het geloof ervoer dingen, had ervaringen van non-dualiteit. Hij, meestal een hij, probeerde die over te brengen op anderen. En toen ging het mis. De volgelingen die het niet 'zagen' bedachten hoe het in elkaar zat en gingen het opschrijven. Nog steeds zie je de non-dualiteit door de verhalen heen als je goed kijkt. Bij het Christendom kan je mooi zien dat er een dozijn evangeliën zijn waarvan er maar vier, 300 jaar later, goedgekeurd zijn. En die van Thomas, die het wel begrepen had, heeft het niet gehaald. Die van Maria Magdalena ook niet trouwens. Dat was de reden dat een leraar met heel veel aanhangers als J. Krishnamurti zo bang was voor bewonderaars. Hij was bang dat ze een geloofsysteem van zijn woorden zouden gaan maken.

Op de foto die ik maakte ergens in Iran zie je een ruïne van een heilg bouwwerk van de Zoroasters, daar waar de vuuroffers plaatsvonden.

Victor