Populaire berichten

maandag 17 december 2012

De dood en het geluk.


Als je vrienden ziek worden,
Als je goeroe ziekt wordt,
Als het bijna de langst nacht is,
Bedenk dan dat alles zo is als het is,
Dat geluk niet weg kan zijn,
Maar binnen in je nog steeds ligt te wachten,
Om niet meer verduisterd te worden door de wereld.

woensdag 7 november 2012

Ziekte Douwe Tiemersma



Mededelingen

De eerste uitslagen van het lichamelijk onderzoek bij Douwe gaven een rooskleurig beeld, maar de pet-san en de ct-scan lieten zien dat er op verschillende plaatsen uitzaaiingen van tumor zijn. Dat betekent dat er geen therapie meer mogelijk is. De specialisten geven nog een levensduur van circa 6 maanden (met een ruime marge). Een chemokuur levert misschien 1 à 2 maanden verlenging op, maar gezien de bijwerkingen is dit geen optie.

Zo zit het dus. Voor zover het gaat, gaan de activiteiten door. Allerlei dingen worden nu afgerond en afgesloten.

Per keer kunnen we beslissen of een satsang al of niet doorgaat. Kijk voor een bijeenkomst dus altijd even op de website voor de laatste informatie.

Op termijn zal dus het Advaita Centrum sluiten en de Stichting Openheid worden opgeheven. Het bestuur ziet wel wanneer er daar de tijd voor is.

Het is mooi dat verschillende activiteiten langzamerhand verzelfstandigd zijn: Stichting Jongeren Ontspanning en Inzicht, Stichting AdvaitaYogaleraren Opleiding en de diverse zelfstandige advaitagroepen. Daarin gaat het goed. Omdat de essentie centraal blijft staan, zullen zij ook in de toekomst een goede rol voor velen kunnen spelen.

Ruim twee jaar is nu het wegvallen van mijn vorm actueel. De noodzaak voor iedereen om de totale zelfstandigheid te realiseren is in deze periode vaker aan de orde gekomen. Nu wordt het echt menens. Die zelfstandigheid is openheid van vrijzijn, van bewustzijn, van liefde, van een-zijn. Daarin kan alles geaccepteerd worden als het eigene en worden vrijgelaten.

De satsang van 7 november is vervallen. Misschien gaat die van volgende week wel door.

zaterdag 13 oktober 2012

Aanvraag vergunning plaatsen schuilhokjes


Statusupdate 20 december 2012

Vergunningsaanvraag is afgewezen. We zijn in beroep gegaan. Mooie houten hokjes geplaatst in afwachting van het beroep wat in januari plaatsvindt. Samen met de stichting zwerfkatten. Veel media aandacht. Oa van het AD die twee stukken publiceerde en de Havenloods op de voorpagina.

Petitie gestart over de zwerfkatten, inmiddels bijna 500 handtekeningen.

Gisteren zijn de hokjes weggehaald zonder melding. We hebben aangifte gedaan van diefstal. Vandaag bleek gemeentewerken ze te hebben meegenomen en opgeslagen.

Vandaag kartonnen in plastic verpakte noodhokjes geplaatst. Morgen de rest.

Statusupdate 7 november 2012

Het ging over zwerfkatten maar het wordt nu ook een amusant verhaal over de ambtelijke cultuur in een deelgemeente. De deelgemeente die er gekomen om dichtbij de burger te staan. Om schuilhokjes in de Heemtuin van Ommoord Rotterdam terug te mogen plaatsen was een vergunning nodig. Want anders kunnen de schuilhokje weggehaald worden op grond van de APV 2.1.9. En dat was aangekondigd en daarom waren de hokjes door ons tijdelijk opgeslagen. Hierna braaf een vergunning aangevraagd samen met de Partij voor de Dieren.

In overleg met de betreffende amgtenaar. Gesteund door vele dierenclubs en individuen uit Ommoord. De mevrouw die ik nu hierover wilde spreken was er deze middag niet, bij doorvragen bleek ze op vakantie tie zijn. Een andere mevrouw kon de vergunningsaanvraag niet lokaliseren. De volgende mevrouw zocht het uit en vond de vergunning. Op de afdeling vergunningen. Daar aangekomen, deze keer in persoon, vertelde weer eenmmevrouw mij, werken er ook mannen op de deelgemeente?, mij dat er een formulier moest worden ingevuld want anders kon de aanvraag niet doorgestuurd worden aan de verschillende diensten zoals het wijkteam en de brandweer. Jawel, we hebben het over kleine schuilhokjes voor katten in een zeiknat parkje.

De aardige mevrouw van vergunningen wilde mij helpen en kwam met een aanvraagformulier aan, het aanvragen van een evenementen vergunnig. Ze waarschuwde mij dat niet alle vragen zinvol leken. En dat was ook zo. Met hoeveel mensen wij aan het evenement gingen deelnemen? Ik schreef braaf, 10 katten en 3 mensen. En nog veel van dat soort vragen.

Leuker werd het toen ik las dat voor evenementen van de categorie 0, zeer kleinschalig, alleen een meldingsplicht nodig was, een kennisgeving? Wel interessante informatie in deze. Tenslotte, het is nu gemeld, dus we kunnen op 15 november gewoon beginnen met plaatsen juridisch gezien. Als de informatie klopt heet dat. We zullen nog even afwachten maar dan zullen we toch onzichtbaar maar vast beginnen met plaatsen. Het wordt koud en nat

Morgen 18 oktober komt WNL filmen in de Heemtuin. Wat leuk voor de kattenvrouwtjes en wat goed voor de katten.  Want er komt nu toch wel licht aan het einde van de tunnel. De uitzending is morgenochtend (19 oktober) tussen 7 en 9 of de week erop als ze teveel materiaal hebben. Wij, de katten, de kattenvrouwtjes (echt een geuzennaam maken wij ervan) en ik staan er weer goed op. Kijken dus.
Kan ook via deze link: www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1298723

Inmiddels heeft de Telegraaf ook een klein interview met mij hierover geplaatst. Verder vandaag 16 oktober:

Zie hier het item van Rijnmond nieuws .www.rijnmond.nl/nieuws/15-10-2012/kattenvrouwtjes-actie

Zo zal die worden:


 Victor Hooftman
Teunisbloem 9
 3068 ** Rotterdam
 T  06 37 422 ***

Dossiernummer: D16171

Onderwerp: kattenhokjes, aanvraag vergunning


Geachte dagelijks bestuur van de deelgemeente Alexander Rotterdam,

Hierbij vragen wij u een vergunning om in de komende en volgende winters 10 kattenhokjes in de Heemtuin in Ommoord neer te zetten in de periode van 16 november tot 30 april.

Deze hokjes dienen ter bescherming tegen winterse kou, regen, hagel en sneeuw. Het zijn mooie handgemaakte hokjes van hoogwaardige kwaliteit, gemaakt door vrijwilligers. De kastjes detoneren niet met hun omgeving en zullen zorgvuldig geplaatst worden op plekken die voor de gemiddelde voorbijganger niet te zien zijn. We zijn bereid om in overleg te treden, nadat de vergunning is verleend, met de vrijwilligers van de Heemtuin, om te kijken waar ze het beste kunnen komen te staan. Gaarne ontvangen wij dan van u de naam van de coördinator van de vrijwilligers zodat wij met hen in contact kunnen treden.

Afgelopen jaar hebben deze hokjes er voor gezorgd dat de katten de winter met nachtelijke kou van minus 15 graden Celsius konden overleven. Ik maak u er op attent dat het plaatsen van hokjes niet ongebruikelijk is. In België bijvoorbeeld, is dit zelf een verplichte taak van de lokale overheid.

De vrijwilligers die de katten hier eten geven zorgen er gezamenlijk voor dat het zwerfkattenbestand in Ommoord al jaren gelijk blijft. Zij zorgen er ook voor dat nieuwe katten via de stichting Zwerfkatten gesteriliseerd of gecastreerd worden. Als zij niet meer in staat zijn de katten de goede verzorging te geven zullen zij hun taak van geboorteregulering neer moeten leggen met als gevolg dat het zwerfkattenbestand in een aantal jaren fors zal toenemen. Voordat de vrijwilligers deze taken op zich namen waren er in dit gebied zo’n 50 zwerfkatten. Deze groep vrijwilligers is hier al tientallen jaren aan het werk en heeft nog nooit tegenwerking ervaren, tot nu.

Ook zijn wij bang dat als er geen mooie hokken geplaatst worden er in de winter lelijke noodhokken, kartonnen dozen ed geplaatst gaan worden die u dan weer weg zult moeten halen. We komen daarmee in een verkeerde spiraal terecht.


Deze aanvraag heeft de steun van vele organisaties, vrijwilligers en sympathisanten, te weten de kattenvrouwtjes Diena Lagendijk, Lucy Dagevos en Paula, de bewoners uit Ommoord Hetty Römers, Onno Cogenbach, Petra Frijling, Erma Cogenbach, Anita Troost, Rita Vogelenzang, Peter Futselaar, en vele mensen buiten Ommoord, en de organisaties Partij voor de Dieren Rotterdam, Bite Back, stichting Zwerfkatten Rijnmond, de Dierenbescherming Rijnmond en Kattenbescherming Nederland.

Wij zijn ervan overtuigd dat de tegenstanders van de kattenhokjes, eigenlijk alleen de vrijwilligers van de Heemtuin, een zeer kleine minderheid vormen in Ommoord.

Wij zijn op de hoogte van de wettelijke reactietermijnen maar verzoeken u voor half november een besluit te nemen omdat de winter vroeg in kan vallen en we klaar willen zijn voor de echte kou.

Met vriendelijke groeten,

Victor Hooftman

Marit de Waard
Voorzitter Partij voor de Dieren  Afdeling Rotterdam

maandag 8 oktober 2012

het ENE, Nisargadatta Maharaj


Enkel ‘het Ene’ verlicht het verstand, het intellect en alle zintuigen en hun objecten. Het is slechts een valse notie dat men ‘iemand’ is. Als men het idee koestert dat men een ‘lichaam’ is, dan lijkt het zo te zijn dat het lichaam alles doet: het eet, het drinkt, etc. Dit is Onwetendheid.

Siddharameshwar Maharaj – opgetekend door Nisargadatta Maharaj

Advaita gesprek met DouweTiemersma 9 november 2009


Tekst Satsang

Het hele bestaan

Uit een Advaitagesprek met Douwe Tiemersma, Gouda, 9 november 2009

Het zal steeds duidelijker moeten worden dat het bij je bewustwording om je hele bestaan gaat. Als je vanuit een bepaalde plek alles zit te bekijken, is er een blinde vlek. Je hebt iets in de rug waar je je niet bewust van bent en wat meespeelt in je wijze van kijken. Daarmee heb je je geïdentificeerd. Het zijn je voorgeprogrammeerde vanzelfsprekendheden. Dat geldt niet alleen voor het zien, maar voor al je activiteiten, al je gerichtheden op de wereld. Door die programmering zit je in een heel beperkte situatie waarin je grenzen voelt, waarin verlangens zijn, waarin lijden is. Wanneer je je bewust wordt van die structuur van het niet-weten, is het duidelijk dat het hele eigen zijn open zal moeten komen, wil er een eind komen aan dat lijden. Dat hele bestaan zal dus totaal in het bewustzijn moeten komen. Je hoeft daar niet allerlei kleine feitjes over te kennen. Alles zal fundamenteel in die bewuste sfeer moeten komen, als totaal. Als je in termen van tijd spreekt: van het begin tot het einde. In termen van ruimte: de hele kosmos van je bestaan. Wanneer je in een situatie zit kun je best een ruim bewustzijn hebben, maar in je rug zit dan altijd iets wat onbewust is. Nogmaals: die hele structuur zal bewust moeten worden.

Hoe zit het dan met jezelf als het bewustzijn? Je bewust-zijn kan verschillende graden van zuiverheid hebben. Als het zuiver is, is er een ‘zelfzijn’ tussen aanhalingstekens, een ‘bewustzijn’ tussen aanhalingstekens, dat niet afhankelijk is van de kosmos van het bestaan. Je kunt er niets over zeggen, dus elk woord is te veel. Maar er is wel een weten van die bestaanskosmos als geheel. Er is een besef van de ruimtelijke grenzen en van het begin en van het einde in de tijd, dus van de betrekkelijkheid ervan. Je weet wat het betekent om zo'n kosmos te beginnen. Daarom heb je een besef van dat wat eraan vooraf gaat. In dat weten kun je verblijven, al kun je er verder niets over zeggen. Het heeft niets met een persoon te maken, het heeft niets met vormen te maken, het heeft niets met tijd en ruimte te maken. In dat weten wordt duidelijk hoe het zit met het bestaan in tijd en ruimte, met het bewustzijn in tijd en ruimte, met dat ik, dat zelfzijn, in tijd en ruimte. Het heeft niets met ruimte te maken, dus het heeft ook niets met een standpunt te maken. Wat betekent het te verblijven in die situatie waarin nog geen bestaan is? Wat betekent het wanneer de eerste stap in het bestaan gezet wordt? Is het duidelijk waar ik naar verwijs?

Van die tijdloosheid begrijp ik eigenlijk helemaal niks.

Denk je dat het te begrijpen is? Begrijpen vindt ook plaats in de tijd. Het mentale begrijpen gebruikt vormen van tijd en ruimte, oorzakelijkheid, en allerlei begrippen. Het gewone kennen kan dus niets met een verwijzing naar datgene wat daaraan vooraf gaat. Maar er is wel een weten van. Het is heel subtiel, want het heeft geen vorm, je kunt het niet pakken. In die sfeer is ook niemand die iets zou kunnen pakken.

Al heb je er nu maar een klein beetje besef van, je kunt daar bij blijven. Al dat ‘willen begrijpen’ moet je maar loslaten. We hebben het vaker gehad over het accepteren van je eigen zijnservaring, bijvoorbeeld lichamelijk: dat je heel duidelijk kunt ervaren dat je ontzettend groot bent, dat je eigenlijk de hele kosmos bent. Als je op het niveau van het denken blijft, kun je daar niets mee. Maar als je meer gevoelsmatig meegaat en gaat kijken naar je eigen ervaring, dan zijn daar heel duidelijk dingen vast te stellen. In dat vaststellen zul je je eigen mentale systeem moeten loslaten. Ik verwijs vaak naar de diepe droomloze slaap. Je gaat heerlijk slapen. Waar gaat het dan heen? Naar een oneindige sfeer voorbij tijd en ruimte. Daar heb je een notie van. Blijf daar bij. Als je blijft denken, dan slaap je niet. Dan kraken de hersenen.

Er is uiteindelijk geen mentale notie meer van ‘ik ben’ ?

Nee, dit gaat verder. Wanneer je bewust wordt van ‘ik ben’ is er al een kwaliteit en ook eigenlijk al direct een kosmos, namelijk de kosmos van ‘ik ben’. Het is de eerste kwaliteit van zijn-bewustzijn, ver vóór het mentale bewustzijn.

Dan is ‘ik ben’ niet het grootste.

Nee, precies, het gaat om datgene wat eraan voorafgaat. Daar valt dus niets over te zeggen, en toch heb je er weet van. Blijf bij dat weten. Het is iets heel simpels, het is een primaire notie. Het betekent dus dat, wanneer er iets opkomt, het in zijn betrekkelijkheid opkomt, als een verschijnsel. Over het absolute valt niets te zeggen, maar het absolute heeft een bepaalde kant waarin wel iets geweten wordt, waarin iets van weten zit, zonder dat het zichzelf beperkt tot een bepaalde kosmos. Laten we dit de onderkant van het absolute noemen.

Hoe zou er dan nog een kosmos kunnen bestaan?

Wanneer die verschijnt is het duidelijk: de verschijnselen komen blijkbaar op, maar zij zijn niet verschillend van het absolute; ze hebben geen eigen status. De verschijnselen komen op en ze verdwijnen weer. Fundamenteel is er geen scheiding, geen dualiteit. Er is geen enkele identificatie met iets speciaals; er is een vrij zijn van welke conditie dan ook. Als dit duidelijk is, kan dit aanblijven. Als er toch weer een afleiding komt door iets speciaals in die kosmos, wordt er direct weer een beperkt zelfzijn gevormd. Je kunt dit zien gebeuren.

Voor zover je de dualiteit ervaart maar toch al gericht bent op die notie van dat wat aan alles voorafgaat, doe je er goed aan om je daar totaal op te richten. Als dit niet totaal is, blijft er iets achter dat werkt als een blinde vlek. Ook al is het maar een miniem stukje beperkt zelfzijn dat achterblijft, dit zorgt ervoor dat het niet-weten en daarmee het lijden doorgaan. Het kan opnieuw de basis worden van het gevangen zitten in dualiteit.

* * * * *

vrijdag 3 augustus 2012

Camino, via Mosana, van Geleen naar Luik


George Meurs, een echte camino man.
Via Mosana

We waren van Geleen op weg Luik. We waren in Luik aangeland en wilde slapen in Angleur, bij ene George Meurs. We belde op om ons een dag van te voren te melden. Op de dag dat we Angleur binnenliepen, tegenwoordig geheel tegen Luik aangegroeid, begon het net te regenen. Maar met het adres in de hand en via een bordje in de goede richting gestuurd, hoopte we snel in de droogte te zijn. En jawel, we vonden het huis waar we moesten zijn. We belde aan en er werd opengedaan door een vrolijke George. Enigszins verbaasd, dat wel. Maar we moesten gelijk binnenkomen en aan de tafel gaan zitten. Eerst een Maes biertje en een glas limonade.
Hij vertelde dat hij verbaasd was, hij had niemand verwacht. En wij vertelde hem in het Nederlands, George spreekt al Nederlands en Frans, vloeiend, dat we toch dachten gebeld te hebben. Na enig onderzoek bleken wij een telefoonnummer gebeld te hebben boven de zijne, een heel ander nummer dus. Maar dat gaf niets, we konden gewoon in zijn refuge terecht. Eerst even het verkeerde nummer nog een keer bellen en ons af melden voor die nacht. George had de grootse lol.
Daarna gezellig praten met George, een geboren verteller, een kunstenaar en oud kolenhandelaar, inmiddels 80 jaar. Hij was de man die al de route plakkertjes van de Camino plakte van Maastricht tot voorbij Angleur. Dan ging hij met een klein vrachtwagentje en een ladder op pad, ééns per jaar, om alle plakkertjes te controleren en bij te plakken.
Na een paar uur gepraat te hebben gingen we naar de pelgrimsherberg en vertelde hij ons het verhaal van de herberg. Waarom was die daar. Dat zat zo, hij was 5 appartementen aan het maken op zijn garages en was bezig met het metselwerk. Het zag er goed uit, maar toen hij al redelijk op streek was zij iemand tegen hem dat er een foutje in zat die hij niet gezien had, hij schrok. Je kan het foutje nog steeds zien. Toen hij dat zag vloekte hij dat het een lieve lust was, en dat had hij natuurlijk beter niet kunnen doen. Zeker niet omdat op dat moment de pastoor voorbij kwam. Die schrok en vroeg wat er aan de hand was. En dat hij toch niet zo moest vloeken. George had berouw en vroeg hoe hij het goed kon maken? Nou, zei de pastoor, als je nu een onderdak bood aan de pelgrims naar Santiago, dat zou wat zijn, dan was alles toch werkelijk weer helemaal in orde. Daar zag George wel wat in, en hij besloot één van de vijf appartementen te bestemmen voor de pelgrims.
Toen waren we er en zagen we de pelgrimsherberg en op dat moment, op het moment van zijn verhaal, ging de zon schijnen, hield de regen op en verscheen er een prachtige regenboog boven de herberg.
En zo is het gekomen. Inmiddels is George gek van de Camino en is zelf naar Santiago gefietst en biedt onderdak aan de pelgrims. En hij maakt bijna alles zelf wat u in zijn omgeving ziet.
Als u de Monestica loopt, blijf dan slapen bij George in zijn pelgrimsherberg, en luister naar zijn verhalen. Hij zal u inspireren. Hij leeft elke dag alsof het zijn laatste is. Hij is de Camino. Na een lekker ontbijt klaar gemaakt door George, met bezoek van een vriend van hen die de aanstaande zondag naar Santiago ging lopen, en de belofte nog eens langs te komen om de basiliek van Luik te bekijken en vooral wat te komen drinken en en eten vertrekken we vrolijk naar Angleur.

Noot redactie: de foto's zijn bijgevoegd.
136 Renory. 4031 Angleur. telefoon 04 343 71 91

maandag 25 juni 2012

Your own impact, mijn lezing 1 juli

Ben mijn lezing aan het voorbereiden, over duurzaamheid, wereldvoedselsituatie en wat onze rol daar in is. U mag komen luisteren op 1 juli, in Djoj in Rotterdam. Maar dan eerst nog deze waarschuwing: ik ben daar niet om u te inspireren.

Inspiratie is een zinloze zaak. Zoveel dingen en mensen inspireren ons, maar handelingen die voorkomen uit inspiratie, your own impact, zijn zijn zo vaak nietszeggend gebleken. Verloren mensen, wanhopige mensen, creëren een markt voor inspiratie. Voor veel geld komen ze u inspireren. Ik ben er niet in geïnteresseerd om iemand te inspireren. Ik probeer u gewoon te vertellen hoe de wereld in elkaar zit met als motto: Elke oplossing creëert een nieuw probleem.

Toch geïnteresseerd? Dan bent u welkom.


donderdag 21 juni 2012

Deel satsang Schiermonnikoog


Zolang er in zekere zin een weg is, moet je die wel gaan Uit een Advaitagesprek met Douwe Tiemersma, retraite Schiermonnikoog, 22 juni 2011. De retraiteweek vordert al aardig. Misschien merk je dat er een beweging is waarin de zuivering, het ruimer worden en het open komen zich steeds verder ontwikkelen. Wanneer je ’s morgens vroeg op moet staan voor de meditatie, kun je daar best even een weerstand tegen voelen. Maar wanneer je gewoon doorzet, merk je dat er effecten komen. Dat is het principe van yoga: wanneer je dit doet, krijg je de effecten die daarbij horen. Als je het niet doet, krijg je die effecten niet. In het algemeen geldt dat voor iedere spirituele weg. Zolang er in zekere zin nog een weg is, moet je die wel gaan. De meeste mensen hebben wel een idee van hoe het eigenlijk zou moeten zijn, maar ze komen er niet toe om ook zelf in die richting te aan, ze beoefenen het niet. Dan blijven de problemen. Als die serieuze beoefening er niet is, blijft het gerommel. Wanneer je een klein beetje een besef hebt in welke richting het gaat, komen er zomaar middelen op je pad die je in die richting brengen. Wat het beste werkt kan voor iedereen verschillend zijn. Wees, bijvoorbeeld, zo verstandig om af en toe de trein van je gedachten en activiteiten gedurende de dag te onderbreken. Wanneer je iedere ochtend begint met een kwartiertje staande roeien, zoals we vanmorgen gedaan hebben, dan kan je situatie al sterk veranderen. Je raakt heerlijk open en leeg. Er ontstaat een goede energie, omdat met de uitademing de energie naar beneden gaat. Wanneer je dit vaker doet, kom je echt een stapje verder: er is stabiliteit en helderheid in je eigen energetische sfeer, er zijn geen storende gedachtenpatronen meer. Wanneer je dit ook duidelijk gaat zien, kost het geen moeite meer om in die richting door te blijven gaan. Dat is dan het belangrijkste. Als je dat consequent blijft doen kan die ontwikkeling heel snel gaan. Nuttig zijn vooral de oefeningen om vaste mentale en lichamelijke patronen te doorbreken. De meeste lichamelijke patronen zijn diep verankerd: de oriëntatie van je lichaam in de ruimte, boven en onder, links en rechts, de afmetingen van je lichaam, de vorm van je lichaam. De yoga-asana’s kunnen behulpzaam zijn om die patronen te doorbreken, vooral wanneer je ze wat langer aanhoudt. Er gaat iets gebeuren wanneer je bijvoorbeeld een paar minuten in een omgekeerde houding blijft, bijvoorbeeld de halve kaarshouding. Je bent gewend dat je voeten beneden zitten. Als ze langere tijd boven zijn gaat dat schema kantelen, eigenlijk is boven dan ook beneden. Je komt vrij van die vaste schema’s en je kunt ervaren dat dit op een dieper lichamelijk-gevoelsmatig vlak vrij komt. Wat boven en beneden, links en rechts, voor en achter is, is niet meer eenduidig. Het denken stopt. Wat blijft er over? Je ervaart jezelf. Het is een zelfgevoel maar ook een zijnsgevoel, een gevoelsmatig zijn. De hele wereld kan kantelen, zodat je niet meer weet wat boven en onder is, maar dat zijnsgevoel blijft. Allerlei patronen kunnen wegvallen, maar dat zijnsgevoel, je zelfzijn, blijft steeds zuiverder over. Je eigen zijn komt steeds meer vrij van versluieringen, de kosha’s. Je vindt deze leer van de kosha’s al in de oude Upanishaden. De buitenste sluier is die van de materialiteit; daarbinnen zitten de meer vitaal-energetische sluier, de sluier van gevoelsenergieën, emoties, de mentale sluier, de inzichtssluier. Er is dan al heel veel ruimte maar het is nog steeds een sluier die het zuivere zelfzijn versluiert omdat het niet totaal vrij is, omdat er nog condities zijn. Terugkerend naar het zuivere zelfzijn spelen die sluiers steeds minder een rol. Het zuivere zelfzijn is er natuurlijk altijd al, het is al helemaal aanwezig, ook al ervaar je het in omsluiering, maar het gaat om de bewustwording, de realisatie daarvan. Dat is de realisatie van het zelf, van datgene wat je werkelijk bent. Het is als het pellen van een ui. Als je steeds meer laagjes afpelt, blijft er leegte over. In alle fasen is het zelfzijn het belangrijkste, dus ook in die beperkte vormen van een ego. Dat ego is natuurlijk ook het zelfzijn. Dus het ego is niet alleen maar slecht. Het is het zelfzijn dat versluierd is door die sluiers van het mentale en het gevoelsego. Als die sluiers wegvallen blijft het zuivere zelfzijn over. Daarom is het zo belangrijk om terug te keren naar je zelfgevoel en hoe meer je terugkeert naar je eigen bron, des te zuiverder is dan het zelfzijn. Die beweging kan doorgaan met behulp van oefeningen als ‘je laten zakken in de oceaan’ of ‘ je steeds langer laten worden’, of ‘steeds meer de lucht ingaan’. Allerlei versluieringen vallen dan weg, compleet met alle zwaarte die er in zit. Wanneer je in de buurt komt van het echte zelfzijn vallen je problemen en trauma’s weg. Wanneer het puur is dan zijn er geen sluiers meer. In dit model van de kosha’s ben je dan in het centrum. Daar ben je jezelf in zuivere zin en komt het helemaal open. Het is natuurlijk ook maar een model, maar het is wel een zinnig model, omdat je er iets van kunt ervaren. Wanneer je met een intern bewustzijn helemaal terugzakt in de ontspanning, merk je dat steeds meer van die lagen wegvallen totdat elke conditionering is verdwenen .

vrijdag 15 juni 2012

het ENE

Enkel ‘het Ene’ verlicht het verstand, het intellect en alle zintuigen en hun objecten. Het is slechts een valse notie dat men ‘iemand’ is. Als men het idee koestert dat men een ‘lichaam’ is, dan lijkt het zo te zijn dat het lichaam alles doet: het eet, het drinkt, etc. Dit is Onwetendheid.

Siddharameshwar Maharaj – opgetekend door Nisargadatta Maharaj


donderdag 14 juni 2012

Oranje heeft verloren ...

Maar is het daarom een lelijke kleur?
Praten over voetbal is leuker dan het voetbal zelf!
En daar was de wedstrijd van gisteren weer heel geschikt voor.
Drie hoeraatjes voor Oranje.

(Foto van de day after)


woensdag 16 mei 2012

Your own impact!


Your Own Impact

1 juli tussen 10.00 en 18.00 uur


Your Own Impact is een gratis evenement met als thema ‘duurzaamheid in verbinding met jezelf’. Het heeft als doel je bewuster te laten kijken naar duurzaamheid in relatie tot jezelf en in harmonie met je omgeving. Welke ruimte heb jij om duurzaam, voldoende waarde toe te voegen? Aan jezelf, je eigen leefomgeving en die van de maatschappij, en hoe doe je dat dan?
Bezoekers, organisaties en specialisten (op het gebied van duurzame energie, milieu en voeding) inspireren elkaar om intenser en wellicht anders naar hun eigen impact te gaan kijken. Ze reiken concrete methodes aan om duurzaamheid in je eigen leven en leefomgeving toe te passen. Centrum Djoj stelt voor dit evenement het gehele pand (8 zalen en diverse sessieruimtes) beschikbaar.

Het evenement kent vier themasecties. Het gebouw is daarom opgesplitst in vier verschillende secties. In deze secties zijn: lezingen, workshops, presentaties en stands waar bezoekers ervaringen opdoen en informatie kunnen vergaren en uitwisselen.

1 - Duurzame energie
Wat is duurzame energie nu precies, welke vormen worden al toegepast en welke vormen zijn in ontwikkeling? Welke hiervan kun jij nu en in de nabije toekomst daadwerkelijk toepassen?

2 - Duurzaam milieu
Hoe transformeren wij Nederland van het vuilste land in Europa naar het schoonste land in Europa? Wat kunnen industrie en consumenten verbeteren aan het buitenmilieu en wat aan het binnenmilieu?

3 - Duurzame voeding
Wat is duurzame voeding en de omgang ermee? Hoe introduceren we duurzame voeding in onze maatschappij en directe leefomgeving? Wat is er allemaal al en wat kunnen we verwachten? Wat kan jij NU doen? Verschillende partijen, waaronder de Vegetariërsbond en Nederlandse Vereniging voor Veganisme laten zien hoe je duurzaam om kunt gaan met voeding. Er zijn leuke stands waar je kunt ervaren en proeven hoe je zelf duurzaam met voeding kunt omgaan.

4 - Wereldcafé
Share your own Impact
Het centrale forum waarbinnen kennis, ideeën en inzichten over duurzaamheid worden gedeeld en in dialoog aangescherpt. Iedereen is uitgenodigd om mee te doen!

5 - Earth Healing
In verbinding met de aarde
De dag wordt afgesloten met een passend ritueel waarbij we in plaats van te nemen van de aarde, eens iets teruggeven aan de aarde.

Centrum Djoj organiseert dit evenement in samenwerking
met verschillende organisaties die hiervoor hun netwerk ter
beschikking stellen waaronder:

• Vegetariërs Bond
• Nederlandse Vereniging voor Veganisme
• Partij voor Mens en Spirit
• Plenty Food


Centrum Djoj is centraal gelegen in Rotterdam Hilligersberg, Antony Duyklaan 5-7,3051 HA en staat er om bekend ideaal bereikbaar te zijn met het openbaar vervoer. We zijn onder andere bereikbaar via openbare verbindingen (zie Route OV) welke allen op slechts 5 minuten loopafstand liggen.

zondag 13 mei 2012

Satsang in Gouda



Er is in dit seizoen nog één satsang in Gouda op 20 juni, 20.00 uur. In de zomer zijn er de twee weken op Schiermonnikoog. Schrijf het in je agenda.

Satsang met Douwe Tiemersma

Tekst Satsang

Je bent alles en toch is er vrijheid, omdat alles is losgelaten

Uit een Advaita gesprek met Douwe Tiemersma, Gouda, retraitedag 30 augustus 2009, middag

Blijf bewust van wat er bij jezelf gebeurt wanneer je gaat zitten en het stil wordt. Zie wat er gebeurt wanneer je dit laat doorgaan. De verruiming van je eigen zelfzijn zet zich helemaal door, als je blijft in je bewustzijnsruimte. Ook al is er maar een miniem stukje bewustzijn, de opening gaat oneindig door. Het bewustzijn blijft altijd groter dan het gegevene: de vorm, het verschijnsel, het veld. Als het veld groter wordt, ervaar je je in je bewustzijn steeds ruimer. Als je bewustzijn oneindig groot wordt, gaan in die grote ruimte de vormen vanzelf oplossen. Dat proces van openen en oplossen gaat oneindig door.

Als je eenmaal het oneindige van je eigen bewustzijn hebt ervaren, besef je dat het vanzelfsprekend is dat dat proces doorgaat, want het bewustzijn is nu eenmaal oneindig. Dus laat het doorgaan. Dan kom je pas tot je natuurlijke zelf. Dat zelf duidt op dat wat vooraf gaat aan al die mogelijke vormen van en in tijd en ruimte. 

Wanneer de helderheid van bewustzijn verdwijnt, komen de oude patronen maar al te gemakkelijk weer op de voorgrond. Daarom is het nodig dat er helderheid blijft, de ruimte van bewustzijn. Dan blijkt duidelijk wat je niet bent en wat je wel bent. Dat zul je zelf voortdurend moeten vaststellen. Daaraan zul je je moeten toewijden. De ontwikkeling gaat soms langzaam, soms heel snel. Maar steeds is er het besef: mijn zelfzijn als bewust-zijn is oneindig en niet afhankelijk van tijd en ruimte. Daarin alles loslaten, dat is overgave. In feite ben je die openheid allang. Het is alleen de onwetendheid die verdwijnt.

De nevels trekken op. Maar ook al verdwijnen de nevels en de wolken niet direct, je hebt altijd de mogelijkheid om terug te keren naar de ruimte boven de wolken. Iedereen die wel eens een transcontinentale vlucht heeft gemaakt, weet dat je dan boven het weer zit. Daaronder kan best nog wel een donderwolkje zitten, maar dat doet er niet toe. Zie dus dat het van je standpunt afhangt wat je waarneemt. Als je een ‘laag’ standpunt inneemt, weet je dat je ‘in het weer’ zit en dat je te maken hebt met de afwisseling van regen en zonneschijn, met de wisseling van je buien, je stemmingen. Maar als je klein beetje naar boven gaat, merk je dat je ruimte helder is en blijft. Daaronder heb je het weer met lage en hoge drukgebieden. Dat is allemaal niet te voorspellen, zelfs niet door het KNMI. Je ziet het aan en je kunt het loslaten. Dan is er een natuurlijke situatie. Zo gaat het met het leven: er is regen en zonneschijn. Maar je laat het vrij.

Als bewust-zijn ben je de heldere ruimte waarin de verschijnselen komen en gaan. Dat geeft aan dat die verschijnselen niet verschillend zijn van jezelf én dat je er niet in opgaat. Het leven is een groot geheel van energieën en krachten. Dat leven ben je, maar je gaat je daar niet op blind staren en je gaat er al helemaal niet in duiken. Dat doe je als je een standpunt daarbinnen inneemt. Dat betekent een identificatie met jezelf op die plaats. De vrije ruimte is dan verdwenen.

Als je eenmaal iets hebt ervaren van vrijheid dan zie je de betrekkelijkheid van de wereld en het leven, je ziet het gevaar van illusie die erin zit. De wereld en het leven zijn geen illusie. Het geloof dat die wereld en dat leven absoluut zijn, dat alles daarin zo ernstig is dat daar alles van afhangt, dát is een illusie. De wereld is niet absoluut, alleen al omdat  het een tijdelijke wereld is. 

In de helderheid is er non-dualiteit. Je bent als eerste persoon alles wat je waarneemt (derde persoon) en toch is er vrijheid, omdat alles is losgelaten. Dan maakt het niet meer uit of er verschijnselen of geen verschijnselen zijn. Als er een schepping is, is er de immense rijkdom en pracht van de schepping. Dan is er ook de duidelijke zijnservaring dat alles één is. Besef goed wat dat betekent. Wanneer de wereld er is en je beseft dat alles één is, dan betekent dat dat je zelf er ook volledig één mee bent.

In je bewust-zijn is dat inzicht heel duidelijk: zo zit het. Op het niveau van het mentale is er een duidelijke logica. Op het niveau van het gevoel is er een eenheidsgevoel, een liefdesgevoel. Alles kun je dan accepteren in liefde als jeZelf. Zie het maar duidelijk, dan verdwijnt elke twijfel, dan verdwijnt elke weerstand. De nevel trekt op. Je stelt vast: zo zit het.

Als je op mentaal niveau gaat zitten, komen er voortdurend vragen en problemen op. Wanneer je allerlei dingen apart gaat benoemen, scheidingen aan gaat brengen, er aparte concepten van gaat maken en dan ook nog eens die concepten gaat verabsoluteren, ja, dan snap je er niets meer van. Dan wordt bijvoorbeeld de relatie tussen lichaam en geest een ondenkbare kwestie. Wanneer het gaat over mens en milieu en je gaat eerst een scheiding aanbrengen tussen de natuur en de mensen die de natuur kunnen overheersen en manipuleren, ja, dan krijg je moeilijkheden. Intern is er geen scheiding. Er is één geheel van het zijn, van het leven. Wanneer je eerst een concept van God en dan een concept van de mens gaat maken, ontstaan er allerlei theologische problemen waar mensen al millennia mee bezig zijn. Want hoe zit het dan met de ‘Goddelijke mens’, zo iemand als Jezus? De islam is dan consequent. Daarin wordt gezegd: ‘Er is een absolute scheiding tussen mens en God. Jezus was gewoon een profeet.’ Wanneer je die hele conceptualisering nu eens laat rusten en zelf gaat ervaren, dan moet je vaststellen dat er helemaal geen grenzen zijn tussen wat eerst zo gescheiden werd. Je kunt zien dat er in de grote religies ook altijd een bepaald besef is van dat oorspronkelijke. Maar al die verschillende vormen van conceptualisering en de verabsolutering daarvan, geven steeds weer problemen. Dualiteit is onzin, omdat er nu eenmaal relaties en verwevenheid zijn; die zijn vanuit non-dualiteit vanzelfsprekend.

Wanneer een persoon zich inbeeldt dat hij God is, wordt dat in het christendom als een grote zonde betiteld. Natuurlijk is dat terecht omdat in de dualiteit niveaus door elkaar worden gehaald. Wees eerlijk. Pas wanneer je ziet dat er werkelijk geen scheidingen zijn, is er de volledige liefde die mystieke eenheid betekent.

Blijf helder bewust, dat is het enige wat je kunt doen. Zodra de dufheid toeslaat, pik je zo weer oude patronen op. Wanneer je helder blijft, manifesteert de oorspronkelijke non-dualiteit zich vanzelf.

* * * * *

Na de operatie, ervaring van Douwe Tiemersma over non-dualiteit


Gereserveerd staat op het kruis.

Na de operatie

Dit is nog een vervolg op de stukjes die ik schreef over de situatie rondom de operatie. Misschien laat de beschrijving de lezer iets van existentieel belang herkennen.

Het lichaamsschema
Wat  doe je als de schepping inclusief zintuiglijke constructie na de narcose doorgaat? Alle dingen van lichaam en wereld komen terug. Toch blijft er een zekere afstand tussen jezelf en het lichaam met zijn wereld, doordat het lichaam niet meer op een vanzelfsprekende manier functioneert. Dit functioneren komt niet meer overeen met de vanzelfsprekendheid allerlei dingen lichamelijk te kunnen doen. Bij gezondheid gaan 'ik kan' en het lichaam samen. Het lichaam is een ‘ik kan’ (Merleau-Ponty). Nu kunnen er allerlei dingen niet meer. Het leven is aan bed gekluisterd, de voeding komt door een infuus, bewegen gaat nauwelijks. Natuurlijk, het leven zou zonder operatie gauw zijn afgelopen. Dat het leven doorgaat, is een wonder, een extra gave, een toegift. Toch is de onnatuurlijkheid duidelijk. De oude schema's van lichaam en bewegen geven nog steeds aan wat als normaal wordt ervaren. Zij passen zich niet gemakkelijk aan aan de nieuwe lichamelijke situatie.
De schema’s zitten niet op mentaal niveau. Als dat het geval zou zijn, zou je door iets anders te gaan denken je hele lichamelijke situatie direct kunnen veranderen. Ze zitten dieper  in het geleefde lichaam verankerd. De schema’s zitten ook niet op het nog diepere niveau van de schepping van de wereld en het fysieke lichaam. Daarom kan er een discrepantie tussen de schema’s en de fysieke toestand zijn. Voor de nodige aanpassing is geduld nodig.
De verwevenheid van het lichaam en mijzelf, mijn eigen zelfzijn, is sterker op het niveau van de schema’s dan op het fysieke niveau. Daarom is er bij de fysiek-lichamelijke verstoring gemakkelijk een discrepantie en vervreemding van het fysieke lichaam vanuit het ik van de ‘ik kan’-schema’s. ‘Waarom gaat het lichaam niet mee met mijn intenties, met wat ik wil doen?’ Ja, er zal een aanpassing moeten plaatsvinden, maar wat is de plaats van het eigen zelfzijn daarbij?
De beperkingen van jezelf gelden dus de lichaams/bewegingsschema’s voor zover je daarmee bent geïdentificeerd. Nu ze niet meer aansluiten op de fysieke werkelijkheid, is de betrekkelijkheid (het betrokken zijn op een speciale gezondheidssituatie) duidelijk. In hun betrekkelijkheid kun je ze accepteren, maar ook loslaten. Bij dit vrij laten van de diepere lagen van de eigen lichamelijkheid kun je je bewust worden van de oneindige vrijheid van je zelfzijn.

Gelatenheid en non-dualiteit
Ook later blijven er de ongemakken niet alles te kunnen doen wat vroeger zonder problemen ging. Het eten en liggen kan alleen op een aangepaste wijze. Ook pijnen zijn er nog steeds. Waardoor ze ontstaan is niet duidelijk. Duidelijk is wel dat ik geen aandacht aan die pijnen moet geven., hoewel dit een vrij automatische reactie is. Als ik dat zou doen, worden ze sterker. Ook komen er dan allerlei gedachten over wat wel niet zou kunnen gebeuren. Dan kom ik vast te zitten. Zo moet ik ook geen aandacht geven aan de tijd, de opeenvolging van eerst dit en dan dat. Die opeenvolging is uiterst moeizaam, alleen al bij het anders gaan liggen, het verschonen van het operatiejasje en later bij het tandenpoetsen.
De ongemakken en de pijn zijn niet weg te denken, dus je moet wel alles laten gebeuren. Dit laten is mogelijk vanuit een houding van gelatenheid (Eckhart, Heidegger). In het grotere geheel kan ik dan de eigen situatie loslaten en haar eigen gang laten gaan. Dat geeft een ontspanning van het ik dat eerst alles vanuit een ‘ik wil’ en ‘ik doe’ in de tijd wilde regelen. Maar het is duidelijk dat dit geen totale ontspanning is. Bij de gelatenheid is er nog een zelfzijn dat gelaten is en zich gelaten opstelt, dat gelaten de dingen maar laat gebeuren omdat zij toch niet zijn te veranderen. Gelatenheid is een houding en instelling van een ik met een centrum in de tijd.
Ik laat mijn aandacht en gevoel maar open komen en ga in die verruiming mee. Mijn zijn en zijnservaring worden oneindig en die oneindigheid gaat over in een onuitsprekelijke non-dualiteit.

* * * * *


woensdag 9 mei 2012

Lied van de Verlichting



Kennen jullie de altijd op zijn gemak zijnde wijze die, alle weten voorbij, zichzelf nooit uitslooft?
Hij tracht noch nutteloze gedachten te vermijden, noch zoekt hij naar de Waarheid.
Want hij weet dat onwetendheid ook deel uitmaakt van de Realiteit,
En dat dit lege, illusoire lichaam niets anders is dan de absolute Realiteit.
Als men het Absolute kent, dan zijn er niet langer op zichzelf staande objecten;
De Bron van alle dingen is het absolute Zelf, gekend door alle zelfgerealiseerden.
De elementen van de persoonlijkheid zijn als een doelloos rondzwevende wolk,
Alle passies zijn als schuim dat verschijnt en verdwijnt op de oppervlakte van de oceaan.
Als de Realiteit gerealiseerd is, dan ziet men dat er geen individuele zelven en geen objectieve vormen zijn,
En daarmee wordt ook alle karma uitgewist dat ons naar de hel zou leiden.
Na het Ontwaken bestaat er enkel nog Leegte,
Dit hele uitgebreide universum van vormen houdt op te bestaan.
Men kent geen zonde noch gelukzaligheid, noch winst noch verlies.
Temidden van de eeuwige Stilte borrelen er geen vragen op;
Het stof der onwetendheid, dat zich gedurende eeuwen op de ongepolijste spiegel verzameld heeft,
Wordt nu, eens en voor altijd, weggeblazen door het zien van de Waarheid.
Mensen weten dit kostbare juweel echter niet te vinden,
Het ligt diep verborgen in de Kracht die het universum schept;
Activiteiten verricht door deze creatieve Kracht zijn een illusie en ook geen illusie,
Zoals zonnestralen tot de zon behoren en toch ook weer niet.
Laten we tot het uiterste gaan, niet alleen in onze innerlijke ervaring, maar ook in onze verwerkelijking,
En onze levens zullen perfect zijn, omdat we ons niet eenzijdig aan de Leegte hechten.
Niet alleen ik ben tot deze slotsom gekomen,
Maar alle zelfgerealiseerden, talrijk als de zandkorrels in India, delen deze mening.
Ik heb rivieren en zeeën overgestoken en ik heb bergen beklommen,
Om leraren te bezoeken, om de Waarheid te vinden, om het Mysterie te doorgronden;
En sinds ik het ware Pad gevonden heb met behulp van mijn leraar,
Weet ik dat ik me niet meer om geboorte en dood hoef te bekommeren.
Want lopen is de Waarheid en zitten is de Waarheid,
Of ik nu praat of stil ben, beweeg of niet, de Essentie is altijd zichzelf.
Zelfs wanneer ik aangevallen word verliest Het nooit zijn stilte,
Ook gif of andere bedwelmende middelen verstoren nooit de rust.
Sinds de plotselinge realisatie dat ik nooit geboren ben,
Hebben de spelingen van het lot hun macht over mij verloren.
Ver van de bewoonde wereld leef ik in mijn bescheiden onderkomen,
De bergen zijn er hoog en de bomen bieden voldoende schaduw.
Rustig en tevreden zit ik onder een oude pijnboom,
Hier heersen volmaakte rust en eenvoud.
De wijze zoekt niet naar de Waarheid, noch gaat hij problemen uit de weg:
Hij weet dat alle tegenstellingen leeg en onwerkelijk zijn.
En omdat ze geen realiteit bezitten is hij niet eenzijdig: noch leeg, noch niet leeg.
Dit is het echte kenmerk van wijsheid.
De ene Geest reflecteert alles helder als een spiegel, zonder vervormingen;
Ze dringt door in zelfs verste uithoeken van het universum.
De wereld en haar veelvormige inhoud, worden weerspiegeld in de ene Geest,
Die, stralend als een volmaakte edelsteen, geen ‘binnen’ en geen ‘buiten’ kent.
Als we ons exclusief hechten aan Leegte, dan ontkennen we de wereld met zijn oorzaken en gevolgen,
Alles wordt dan toegeschreven aan toeval en het kwaad wordt uitgenodigd om de overhand te nemen.
Hetzelfde gebeurt wanneer men zich eenzijdig vastklampt aan de gemanifesteerde wereld en zo de Leegte ontkent,
Dat zou hetzelfde zijn als zichzelf in de vlammen werpen om aan de verdrinkingsdood te ontsnappen.
Het is helemaal niet nodig om je aan de Werkelijkheid vast te klampen en het onwerkelijke heeft nooit bestaan.
Wanneer alle tegenstellingen overstegen zijn, dan verliest het begrip ‘onwerkelijk’ elke betekenis.
Wanneer de verschillende middelen om zelfrealisatie te bereiken losgelaten worden,
Zelfs dan blijft de eeuwige Eenheid zoals ze altijd geweest is.

Vertaald uit: History of Mysticism van S. Abhayananda, Atma Books, Olympia Washington.
(J.C.)

dinsdag 8 mei 2012

Geluk in Damascus was nog heel gewoon. (Victor Hooftman)



Wat denk je als je deze foto ziet?
Twee mensen die gezellig zitten uit te rusten na een vermoeiende wandeling door Damascus?
Hoe kom je aan zo'n foto? Wij staan niet vaak samen op een foto.
Hier bood een aardige Syriër ons aan even een kiekje te maken.
Toen alles nog goed was ....
Toen er nog geen burgeroorlog was ....
Konden we maar terug naar toen.

Demystificatie



UG demystificeerde de verlichting. De leegte, de stilte, de verlichting zo u wil, is eigenlijk niets. Het is je realiseren van iets. Op een bepaalde manier teleurstellend voor het ego. Wat er dan in de rebound iets groters van probeert te maken. Daarmee bewijzend dat het niet echt gerealiseerd is. Helder blijven, helder blijven! Hoe zit het met jezelf? Zegt mijn guru altijd.

Amritanubhava van Jnaneshwar, de eenheid van Shiva en Shakti, 27-31


27, 28
De vrouw die huwde met "Dat" wat overblijft nadat alles is verdwenen,
en daarmee diens waardigheid verkreeg,
zonder wie "Dat" zich zelfs niet bewust is van zichzelf,
Die vrouw is niets anders dan "Dat".

29,30
Het is Shakti, die door middel van het vormgeven van het heelal
aan Shiva zijn bestaan en plaats gaf,
zijn naam en vorm.
Het was alsof Shakti zich schaamde dat haar echtgenoot,
ondanks zijn potentialiteit, zonder naam en vorm zou blijven,
en daarom besloot dat hij zo'n versiering nodig had.

31.
In haar schitterende creativiteit heeft Shakti de ontelbare vormen van het
heelal geschapen, op het fundament van iets, zodanig één,
dat je het niet eens één kan noemen.

Copyright Nederlandse vertaling
Advaita Foundation 1996

Schaduwen op vakwerk


Zie de mooie schaduwen op het vakwerk huis.
Van alle tijden.
Schaduwen, niet om over heen te springen,
maar om van te genieten.
Een schaduw is iets niet,
ergens waar het licht niet valt.
Maar het maakt wat is mooier, 
door het niets wordt wat is mooier.
Want het niets en iets zijn een
in het al.

donderdag 26 april 2012

Het V-model van zelf en niet-zelf en het lichaamsschema door Douwe Tiemersma


Het V-model van zelf en niet-zelf en het lichaamsschema

Enigszins uitgewerkte lezing op het Symposium ‘Psychiatrische stoornis of spirituele ervaring? Filosofische visies vanuit Zen en Yoga’, 9 december 2004, Rotterdam

Douwe Tiemersma

Na mijn bijdragen op de twee vorige symposia over psychische problemen en spiritualiteit hebben de organisatoren me uitgedaagd om in ditzelfde kader iets te zeggen over een paar thema’s uit mijn proefschrift die in mijn werk zijn blijven doorspelen: het lichaamsschema en het V-model.
Het gaat dus om de uitwerking van hetzelfde onderwerp als dat van vorige symposia, maar nu vooral op de punten van zelf en niet-zelf en van de lichamelijkheid met haar patronen en schema’s.
Ik denk dat zo’n uitwerking kan bijdragen aan het begrijpen van wat plaatsvindt bij het ontstaan van psychische stoornissen en bij diepgaande spirituele ervaringen, en dat we met dit begrip ons voordeel kunnen doen bij de hulpverlening op beide terreinen.
Van tevoren moet ik u waarschuwen dat niet meer dan een aantal punten aan de orde kunnen komen. We hebben maar een half uurtje.


1 Het zelf en niet-zelf

Dit hoofdstuk laat enkele hoofdpunten of hoofdmomenten zien bij diep-spirituele ervaringen en bij het ontstaan van een psychische stoornis.
Ik begin met de gebeurtenissen op de spirituele weg, zoals die in mijn eigen ervaring voorkwamen.


1.1 Spiritualiteit

Dus eerst volgt een autobiografisch verhaaltje.
Vlak na de tweede wereldoorlog, toen ik nog erg klein was, kreeg mijn vader een ongeluk en moest ver weg naar een academisch ziekenhuis. Mijn moeder ging hem opzoeken, maar was dan met het slechte vervoer de hele dag onderweg. Vele dagen bleef ik alleen in een bedje, waarbij alleen een buurvrouw of tante slechts af en toe kwam kijken. Ik ben me bewust geworden dat ik, staande in het bedje, erg eenzaam was, dat ik me totaal verlaten voelde, totaal in de steek gelaten. Er was het gevoel van wanhoop, van het niet kunnen bestaan in de grote lege ruimte. Alles vloeide samen, alles ging wegvallen. ‘Ik kan niets meer doen’, zo voelde het. ‘Alles is verloren, alles valt weg’. Toen ik daaraan toegaf, gebeurde iets wonderlijks: alles viel weg en er ontstond een zijnservaring zelf die grote leegte te zijn, zonder vormen. In die overgang was er grote vreugde.

Bij het opgroeien verdween die grootse ervaringssfeer gedeeltelijk op de achtergrond, maar nooit volledig. Waarschijnlijk speelde die een rol bij het oppakken van yoga, toen nauwelijks nog iemand aan yoga deed. Bij de beoefening van yoga en meditatie kwam die oersituatie regelmatig terug. Vaak was dit het geval na hevige energetische ervaringen. Juist bij het doorbréken van een eigen beperkte vorm waarin energieën worden vastgehouden, komen sterke energieën vrij. Je bent zelf die energieën, dus de ervaring ervan is erg heftig. Ik kom hier nog op terug.
Later bij Nisargadatta Maharaj was er de overgang op heel drastische wijze en met een grote helderheid.

De belangrijkste elementen of momenten van wat er gebeurde, gelden, lijkt me, voor elke spirituele weg. Zij zijn de volgende.

a) Er zijn speciale gebeurtenissen in het begin die vroeg of laat aanleiding zijn voor een spirituele interesse en een spirituele weg. Vaak zijn dit traumatische gebeurtenissen die bij anderen tot een psychische stoornis leiden, maar ook kunnen het direct spirituele ervaringen en bewustwording zijn.
b) Deze ervaringen leiden tot een situatie waarin het ik een oneindige omvattende ruimte gaat ervaren, waarin het ik niet kan bestaan, het Niets. In het grensgebied gaan de categorieën van ruimte en tijd, van binnen en buiten, van zelf en niet-zelf door elkaar lopen. Er is een chaos, waarin geen houvast meer wordt gevonden.
c) Meestal ontstaat hier angst, angst voor het eigen bestaan als ik-persoon.
Deze angst zet zich, als het goed is, niet door in een voortzettende verkramping. Hoe kan dat?
Deze verkramping is een existentiële samentrekking, van het ik, omdat het ervaart dat het eraan gaat als de ruimte van het Niets zich verder gaat manifesteren. Als deze manifestatie zich doorzet is er óf een angst-implosie, of overgave. Dat laatste gebeurt vroeg of laat op een goede spirituele weg.
d) De overgave, die als positief wordt ervaren als het kwijtraken van de beperkingen en banden van het ik. Het is een bevrijding, een verlichting.

Wat er gebeurt bij een spirituele ontwikkeling is te vergelijken met het ontstaan van een psychische stoornis. Ook hier staat de problematiek van eenheid en scheiding, van zelf en niet-zelf, centraal.
In veel gevallen zijn de elementen a), b) en.c) overeenkomstig.


1.2 Psychiatrie

We spreken van psychische stoornis als er zware problemen zijn in de wijze van ervaren, voelen, denken en in het gedrag, waardoor het leven en samenleven problematisch wordt.
[Over de thematiek van abnormaliteit en normaliteit spreken we nu niet – hier gaan we uit van de praktische situatie waarin men klachten van psychische aard ondervindt.]

De volgende elementen van het ontstaan psychische stoornissen zijn hier van belang, parallel aan de reeds genoemde op de spirituele weg.
a) Traumatische gebeurtenissen die aan het begin staan, zoals verlating, verstoting, seksueel misbruik.
b) De gevolgen van de ervaring van deze gebeurtenissen; deze zijn zo diepgaand ontwrichtend, dat fundamentele ordeningen worden doorbroken.
Ook hier is de belangrijkste ordening die van binnen en buiten, van zelf en niet-zelf.
Dit is een onderscheiding die zo vanzelfsprekend is dat ze niet-bewust functioneert totdat, zoals hier, ze wordt aangetast.
Als dit soort categorieën door elkaar gaan lopen, wordt de geordende kosmos een chaos.
Zelf komt iemand in een ruimte die geen zekerheid meer geeft, die hem of haar dreigt te verzwelgen.
c) De reactie hierop; deze is vooral die van angst, angst voor het eigen bestaan, een existentiële verkramping.
d) De doorzetting ervan; men trekt zich uit de leefwereld terug op een klein gebiedje van zelf-zijn in de hoop iets van zichzelf te bewaren. Als dit niet blijkt te lukken kan de angst zo groot worden dat er een soort implosie plaatsvindt tot en met een acute psychose.

Vaak zijn er cirkels tussen de verschillende elementen, waarin de stoornis zich versterkt.
Bij alle persoonlijkheidsstoornissen (borderline, schizoïde, paranoïde), hoe verschillend ze ook zijn, schijnt de angst het moeilijke punt te zijn, de angst die verbonden met een-zijn en met scheiding. Het is de angst: bij separatie ga ik eraan, blijft niets van me over, of idem bij het samensmelten. Het is de problematiek van zelf en niet-zelf.
De moeilijke relatie tussen zelf en niet-zelf, van de ander/het andere en ik, lijkt aan alle psychische en sociale problemen ten grondslag te liggen. Aan de ene kant is er de notie zelf alles of absoluut te zijn, aan de andere kant is er de ervaring van de beperktheid in ruimte en tijd. Dit conflict vormt het tragische aan het mens-zijn. Wat mensen ook proberen om dit conflict te boven te komen, dit lukt niet, althans niet op dit niveau. Juist door deze pogingen wordt het lijden groter. Alleen bij de herkenning dat er geen scheidingen zijn, op dat van de non-dualiteit, is de problematiek afwezig.

Het verschil in de gang naar stoornis en die naar bevrijdingservaring is dus niet gelegen in de brongebeurtenis, de ervaring van de chaos en het Niets en zelfs niet in de angst die hierdoor optreedt, maar in de laatste fase waarin of de angst zich verder doorzet, of de bevrijding ontstaat. In het ene geval is er een ik dat zichzelf in een verkramping vasthoudt, in het andere geval een loslaten, een overgave van het ik aan het grote.

Wat er gebeurt bij de fasen a) en b) kan in een model worden toegelicht.

Symposium_Psychiatrische_stoornis_V-model_1


Het model is het structurele model van de menselijke situatie, waarop onder wordt ingegaan. Het model is ook een dynamisch model: het zwaartepunt van zelf-zijn kan op elke hoogte in het model liggen en kan verschuiven.
Het kan verhelderend zijn zelf als oefening eens van boven naar beneden in het model te gaan.

Neem als uitgangspunt de afstandelijke waarneming; keer dan met je aandacht terug naar jezelf en laat dan de ontspanning komen, zak steeds verder naar beneden en laat je nog meer ontspannen; daardoor komt er een uitbreiding van jezelf en een laten komen van de dingen; de afstand verdwijnt door ontspanning; uiteindelijk is er een samenvallen.
Zo kunnen we nog eens de besproken elementen of fasen van ontstaan van een psychische stoornis en spirituele ontwikkeling nagaan.

a) De brongebeurtenissen vinden daar plaats waar een sterke betrokkenheid van het zelf met de leefwereld, en daarin andere mensen, is. Er is geen sterke objectivering, geen sterke scheiding zelf en niet-zelf, maar een zekere mate van symbiose (niveau 2). Er is dus een verwevenheid, plaats 2 in het V-model, een gedeelde identiteit in de eigen ervaring, een openheid naar de ander toe. Als daarin iets gebeurt, bijvoorbeeld het wegvallen van een belangrijke ander iemand, of de sterke objectivering door een relevante ander, wordt de eigen zelfsfeer geschokt.
In de loop van het leven kan veel worden geobjectiveerd (verschuiving naar 1 Scheiding), er wordt afstand genomen ook van veel vroegere ervaringen. Dat is ook mogelijk als de gebeurtenissen later in de volwassen situatie plaatsvinden. Maar, hoe dieper de ervaringen zijn, des te moeilijker is het hiervan afstand te nemen. De ervaringen op het niveau van de verwevenheid blijven dan een rol spelen.
b) Als de oorspronkelijke ervaring heel sterk is, is er de sfeer waarin zelf en niet-zelf door elkaar heen lopen, evenals dat van verleden-heden-toekomst en andere categorieën. Ook later bij volwassenen kan er een teruggang zijn van zwaartepunt vanuit de afstandelijke situatie 1 naar 2, dat is een verval van de cognitieve ordening op niveau 1.
c) Bij een volwassene is er een duidelijk ego op niveau 1. Dat wil zich handhaven: ‘Ik wil niet te gronde gaan, niet dood gaan’. Angst ontstaat, en er is de neiging terug te gaan naar 1, namelijk om de standaard-ordening terug te krijgen, zo de angst te verdrijven en het ik te laten voortbestaan.
d) Als dat niet lukt, komt er een verdere verkramping van het ik op niveau 2 (duidelijk bij een zware depressieve persoonlijkheidsstoornis), of op het niveau 1, met een verdere terugtrekking (duidelijk bij de schizoïde stoornis). Dit gaat in een spiraal verder, in een steeds kleinere cirkel draait de persoon zich vast. Hoe daaruit te komen?
Een terugkeer naar de wereld van de gewone ordening 1 is zelden mogelijk. De opening blijft. Het enige, zoals we zagen, is de overgave van het ik, een acceptatie, een loslaten van het ik in het omvattende; het loslaten van het beperkte zelf in het Grote.
Daar is vertrouwen voor nodig. Een zijnservaring van een omvattende liefde is daarbij doorslaggevend. Ik kan die herkennen in de kindertijd, ook bij Nisargadatta Maharaj.

Zo kan er een bewustwording komen van de mogelijkheden van 1, 2 en 3, een bewustwording van het tegelijk aanwezig zijn van de drie niveaus, van scheiding en eenheid: advaita.

Het is dus cruciaal wat er gebeurt bij de doorbraak door de grenzen van de normale wereld, waarbij angst opkomt. Óf er is een vasthouden aan het ego en een verdere angstreactie in de vorm van een verkramping, óf er is een overgave. In het laatste geval is er een spirituele doorbraak en existentieel-psychische heling.

De negatieve weg
Het samenvloeien, gaande naar de punt onderin het V-model, is een een-wording in het zijn. Nu is er in de advaita-traditie ook een andere beweging naar een-zijn, namelijk de beweging naar een zo groot mogelijke afstand tussen subject en object. Je standpunt gaat naar achteren, je doet als het ware een paar stappen achteruit. Er ontstaat een afstandelijker, een meer reflexiever bewustzijn. Daarbij laat je steeds meer vormen van jezelf los, je ziet deze als object-verschijnselen. Zelf blijf je als steeds zuiverder bewustzijn over. De poten van de V breiden zich naar boven uit. Maar, wat gebeurt er dan?
Er gebeurt iets vreemds: hoe meer afstand je neemt van jezelf en de dingen van de wereld, en hoe zuiverder bewustzijn je wordt, des te dichterbij komen de dingen. Ze verschijnen steeds meer in je eigen bewust-zijn en zijn steeds minder verschillend van jezelf. In het V-model is er een omklappen van de uit elkaar gaande poten. Het proces kan doorgaan tot er identiteit is.
Anders weergegeven: bij de verdergaande objectivering van jezelf en het ontstaan van het zuiverder bewustzijn, komt het objectieve (het andere) je in de rug tegemoet, totdat het je overrompeld en je ermee samenvalt.
Ook hier kan angst ontstaan als het ego wordt vastgehouden in de ijler wordende ruimte. Ook hier zijn er de twee mogelijkheden psychotisch verkrampen bij het doorzetten van angst, en de bevrijding in de ruimte bij overgave.

Symposium_Psychiatrische_stoornis_V-model_2



Het V-model kan ook nog meer als een structureel model worden weergegeven van de ruimtelijke zelf- en niet-zelf-sferen, waarin de mogelijkheden van de zelf-standpunten bekeken kunnen worden.
- niet uitgewerkt hier -

Symposium_psychiatrische_stoornis_V-model_3



Het is het model van de golf die opkomt uit de oceaan.
- Zelf kun je aan de oppervlakte zitten, gericht op de dingen buiten (niet-zelf), op afstand.
- Zelf kun je je bewust worden van de hele golf die je bent, ook met een achterkant die door anderen als object wordt gezien.
- Zelf kun je je laten uitbreiden, zodat zelf en niet-zelf gaan samenvallen.
- Dat is ook duidelijk als je je bewust wordt van (of je zwaartepunt verplaatst naar) beneden: sfeer van vermenging en eenheid,
- en als je beseft dat je de bewustzijnsruimte bent – je gaat naar boven en laat de golf, jezelf, los.
Advaita: niet-zijn en zijn.

Opmerking: Met zo bezig te zijn met modellen moet je wel oppassen dat het model geen eigen leven gaat leiden. De aansluiting bij de eigen ervaring zal er moeten blijven. Het model is als een kaart die in versimpelde vorm de plaatsen en wegen van zelf-zijn aangeeft, of een blauwdruk van mogelijkheden van zelf-zijn. Vanuit het model kan er oog komen voor aspecten die anders gemakkelijk onderbelicht zouden blijven.


2 Het lichaam en zijn schema
De psychische stoornissen en de problemen op de spirituele weg zitten vooral op het terrein van de verwevenheid van zelfzijn en niet-zelf-zijn, het andere. Daarom zijn de problemen existentieel van aard, ze zijn aanwezig in de eerste persoonssfeer die vooral lichamelijk is. Ze hebben te maken met het ego (beperkte zelf), maar dan vooral met het lichaamsego. Op mentaal vlak zitten natuurlijk ook de problemen, maar hier ligt het allemaal niet zo problematisch. Als de gebruikte concepten problemen geven en ze moeilijk los te laten zijn, komt dit doordat je je ermee identificeert. Dat identificeren is vooral een zaak van het eigen existentieel-lichamelijke zijn. Als er geen identificatie met de begrippen is, kun je gemakkelijk anders gaan denken. Het denken op zich is geen probleem, zelfs niet het ik-denk. Wel problematisch is de beperking van het zelf-zijn en dat is vooral lichamelijk.


2.1 Verschillende lichamen met subject-objectvariatie

Het ervaren van het eigen lichaam kan op verschillende wijzen plaatsvinden en elke ervaringswijze levert een apart soort lichaam op. De mogelijkheden kunnen ook weer goed in het V-model worden geplaatst.

Symposium_Psychiatrische_stoornis_V-model_4



Het V-model is zo niet alleen een model van de mogelijkheden, maar ook van de meest voorkomende actuele structuur van het eigen lichamelijke bestaan.

Ga maar kijken, bij een oefening die in de yoga wordt gedaan.
a) Houd de bovenarm tegen je romp en bekijk je hand op een afstandje. Vanuit oogpositie wordt de hand gemakkelijk een object dat op afstand staat van jezelf als subject in je hoofd. 
Kijk naar je hand en zie de vormen en kleuren ervan. Je kunt precies alle structuren van het oppervlak vaststellen. De aandacht stopt bij het oppervlak van je hand. Stel vast dat er een afstand is tussen jezelf als beginpunt van de aandacht (oorsprong) en je hand. Knijp met je linkerhand in je rechter en voel de zachte en hardere delen. Wat is er te zeggen over de aard van je hand?


Als je het lichaam extern waarneemt en het kunt betasten en knijpen, noemen we dit het materiële lichaam. Het materiële lichaam heeft een bepaald gewicht en bepaalde afmetingen, is in zekere mate hard en ondoorzichtig, is vatbaar is voor kou en hitte. Je kunt het onderzoeken door erin te snijden en dan vind je het lichaam dat in de anatomie- en fysiologieboeken is terug te vinden. Dit fysieke lichaam wordt als ding (object) waargenomen, doordat je het op een afstand van jezelf als waarnemer (subject) ziet. In een objecttaal spreken we over dit lichaam als een ding tussen de dingen. Het is het materiële objectlichaam (1).

b) Blijf naar je hand kijken en stel vast welke eigenschappen je romp en benen hebben.

Naar beneden toe wordt het lichaam veel meer een instrument waarvoor je een zijdelingse gevoelsmatige aandacht hebt. Het is dan gevoelsmatig verweven met jezelf. Als je een moeilijk karweitje hebt te doen, zoals een draad door het oog van een naald steken, ben je gericht op de naald en de draad, maar ten dele ook op je handen. Deze handen zijn ten dele subjecthanden, maar je neemt ze ook in de ruimte waar en daarom zijn ze ten dele ook objecthanden. Het lichaam heeft vaak deze dubbelzinnigheid. Dat hebben ook de instrumenten die we gebruiken als verlenging van ons lichaam, zoals de pen, de vork, het muziekinstrument, enzovoort. In de situatie van de dubbelzinnigheid zijn subject en object verweven. We ‘leven’ het lichaam. Het lichaam is een ‘geleefd lichaam’ (corps vécu) (2).

c) Terwijl je naar je hand blijft kijken, kun je je bewust worden van met de basis waarop je staat, de benen en voeten. Hoe zit het daar met zelf en niet-zelf?
Met je voeten ben je helemaal geïdentificeerd. Daarvan is meestal geen bewuste kennis. Daarom zeg je ook: ik loop, ik sta, ik voel de harde grond. Ook de handen zijn soms alleen maar zelf, subject.

d) Doe je ogen dicht en richt je aandacht op je omgeving. Maak, als in het donker, met je rechterhand tastbewegingen. Leg nu je rechterhand voor je op de grond of op de tafel. Voel en betast nu aandachtig het oppervlak met je rechterhand. Blijf gericht op de eigenschappen van het oppervlak en probeer te verwoorden wat het eigene is van de rechterhand.
Terwijl je met je hand tast, zit je als waarnemer al voelend in je rechterhand. Dan behoort je rechterhand tot jezelf als waarnemer: subject. Dat geldt in het algemeen: voor zover je je identificeert, dat is gelijkmaakt aan, je lichaam, krijgt dat lichaam een eerste persoonskarakter, je bent dat zelf terwijl je je beweegt en ervaart, het is het subjectlichaam of lichaams-ik (body ego) (3). Dit lichaam wordt per definitie niet als object waargenomen.
Het lichaam heeft dus een variërende plaats op de schaal van subject – object. Meestal zit het lichaam tussen het object-lichaam en subjectlichaam waarin subject en object met elkaar zijn verweven.

Bevrijding van het lichaam zou kunnen betekenen volledig terug te keren tot de subjectiviteit van het eigen bewustzijn. Voor zover er dan een lichaam is, heeft deze geen andere status dan die van een vorm in en van het bewustzijn. Bevrijding van het lichaam kan ook betekenen kennis hebben van de vele vormen van het lichaam en van de vormen van het zelf (subject) en al deze verschillende vormen tegelijk als niet verschillend, non-duaal, ervaren. Dat is de hoogste vorm van advaita.


2.2 Het lichaamsschema

Psychische problemen zitten dus vooral in de lichamelijke zijnssfeer, waar de identificatie sterk is. Een nader onderzoek laat zien dat het niet deze lichamelijke sfeer als zodanig is, die problemen levert, maar de identificatie met de ruimtelijke structuur en kwaliteit van deze sfeer. Als we het over de structuur van het eigen lichaam hebben, moeten we over het lichaamsschema spreken.

Het begrip lichaamsschema
Het woord lichaamsschema is afkomstig van neurologen in het begin van de 20e eeuw. Zij duiden daarmee de zogenaamde ‘topografie’ van het eigen lichaam aan, zoals deze wordt ervaren. Deze kan zijn gestoord, wat aanleiding geeft tot vreemde ervaringen en problemen in het gedrag. Men kan zich, bijvoorbeeld, veel te dik voelen, of de ervaring hebben dat een geamputeerd been nog aanwezig is. Men kan de plaatsen op het lichaam niet meer goed vinden en de lichamelijke bewegingen sluiten niet meer goed aan bij de dingen in de wereld. De storing zit in een kenfunctie die men het lichaamsschema noemde. Dit lichaamsschema is een patroon van het eigen lichaam dat onbewust of half-bewust wordt gehanteerd bij alle gedrag. Het lichaamsbeeld is het plaatje of de representatie van het eigen lichaam in de geest. Het is de voorstelling van het eigen lichaam.

Er is veel onderzoek gedaan aan het lichaamschema en lichaamsbeeld door neurologen en psychologen. Bijvoorbeeld, een gedragstest met een deurkozijn waarvan de proefpersoon de posten moet instellen zodat hij er net doorkan. Ook werden vele expressie-tests gedaan, onder andere door tekeningen te laten maken van een persoon en Rorschach-tests.

Eigen waarneming van iemand met een zware depressieve stoornis –
Er is duidelijk een verkramping op het niveau van het lichaam, de motoriek en het lichaamsschema is gestoord, de grens tussen lichaam en de buitenwereld is vaag, maar de persoon probeert die wanhopig in stand te houden.
Ten grondslag hieraan ligt in ieder geval de afwijzende houding van de ouders toen hij nog een klein en opgroeiend kind was; de ruimte om hem heen was een verboden gebied evenals zijn lichamelijke ruimte; zijn handelingen werden afgekeurd. Hij wilde toch bestaan en voelde/voelt zich schuldig; er ontstond een negatieve spiraal.

Ieder mens leeft met een lichamelijkheid waarin vormen, patronen, kwaliteiten zitten. De meeste mensen zijn zich er niet bewust van a) dat deze voor een groot gedeelte kunstmatig zijn geconstrueerd en aangeleerd, b) dat zij zich hiermee hebben geïdentificeerd. Deze kunstmatigheid en identificatie beperken het zelf-zijn en houden het vast, waardoor problemen ontstaan.
Zelfs mensen die geestelijk een grote vrijheid ervaren, kunnen op lichamelijk niveau nog op deze wijze vastzitten in patronen en kwaliteiten.

Hathayoga is vooral a) het terugkeren naar de natuurlijke, directe ervaring van het lichaam, b) het loslaten van de kunstmatige patronen en c) het vrijkomen van de identificatie met het lichaam.

Enkele belangrijke patronen
I. Ruimtelijke structuur: klein-groot, beperkt-kosmisch-onbeperkt
Oefening
a) Kijk naar je lichaam, je romp als een object, en stel globaal de afmetingen vast.
b) Ga naar het niveau van de gevoelsmatige verwevenheid, dus naar beneden.
Welke afmetingen heb je nu?

Let op: het gaat om je afmetingen in je eigen ervaring. Wat ervaar je?
Waarschijnlijk zijn er nog wat vage indrukken en gevoelens. Als je ze kunt ervaren als verschijnselen kun je ze energieën noemen. Gemakkelijk ga je dan je lichaamsbeeld op plakken dat je van buiten hebt leren kennen. Ga terug naar de ervaring zelf. Als je probeert de grenzen van je lichamelijke zelf vast te stelen, blijken die er niet te zijn. Je bent oneindig, zo groot als de kosmos.

II. In de oefening zat ook al de variatie in de kwaliteit van de materie, de stof, het materiaal, de substantie, die grof of meer subtiel kan zijn.

We stelden al vast dat de hand nu een materiële hand is (1). Met ‘materieel’ bedoelen we dan dat de hand hard en ondoorzichtig is, een gewicht en massa heeft, kortom alle algemene eigenschappen van de materie van de klassieke natuurkunde. De hand bestaat uit botten, spieren en ander bindweefsel, zenuwen, enzovoort, zoals dat te vinden is in de anatomie als onderdeel van de humane biologie.

De interne blik kan zich richten op de verschijnselen van de binnenwereld. Zij zijn niet zo zeer indrukken en gevoelens in psychologische zin, als wel verschijnselen met een eigen bestaan. Het gaat dan om een substantie die stroomt, tintelt, straalt en bewegingen tot stand brengt. Het beste woord voor die substantie is ‘energie’. Deze ‘stof’ is niet zo zwaar, ondoorzichtig en hard als de materie, maar deze eigenschappen zijn er in subtielere zin nog wel. Er is een zekere traagheid, stroperigheid. Het geheel is het energetische lichaam (2).
Als je op de energetische sfeer bent afgestemd, is de hele werkelijkheid energetisch van aard. De yogabeoefenaar is in deze sfeer gedoken, in eerste instantie in zijn of haar energetische lichaam. Wat wordt ervaren zijn energetische verschijnselen.

Oefening
Maak schommelbewegingen naar links en naar rechts. Kun je de verschijnselen in je lichaam beschrijven?

Waarschijnlijk ervaar je dat de beweging zich nog een tijdje doorzet, nadat het materiële lichaam tot stilstand is gekomen. Wat beweegt er? Dat is gevoelsmatig aanwezig, zonder alleen maar een gevoel te zijn. Het is iets. Het heeft de eigenschap trager te zijn dan het materiële lichaam, het schommelt als een vloeistof nog even verder door, als het materiële lichaam al weer stopt of terug gaat. Het energetische lichaam heeft veel meer de kwaliteit van een vloeistof, het is doorzichtiger, veranderlijker van vorm, doorzichtiger en minder zwaar.

Op de bijscholingscursussen voor yogadocenten laat ik de deelnemers tekeningen maken van dit energetische lichaam tijdens en na diverse oefeningen. Uit de tekeningen blijkt dat het ervaren lichaam er vaak raar uitziet, zo vreemd dat de tekeningen aan die van mensen met een psychische stoornis en zelfs van psychotici doen denken.

Illustraties
resp. na ademdruk naar de rug, na ujjayi, na ademen naar de bekkenbodem.

Sommige mensen die langer hathayoga doen, krijgen ervaringen van sterke energieën die langs de rug van onder naar boven gaan. Traditioneel wordt deze energie kundalini genoemd. De energieën zijn zo sterk dat ze je werkelijk overweldigen en je uit je gewone bestaan gooien.
Als het in de yoga langzaam onder leiding wordt opgebouwd, is er geen probleem, vooral niet als het gebeurt in een sfeer van helderheid en vertrouwen. Het kan plaatsvinden op elke spirituele weg. Dat hebben we besproken bij de overgave en verlichting.
De sterke energieën kunnen ook bij mensen ontstaan die geen spirituele weg volgen. Ze kunnen zonder duidelijke invloed opkomen, maar ook door traumatische ervaringen. In de angst die wordt opgeroepen, gaan mensen naar de psychotherapeut of psychiater. Volgens deze mensen heeft vrijwel geen hulpverlener een eigen ervaring met deze verschijnselen, zodat ze niet geholpen konden worden en zelfs verkeerd behandeld werden.

We hebben nog niet gesproken over ijlere lichamen dan het energetische, bijvoorbeeld het mentale lichaam. De bespreking daarvan laten we nu zitten.
Van belang is dat de hathayoga, zoals ik die opvat – en trouwens elk spirituele weg - kan leiden tot de herkenning van andersoortige lichamelijke zijnswijzen, zo tot de relativering van elke bepaalde vorm, en tot een oplossen van elke vaste structuur. Zo kan de herkenning komen dat je niet vastzit aan, niet noodzakelijkerwijze geïdentificeerd bent, met welk lichaam dan ook.

Dus, evenals bij de subject-object kwaliteiten, heeft ‘de bevrijding van het lichaam(sschema)’ twee aspecten. Het eerste is de transformatie van het lichaam met zijn structuren naar een steeds grotere subtiliteit en ijlheid. De vormen en structuren worden dan transparant, ijl en lossen op. Het tweede aspect is bewustwording van de vrijheid ten opzichte van alle lichamen. In die vrijheid worden alle lichamen met hun structuren geaccepteerd. Ze mogen er zijn, maar ze zijn niet beperkend meer omdat er geen speciale identificatie is met welk lichaam dan ook.


3 De hulpverlening op het terrein van psychiatrie en spiritualiteit

Dit alles heeft zijn consequenties voor de psychiatrische en spirituele hulpverlening.
De psychiater en spirituele leraar zullen bekend moeten zijn met alle niveaus van subject-object relaties - zie het V-model. Die subject-object relaties gelden zowel voor de situatie van de psychiatrische cliënt of leerling met zijn lichaam en wereld, als wel voor de relatie van de psychiater en de cliënt, de leraar en leerling.

Laten we dit laatste hier iets uitwerken voor de relatie psychiater-cliënt.
In het V-model dat we hier gebruiken staat horizontaal de afstand psychiater als subject en de cliënt als object weergegeven, en verticaal de aard van de relatie tussen beide, bepaald door de benaderingswijze van de psychiater, het niveau waarop de psychiater contact heeft met de cliënt, horend bij een bepaalde situatie.

Symposium_Psychiatrische_stoornis_V-model_5
1. Bij de biomedische benadering in de psychiatrie hoort de wetenschappelijke distantie. Van de cliënt wordt vooral de werking van het centraal zenuwstelsel bekeken. Dat is het object van de psychiatrie als biomedische discipline, naast het gedrag en de geobjectiveerde ervaringen. Er is een afstandelijke observatie, waarbij de verschijnselen als object worden geconstrueerd.

2. Dat is slechts gedeeltelijk het geval bij de gesprekstherapie en psychoanalyse, omdat de psychiater of therapeut de woorden en verschijnselen wil begrijpen. Hij probeert ze in zijn eigen kader van aanwezige kennis te plaatsen, ze zo een plaats en zin te geven. De situatie is dan niet natuurwetenschappelijk, maar hermeneutisch.

Psychische problemen worden in de psychotherapie en in de psychiatrie, voor zover deze niet uitsluitend biologisch zijn georiënteerd, tegenwoordig vooral besproken in termen van cognitieve patronen of schema’s. De stoornissen zijn dan vooral cognitief van aard en de therapie is gericht op het afleren van de problematische schema’s en het aanleren van schema’s die die problematiek niet geven. Deze cognitieve benadering wil wetenschappelijk zijn en bevindt zich tussen de wetenschappelijke en hermeneutische niveaus in.

Het grote probleem met de cognitieve oriëntatie in de psychotherapie en psychiatrie is dat veel schema’s zo hardnekkig zijn dat het niet lukt ze te veranderen. Die hardnekkigheid komt voort uit het gegeven dat ze vaak diep in het lichaam verankerd zitten. Een deel van de psychotherapie en psychiatrie, ook de psychoanalyse, is gericht op de bewustwording van de problematische patroonmatige neigingen. Maar, blijkbaar lukt dit maar ten dele, en als het aardig lukt, blijkt vaak dat een bewust (af)leerproces er geen vat op heeft.
Deze problematiek is op overeenkomstige wijze te vinden op het spirituele pad.

Deze moeizaamheid heeft de psychiatrie, de dominante stroming althans, ertoe gebracht zich sterk biologisch te oriënteren. De redenering is: Omdat psychologische methoden niet toereikend zijn, zullen we moeten terugkeren naar een biochemische beïnvloeding.

Is deze gevolgtrekking noodzakelijk? Nee, want zij gaat uit van een extra, verzwegen premisse, namelijk, dat we alleen cognitief-psychische en chemische therapeutische mogelijkheden hebben. En aan deze premisse ligt het psychofysisch dualisme of een epifenomenalisme (de geest is een bijverschijnsel van materiele processen in het lichaam) ten grondslag.
Wat niet wordt gezien is de relevantie van het lichaam zoals dat ‘geleefd’ wordt en ten dele in de zelfervaring gekend wordt.

3. Het existentieel begrijpen is aanwezig op het relatieniveau waarop de psychiater bepaalde ervaringen van de cliënt direct herkent vanuit zijn eigen ervaringskennis. Elders heb ik aangetoond dat de arts bij zijn werk altijd al de directe existentiële kennis gebruikt, niet alleen de medisch-wetenschappelijke kennis. Zijn eigen schematische kennis van zijn lichaam gebruikt hij/zij voortdurend bij het begrijpen van de woorden en symptomen van de patiënt. Als een patiënt zegt dat hij zo’n last heeft van hoofdpijn, weet de arts uit zijn persoonlijke ervaring wat ‘hoofd’ , ‘pijn’ en ‘hoofdpijn’ is. Dit weten is de grondslag om daarna de vertaalslag te maken naar de wetenschappelijke kennis. Zonder de voorbewuste kennis zou het werk van de arts onmogelijk zijn. Dat geldt ook voor het werk van de psychiater.

4. Dat geldt ook voor het niveau van één-zijn. Als er geen gemeenschappelijke basis zou zijn, maar een fundamentele scheiding, zou er helemaal geen onderling contact en begrip mogelijk zijn.


Hoe meer er in de psychiatrie een herkenning komt van alle niveaus, des te beter de hulp kan zijn bij het oplossen van de problemen.

De hoofdredacteur van het Maandblad Geestelijke Volksgezondheid is hier niet optimistisch over (David Bos in Trouw 6 december 2004, p. 12). In het kader van psychische problemen van religieuze aard zegt hij: ‘Vooral jonge psychiaters hebben geen idee waarnaar ze bij de anamnese zouden moeten vragen.’

Sommige psychotherapeuten en psychiaters hebben meer succes dan anderen. Waar ligt dat aan?
In de psychotherapie is hier wel onderzoek aan gedaan en de belangrijkste factor is niet de benaderingswijze of school, maar de empathie, het inlevingsvermogen. Dit wil zeggen dat hoe dichter de psychotherapeut en de psychiater, voor zover hij/zij een psychotherapeutische benadering volgt, bij de ander komt die hulp vraagt, dus hoe lager in het V-model, des te betere hulp is mogelijk.

Dat is ook mijn ervaring: het is door de eigen zijnsruimte dat de ander ruimte gaat ervaren, dat de ander erop gaat vertrouwen dat die ruimte niet angstwekkend hoeft te zijn, hoewel die verder gaat dan dat van het ego.

Psychiatrische en spirituele hulpverlening vraagt dus een realisatie van verweven-zijn, van een-zijn en van non-dualiteit van de hulpverleners.


Na alle dingen die nu naar voren zijn gekomen, na alle golfjes op de oceaan, mogen de golven weer gaan liggen en over blijft dat wat altijd al aanwezig was – ook op de dia’s – de oceaan.

Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.