Populaire berichten

zaterdag 11 oktober 2014

Symbolen


Ik draag vaak allerlei symbolen. Vandaag iets keltisch, een andere dag iets christeliks, en ga zo maar door. Gewoon omdat ik het leuk vindt. Grappig ook is dat alle geloven elkaars symbolen stelen en incorporeren in hun eigen geloof.

De bovenstaande foto maakte ik in de kathedraal van Oviedo. Geen idee wat het betekent maar er zal vast een een hoop van geleend zijn. Weet iemand wat het betekent?

maandag 6 oktober 2014

Ilussie



Deze foto die ik een paar weken geleden maakte is een leuk voorbeeld van wat we wel onder illusie verstaan. We denken een stuwmeer te zien, maar zien de wolken erboven, toch zien we het stuwmeer. Illusie gaat over waarneming en het niet kunnen waarnemen van de werkelijkheid.

woensdag 1 oktober 2014

Wakker zijn op subtiel niveau. Satsang van Douwe Tiemersma


Uit een advaitagesprek met Douwe Tiemersma te Gouda op 3 maart 2004 – Deel 1



Wakker zijn op het subtiele niveau



Het proces van herkenning van jezelf als openheid gaat door. Gelukkig gaat dat bij iedereen door. Er zijn steeds meer mensen die dat open-zijn herkennen. De belangrijke dingen gebeuren daarbij op het subtiele vlak, voorafgaande en voorbij het denken. Het is duidelijk: daar ben je ook aanwezig, ook dat is je eigen sfeer, zelfs meer dan de sfeer van het ‘ik denk’, de sfeer van de woorden.

Dan ga je ook zien dat in het onderricht de woorden steeds minder belangrijk worden, dat het daarbij steeds meer gaat om een directe werking, om een direct gebeuren zonder woorden, zonder denken. Wanneer je de woorden als woorden gaat bekijken zijn ze aparte, externe dingen en hooguit kunnen ze dan als middel ergens naar verwijzen. Wanneer je eenmaal de betekenis van de woorden hebt begrepen, moet je niet bij deze woorden blijven staan, niet naar de woorden blijven luisteren, want dan is er direct de waarheid. Op dat subtiele vlak gaat het steeds directer toe. Hoe helderder je daar bent, des te sneller leer je hoe het daar zit. De belangrijke dingen blijven daar gelden: hoe is je oriëntatie, en: laat je je afleiden of niet? Het leren gaat steeds op een directere wijze, als een direct vaststellen. We blijven niet met middelen bezig. De waarheid is er direct, je herkent de waarheid direct. Het enige is daarin te blijven.

Als je daarin helder bent, verliezen de afleidende krachten hun kracht. Dat gebeurt dus door de helderheid van je eigen bewuste aanwezig zijn. Door dat licht kan er geen duisternis komen. Als je je als licht herkent, is het de meest natuurlijke zaak dat het licht er blijft. De zon hoeft ook niet haar best te doen om licht te blijven, want dat is haar natuurlijke aard. Jij hoeft ook niet je best te doen om bewust te zijn, want dat is je eigen aard. Alleen, blijf er wel op een bewuste wijze bij voor zover je je gemakkelijk laat afleiden, als het licht-zijn nog niet spontaan blijft. Dan is een intern bewustzijn noodzakelijk. Dat blijkt vaak zo te zijn, omdat je het licht gemakkelijk vergeet, omdat er toch weer een sluier komt over de helderheid.



Alle vormen worden doorzichtig en vallen in belangrijkheid weg en zijn steeds minder een stimulus om op te reageren. Zo komt er een steeds grotere vrijheid van condities, een steeds grotere onafhankelijkheid.

Vrij zijn is niet het vrij zijn op het niveau van de condities. De moderne mens heeft het steeds op die manier gezocht: door techniek steeds vrijer te worden van condities. Maar, je blijft dan aan allerlei dingen vast zitten, in ieder geval aan de eigen techniek. Op materieel en ook op psychisch niveau gelden nu eenmaal wetmatigheden, op die niveaus zijn er nu eenmaal patronen. Daar is niets mis mee. Vrijheid is vrij-zijn van de hechting aan de condities, in verticale zin, door je identiteit op het niveau van oorzaak en gevolg, van activiteit en techniek los te laten. Als je je zelf herkent op de niveaus van een steeds grotere onafhankelijkheid, van steeds meer vrijheid, dan zie je hoe zeer de gehechtheid aan vorm en activiteit maar een wijze is van denken, een constructie, een geloof. Je ziet dat het geloof op dat niveau bijgeloof is, een vals geloof, want je geeft eindige zaken een oneindigheidsdimensie. Relatieve dingen maak je absoluut. Dat kan voor alle vormen gelden.



Op de ruimere, vrijere niveaus gaat het proces van herkenning en vrij worden op subtiele wijze door. In die sfeer vindt het onderricht op een andere wijze plaats dan in de situatie van het externe onderricht. Herken dat. Zie wat er aan de hand is, wat er gebeurt, hoe het met jezelf zit. Er zijn geen vaste vormen meer van jezelf. Grijp er dus niet meer op terug. Zie dat de vormen allereerst denkvormen zijn. Grijp er niet op terug, want je bent je al verder bewust dan als ‘ik-denk’. Stel het duidelijk vast: dit is het; ik hoef niet meer terug te gaan naar vaste vormen; ik hoef niet meer te grijpen. In die open bewustzijnssfeer gaat de oplossende werking van de openheid verder. De laatste vaste restjes vallen uiteen, de laatste nevels lossen op. Dat is de radicalisering van het proces.



Heeft er iemand hier iets over te vragen? Als het duidelijk is, is het duidelijk. Maar, wees helder zodat je onduidelijkheden onder ogen ziet. Zijn er nog onduidelijkheden? Herken je heel helder wat ik schetste? Wees er voor jezelf geweldig helder in, kristalhelder, zodat er geen vage sfeer of een vage intuïtie blijft. Als je je dat kunt realiseren, betekent dat het helemaal helder wordt, dat het zo werkelijk wordt dat een vernauwing geen kans meer krijgt. Het is een wakker worden op dit niveau.

Ben je wakker op dit niveau? Het is belangrijk dit te kunnen bevestigen. Als je wakker bent, dan kan dat. Als het op een bepaalde manier niet helder genoeg is, stel dat dan ook vast. Het is duidelijk iets anders dan wegdoezelen en de sfeer aardig ruim vinden. Nee, het gaat werkelijk om wakker te worden. Iemand?
...

woensdag 18 juni 2014

De Tao Te Tjing voor kinderen, vers 11

Het vrede en vreugde boek, tekst 11

In de pan en uit het raam.

Kijk je wel eens in de pan op het fornuis?
In de pan gebeurt het!
Kijk je wel eens uit het raam?
Buiten gebeurt het.

Het gaat om de koekjes in de trommel en niet om de trommel. 
Het schilderij, daar gaat het om, niet om de lijst eromheen.
Een raamkozijn of deurpost is net als een schilderijlijst.
Het gaat om het uitzicht en de weg naar de nieuwe ruimte.

In een lege doos kun je van alles opbergen.
Waar het leeg is, waar niets is,
daar kan alles nog, daar is ruimte.
Waar het vol is, daar zit je klem.

Tussen de woorden is de stilte.
Daar gebeurt het!
Deze tekst is een bewerking voor kinderen,
gebaseerd op Tao Te Tjing tekst 11

Beginpagina
Abonnement op volgende teksten

© 2014 George Burggraaff, Roeland Schweitzer
De Tao Te Tjing voor kinderen

http://www.tekensvanleven.nl/ktao11.htm

dinsdag 1 april 2014

Niet meegaan met de dingen (Douwe Tiemersma)


Uit een advaita gesprek met Douwe Tiemersma. Schiermonnikoog, 14 juni 2002

 

(Niet) meegaan met de dingen

 

Douwe, wat je in die ruimte goed ziet, zijn al die spelletjes die de persoon speelt.

Wanneer je alles in dat perspectief ziet, zit je niet voor honderd procent in die spelletjes. Alles wordt dan erg betrekkelijk.

 

Hoe is het in godsnaam mogelijk dat ik dat zoveel jaar hebt gedaan?

Wanneer je dat op die manier kunt zeggen, zit je er niet meer in. Dat is belangrijk om vast te stellen. De dingen hebben de neiging om zich nog wat door te zetten, maar je kijkt er op een afstandje naar. Dan gaat de kracht er uit. Je blijft er naar kijken als naar een schouwspel en je wordt je bewust van de grote, oneindige ruimte. Dat is jouw ruimte. Als er zo’n oneindigheid is, wat is die wereld nu? Niets.

 

Ik heb er jaren aan meegedaan en zie er nog de conditionering van, de resten. Ik zie het om me heen bij anderen, overal, een spinnenweb bijna.

De een versterkt het bij de ander en omgekeerd. Dat gaat zo. Als je eenmaal het andere perspectief ziet, zeg je: het hoeft echt niet meer.

 

Wat een energie kost het.

Verschrikkelijk veel energie, heel veel spanning, heel veel inzet, heel veel lijden. Moet je je eens voorstellen wat er gebeurt als dat allemaal eens vrij zou komen.

Het inzicht zal tot op grote diepte moeten doorgaan, omdat de conditioneringen zo diep zitten, heel diep lichamelijk, gevoelsmatig, op diepten waarvan je je eerst niet eens bewust was. Op een gegeven ogenblik krijg je kijk op die zware brokken, wanneer je rust betracht en een heldere blik aanhoudt. Dan komen ze langzamerhand naar boven en krijg je er zicht op. Kracht zit er dan nog gedeeltelijk in - dat zijn die oude conditioneringen - maar juist omdat je ze op een afstand kunt bekijken, gaat de kracht er langzamerhand uit. Dan merk je dat de zwaarte van de sfeer opeens iets minder wordt. Wat betekent dat? Dat je niet meer op de oude manier dingen vasthoudt. Zo kunnen steeds meer brokken wegvallen, al pruttelen ze aanvankelijk nog een tijdje door.

Als je er weer mee gaat bemoeien, als je werkelijk weer meegaat met de oude gewoonte-kracht, als je ergens naar kijkt met verlangen, duik je er in. Dat betekent dat je daar een geweldige hoeveelheid eigen energie in steekt. Doordat je er veel energie in steekt, geef je het voedsel en daardoor wordt het sterk. Daardoor wordt het werkelijk. Als je erin meegaat, offer je jezelf aan zo’n beeld op. Dat is afgodendienst. Dat betekent dat je totaal slaaf wordt, totaal erdoor bepaald wordt.

Als je dat niet doet, krijgt het beeld geen voedsel, geen energie meer en zo wordt het een lege huls, het valt zomaar uit elkaar. Dat is mogelijk als je een niveauverschil in verticale zin hebt, als er ruimte is. Dan zie je hoe het werkt en concludeert dat daarin meegaan te gek voor woorden is. Want dat is lijden, omdat je jezelf niet meer bent, omdat je beperkt bent, omdat je je helemaal afhankelijk maakt van wat je zelf hebt geschapen. Je diepere verlangen heeft daar niets mee te maken, dus ben je gefrustreerd.

 

Dus, je moet de dingen alleen maar zien als indrukken, beelden in jezelf, die je zelf maakt.

Vliegen zien andere dingen dan mensen. Allen hebben oogkleppen op. Als er indrukken komen, waarin verschijnen die indrukken? In de ruimte. Jij maakt allerlei mooie beelden van vliegjes die fladderen met oogkleppen op, maar jij bent zo gevangen in beelden. Het punt is dat jij aardig bevrijd bent, in beelden wel te verstaan. Maar, nu moet je nog bevrijd worden van beelden.

Iemand nog?

 

Beelden kunnen je overspoelen; de verschijnselen kunnen zo groot worden dat ze alles overheersen.

Je levert je dus helemaal uit aan de verschijnselen. Eerst maak je de werkelijkheid zo groot, zo belangrijk ten opzichte van jezelf, dat die werkelijkheid terugkeert en je verzwelgt.

 

Dat is mijn ervaring.

Het is goed om preciezer te kijken wat er gebeurt. Er is een versmelting met de verschijnselen. Dat krijg je ook als je er zomaar invliegt. Je bent gericht op iets, je duikt er helemaal in, je wordt deel van die werkelijkheid en daarin leef je. Dan ben je onderworpen aan die werkelijkheid, je bent daarmee samengesmolten, geïdentificeerd. Jij maakt van buiten af de verschijnselen zo groot dat ze terugkeren en je helemaal verzwelgen. Dus, dan ga je ook ermee samenvallen.

Je hebt eerst die uitwendige werkelijkheid zo werkelijk en zo groot gemaakt, er zoveel energie in gestopt dat die het vermogen krijgt je te verzwelgen.

 

Toch kun je je onbeweeglijkheid behouden?

Dan moet er iets anders plaatsvinden, een herkenning. Je merkt dan dat het allemaal verschijnselen zijn die opkomen en verdwijnen, al die processen van verzwelgen en verzwolgen worden. Maar, er blijft iets dat daar niet aan is onderworpen. Dat ben je zelf.

 

Waarom duiken mensen in andere dingen, zodat ze zelf daarmee samensmelten, daarin opgaan? Waarom maken ze dingen zo belangrijk dat zij terugkeren en de persoon verzwelgen? Dat wordt ook nog als positief ervaren. Waarom? Omdat er een grootsere sfeer ontstaat waarin de persoon, die beperkt is, opgaat. Als je nu heel enthousiast bent voor de ziekenhuisinstelling waarin je werkt - je duikt er helemaal in, je doet alles om je professionele werk daar goed te laten verlopen - kan dat een hele kick geven. Waarom? Omdat je dan niet meer als een persoon aan jezelf zit te denken, maar in een groter geheel opgenomen bent. Vooral als je in een goed team werkt en als het goed loopt, is daar een ruimere sfeer dan alleen de sfeer van het afgesloten ik. Dat krijg je ook bij het verzwolgen worden, als er werkelijk iets groots komt. Het verzwolgen worden in het grote geheel heeft iets moois. Omdat je in een grotere sfeer komt. Persoonlijke spanningen zijn er nauwelijks meer, want je ervaart alles in het grotere geheel.

Alleen als je verder kijkt, zie je dat het grotere geheel ook grenzen heeft. Dan zie je dat je je hebt uitgeleverd aan dat andere dat ook beperkt is. Je leeft in functie van dat grotere geheel met alle bepalingen en grenzen die dat inhoudt. Misschien vraag je je dan af: hoe zit het nu met mezelf? Ik zit daar niet honderd procent in. Dus de identificatie met dat grotere geheel is het toch niet helemaal. Waarom niet? Omdat dat zelf-zijn altijd groter is dan al die verschijnselen. Het is goed om te zien dat er fascinatie uitgaat van grotere gehelen zoals het werk, de natie, alle ismen, ook realisme en spiritualisme. Maar, ga terug naar je besef: mijn zelf-zijn is ruimer dan dat.

 

maandag 3 maart 2014

Een advaita gesprek met Douwe Tiemersma. Gouda, retraitedag 30 augustus 2009, middag


Uit een advaita gesprek met Douwe Tiemersma. Gouda, retraitedag 30 augustus 2009, middag



Je bent alles en toch is er vrijheid, omdat alles is losgelaten



Blijf bewust van wat er bij jezelf gebeurt wanneer je gaat zitten en het stil wordt. Zie wat er gebeurt wanneer je dit laat doorgaan. De verruiming van je eigen zelfzijn zet zich helemaal door, als je blijft in je bewustzijnsruimte. Ook al is er maar een miniem stukje bewustzijn, de opening gaat oneindig door. Het bewustzijn blijft altijd groter dan het gegevene: de vorm, het verschijnsel, het veld. Als het veld groter wordt, ervaar je je in je bewustzijn steeds ruimer. Als je bewustzijn oneindig groot wordt, gaan in die grote ruimte de vormen vanzelf oplossen. Dat proces van openen en oplossen gaat oneindig door.



Als je eenmaal het oneindige van je eigen bewustzijn hebt ervaren, besef je dat het vanzelfsprekend is dat dat proces doorgaat, want het bewustzijn is nu eenmaal oneindig. Dus laat het doorgaan. Dan kom je pas tot je natuurlijke zelf. Dat zelf duidt op dat wat vooraf gaat aan al die mogelijke vormen van en in tijd en ruimte. 



Wanneer de helderheid van bewustzijn verdwijnt, komen de oude patronen maar al te gemakkelijk weer op de voorgrond. Daarom is het nodig dat er helderheid blijft, de ruimte van bewustzijn. Dan blijkt duidelijk wat je niet bent en wat je wel bent. Dat zul je zelf voortdurend moeten vaststellen. Daaraan zul je je moeten toewijden. De ontwikkeling gaat soms langzaam, soms heel snel. Maar steeds is er het besef: mijn zelfzijn als bewust-zijn is oneindig en niet afhankelijk van tijd en ruimte. Daarin alles loslaten, dat is overgave. In feite ben je die openheid allang. Het is alleen de onwetendheid die verdwijnt.



De nevels trekken op. Maar ook al verdwijnen de nevels en de wolken niet direct, je hebt altijd de mogelijkheid om terug te keren naar de ruimte boven de wolken. Iedereen die wel eens een transcontinentale vlucht heeft gemaakt, weet dat je dan boven het weer zit. Daaronder kan best nog wel een donderwolkje zitten, maar dat doet er niet toe. Zie dus dat het van je standpunt afhangt wat je waarneemt. Als je een ‘laag’ standpunt inneemt, weet je dat je ‘in het weer’ zit en dat je te maken hebt met de afwisseling van regen en zonneschijn, met de wisseling van je buien, je stemmingen. Maar als je klein beetje naar boven gaat, merk je dat je ruimte helder is en blijft. Daaronder heb je het weer met lage en hoge drukgebieden. Dat is allemaal niet te voorspellen, zelfs niet door het KNMI. Je ziet het aan en je kunt het loslaten. Dan is er een natuurlijke situatie. Zo gaat het met het leven: er is regen en zonneschijn. Maar je laat het vrij.



Als bewust-zijn ben je de heldere ruimte waarin de verschijnselen komen en gaan. Dat geeft aan dat die verschijnselen niet verschillend zijn van jezelf én dat je er niet in opgaat. Het leven is een groot geheel van energieën en krachten. Dat leven ben je, maar je gaat je daar niet op blind staren en je gaat er al helemaal niet in duiken. Dat doe je als je een standpunt daarbinnen inneemt. Dat betekent een identificatie met jezelf op die plaats. De vrije ruimte is dan verdwenen.



Als je eenmaal iets hebt ervaren van vrijheid dan zie je de betrekkelijkheid van de wereld en het leven, je ziet het gevaar van illusie die erin zit. De wereld en het leven zijn geen illusie. Het geloof dat die wereld en dat leven absoluut zijn, dat alles daarin zo ernstig is dat daar alles van afhangt, dát is een illusie. De wereld is niet absoluut, alleen al omdat  het een tijdelijke wereld is. 



In de helderheid is er non-dualiteit. Je bent alles – intern - als eerste persoon en toch is er vrijheid, omdat alles is losgelaten. Dan maakt het niet meer uit of er verschijnselen of geen verschijnselen zijn. Als er een schepping is, is er de immense rijkdom en pracht van de schepping. Dan is er ook de duidelijke zijnservaring dat alles één is. Besef goed wat dat betekent. Wanneer de wereld er is en je beseft dat alles één is, dan betekent dat dat je zelf er ook volledig één mee bent.



In je bewust-zijn is dat inzicht heel duidelijk: zo zit het. Op het niveau van het mentale is er een duidelijke kennis. Op het niveau van het gevoel is er een eenheidsgevoel, een liefdesgevoel. Alles kun je dan accepteren in liefde als jeZelf. Zie het maar duidelijk, dan verdwijnt elke twijfel, dan verdwijnt elke weerstand. De nevel trekt op. Je stelt vast: zo zit het.



Als je op mentaal niveau gaat zitten, komen er voortdurend vragen en problemen op. Wanneer je allerlei dingen apart gaat benoemen, scheidingen aan gaat brengen, er aparte concepten van gaat maken en dan ook nog eens die concepten gaat verabsoluteren, ja, dan snap je er niets meer van. Dan wordt bijvoorbeeld de relatie tussen lichaam en geest een ondenkbare kwestie. Wanneer het gaat over mens en milieu en je gaat eerst een scheiding aanbrengen tussen de natuur en de mensen die de natuur kunnen overheersen en manipuleren, ja, dan krijg je moeilijkheden. Intern is er geen scheiding. Er is één geheel van het zijn, van het leven. Wanneer je eerst een concept van God en dan een concept van de mens gaat maken, ontstaan er allerlei theologische problemen waar mensen al millennia mee bezig zijn. Want hoe zit het dan met de ‘Goddelijke mens’, zo iemand als Jezus? De islam is dan consequent. Daarin wordt gezegd: ‘Er is een absolute scheiding tussen mens en God. Jezus was gewoon een profeet.’ Wanneer je die hele conceptualisering nu eens laat rusten en zelf gaat ervaren, dan moet je vaststellen dat er helemaal geen grenzen zijn tussen wat eerst zo gescheiden werd. Je kunt zien dat er in de grote religies ook altijd een bepaald besef is van dat oorspronkelijke. Maar al die verschillende vormen van conceptualisering en de verabsolutering daarvan, geven steeds weer problemen.



Wanneer een persoon zich inbeeldt dat hij God is, wordt dat in het christendom als een grote zonde betiteld. Natuurlijk is dat terecht. Wees eerlijk. Pas wanneer er werkelijk geen scheidingen meer zijn, is er de volledige liefde die mystieke eenheid betekent.



Blijf helder bewust, dat is het enige wat je kunt doen. Zodra de dufheid toeslaat, pik je zo weer oude patronen op. Wanneer je helder blijft, manifesteert de oorspronkelijke non-

donderdag 13 februari 2014

Tao teken van leven 30

Tao tekst 30

Gebruik geen geweld.

Als je een machthebber adviseert vanuit de Tao,
geef hem de raad om geen geweld te gebruiken
bij zijn veroveringen, want geweld leidt tot weerstand.

Waar een leger voorbij is getrokken, schieten doornenstruiken op.
Na een grote oorlog volgen magere jaren.
Doe wat er gedaan moet worden, maar verrijk je niet aan de macht.

Bereik resultaten,
maar schep er niet over op.
Bereik resultaten,
maar blijf er bescheiden over.
Bereik resultaten,
want het is de natuurlijke weg,
Bereik resultaten,
maar niet door geweld.

Geweld leidt altijd tot een verlies aan kracht.
Geweld is niet de weg van de Tao.
Wat tegen de Tao ingaat, komt vroegtijdig aan zijn eind.

http://www.tekensvanleven.nl/teken30.htm

zondag 2 februari 2014

Tao voor kinderen, tekens van leven.

http://www.tekensvanleven.nl/ktao02.htm
Het vrede en vreugde boek, tekst 2

De kip én het ei.

Een roos, vind je die mooi? Of een tulp, of een madelief?
Ja, welke bloem vind jij echt heel erg mooi?
Het grappige is, als je een bloem heel erg mooi vindt,
dat je dan alle andere bloemen minder mooi vindt!
Zo werkt het: als je weet wat mooi is, weet je ook wat lelijk is.
Mooi en lelijk horen dus bij elkaar, ze vormen een paar.

Overdag's wil je spelen, 's avonds moet je naar bed.
Spelen en slapen horen bij elkaar.
Als je altijd kon spelen, dan ging het je vervelen.

Eerst kon je nog niet lezen, toen was het heel zwaar.
Nu je kunt lezen is het gemakkelijk en klaar.
Moeilijk en gemakkelijk, alweer een paar.

Zo horen ook klein en groot bij elkaar, net als lang en kort haar.
En muziek op viool of gitaar, dat is ook een soort van paar.

Wat was er eerder, de kip of het ei?
En zo dadelijk, dat is nu al weer voorbij.

Als je zingt, word je blij. Ben je blij, dan ben je vrij.
Lekker zingen, thuis, in de wei of op straat.
Je hoeft niets, de tijd vliegt en alles gaat,
vanzelf.